Plan: | Buitengebied Dorp Lent - 26 (Westelijke Parallelroute) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP140W26-OH01 |
Met betrekking tot externe veiligheid kunnen twee typen risico's worden onderscheiden:
1. Risico's door inrichtingen c.q. bedrijven;
2. Risico's door het vervoer van gevaarlijke stoffen over transportassen.
De beheersing van de risico's van bedrijven wordt geregeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Bij de veiligheidsnormen in het Bevi wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het plaatsgebonden kent een grenswaarde die niet mag worden overschreden voor kwetsbare objecten zoals woningen en scholen. Voor beperkt kwestbare objecten (kleinere kantoren en winkels etc.) geldt er een richtwaarde die slechts mag worden overschreden indien daar zwaarwegende argumenten voor zijn. Het groepsrisico kent de verantwoordingsplicht zonder dat daar strikte normering in de vorm van grens- of richtwaarden onder ligt. De verantwoording is een afweging van groepsrisico's tegen de maatschappelijke baten van een risicovolle activiteit.
De beheersing van de risico's van het vervoer van gevaarlijke stoffen wordt onder meer geregeld in de Circulaires Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Crnvgs, 2004) en Zonering langs hoge druk aardgastransportleidingen (1984). De Crnvgs is niet wettelijk verankerd en het ontbreekt daardoor vooralsnog aan wettelijke grenswaarden. Het is echter waarschijnlijk dat deze verankering binnenkort wel gaat plaatsvinden. De Crnvgs hanteert een vergelijkbare systematiek zoals die voor risico's van bedrijven geldt. Ook voor de risico's van buisleidingen is de wetgeving sterk in ontwikkeling en wordt binnenkort een nieuwe circulaire verwacht. Onderstaande tekst anticipeert zoveel als mogelijk op deze nieuwe ontwikkelingen en toetst aan bestaande regelgeving.
Een risico kan toenemen doordat een bedrijf uitbreidt of het transport toeneemt maar ook doordat kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten “opschuiven” naar de risicobron.
Het bestemmingsplan voorziet niet in de komst van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten. De Westelijke Parallelroute is niet aangewezen als een route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het bestemmingsplan kent derhalve geen externe veiligheidsprobleem.