Plan: | Buitengebied Dorp Lent - 26 (Westelijke Parallelroute) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP140W26-OH01 |
De provincie heeft haar ruimtelijk beleid vastgelegd in het Streekplan Gelderland 2005 “Kansen voor de regio's”. Het is in september 2005 van kracht geworden en geldt nog steeds. Na 2005 is het streekplan aangevuld en voor een aantal onderdelen gewijzigd met een aantal uitwerkingen en herzieningen. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het streekplan Gelderland 2005 de status van een structuurvisie gekregen.
Het streekplan kijkt 10 jaar vooruit en richt zich op kenmerken en waarden die van provinciaal belang worden geacht. Het streekplan verdeelt Gelderland ruwweg in drie soorten gebieden. Voor elk van deze gebieden is het beleid verschillend.
Rood Raamwerk
Hoofddoel van het streekplan is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte beschikbare oppervlak. In het rode raamwerk moet vooral de verstedelijking van gelderland plaatsvinden. Bundelingsbeleid en het organiseren van stedelijke netwerken staan hierbij centraal. In het Streekplan worden algemene en programmatische uitspraken gedaan over wonen, sociaal-culturele functies en werken.. Daarnaast hecht het streekplan veel belang aan locatiebeleid: gestreefd wordt naar het bundelen van bovenlokale stedelijke functies aan knooppunten in het rode raamwerk. Het grondgebied van de gemeente Nijmegen valt grotendeels binnen dit rode raamwerk en heel Nijmegen valt in het stedelijk netwerk (Stadsregio Arnhem-Nijmegen).
Groenblauw Raamwerk
In het groenblauwe raamwerk krijgen natuur en water de ruimte. Verstedelijking is hier niet toegestaan, tenzij er een groot belang in het geding is. Dan moeten er wel compensatie-maatregelen worden getroffen. Voor Nijmegen is de categorie Ecologische Hoofdstructuur (EHS) van belang. Vooral aan de bestaande stadsranden en in de Waalsprong. Hier geldt een beleid gericht op bescherming en ontwikkeling van de daar aanwezige kwaliteiten. Op 16 mei 2006 hebben Gedeputeerde Staten van Gelderland de Streekplanuitwerking kernkwaliteiten en omgevingscondities (EHS, Waardevol landschap) vastgesteld.
Multifunctioneel gebied
Het staat gemeenten vrij zelf het ruimtelijk beleid voor multifunctionele gebieden te bepalen. Wel wil de provincie dat gemeenten rekening houden met waardevolle landschappen in deze gebieden. In het multifunctioneel gebied ligt voornamelijk landbouw. Voor Nijmegen zijn de categorieën multifunctioneel platteland en waardevol landschap van belang; voor de Waalsprong is met name het multifunctioneel platteland van belang.
Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Kern van de nieuwe Wro is dat alle overheden hun ruimtelijke belangen vóóraf kenbaar maken en aangeven hoe zij die belangen gaan realiseren. Deze wet geeft de provincie de bevoegdheid algemene regels vast te leggen in een provinciale verordening. Daarmee stelt de provincie eisen aan de ruimtelijke besluiten van gemeenten. De provincie richt zich hierbij op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, wonen, detailhandel, natuur en water. De regels in de verordening kunnen betrekking hebben op het hele provinciale grondgebied, delen daarvan of op gebiedsgerichte thema's. De voorschriften in de ruimtelijke verordening zijn gebaseerd op de provinciale structuurvisie (voorheen: Streekplan Gelderland 2005).
Gedeputeerde Staten stelden op 3 november 2009 het ontwerp van de Ruimtelijke Verordening Gelderland vast. De besluitvorming over de Ruimtelijke Verordening Gelderland door Provinciale Staten vindt naar verwachting in november 2010 plaats.
Hieronder volgt de voor dit (bestemmings)plan relevante hoofdlijn van de Ontwerp- Ruimtelijke Verordening Provincie Gelderland.
Verstedelijking
De vigerende Gelderse ruimtelijke structuurvisie hanteert als uitgangspunt dat nieuwe verstedelijking bij voorkeur plaatsvindt binnen bestaand bebouwd gebied, binnen de zoekrichting voor uitbreiding woningbouw en de zoekzones bedrijventerreinen van de Stadsregio Arnhem Nijmegen. Op deze wijze wordt uitvoering gegeven aan het rijksbundelingsbeleid voor de Stadsregio Arnhem Nijmegen. De verordening legt het hierboven beschreven beleid vast door voorschriften te geven die bepalen dat de nieuwbouw voor wonen en werken voor het overgrote deel plaatsvindt binnen het bestaand bebouwd gebied en de genoemde zoekrichting en zoekzones van de Stadsregio. Slechts een beperkt deel kan onder voorwaarden daarbuiten plaats vinden. Het gaat dan bijvoorbeeld om nieuwe bebouwing die functioneel gebonden is aan het buitengebied, functieverandering naar niet-agrarische functies en de oprichting van nieuwe landgoederen. Ook kunnen Gedeputeerde Staten onder voorwaarden een ontheffing verlenen, bijvoorbeeld als de ontwikkeling bijdraagt aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.