direct naar inhoud van 3.2 Milieuaspecten
Plan: Kwakkenberg 1994 - 4 (Kwakkenbergweg 62)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP13W4-OH01

3.2 Milieuaspecten

De bestemmingsplanwijziging heeft tot doel de begane grond van het woongebouw Kwakkenbergweg 62 in te richten als kantoor en een toegangspoort en arfafscheiding aan te leggen. Het wonen op de verdiepingen zal iets anders verdeeld worden, maar blijft in principe gehandhaafd. Aangezien in de naaste omgeving van deze locatie buiten woningen ook nog opleidingsinstituten en kantoorvilla's aanwezig zijn kan de gewenste invulling als passend worden aangemerkt. Een grotere milieubelasting naar de omgeving toe valt niet te verwachten.

3.2.1 Lucht

Op 15 november 2007 is de Wet Milieubeheer uitgebreid met hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteiteisen. De regelgeving met betrekking tot luchtkwaliteitseisen is verder uitgewerkt in AMvB's en Ministeriële regelingen. Wat betreft de bijdrage van een plan aan de luchtkwaliteit is het Besluit Niet In Betekenende Mate Bijdragen (Luchtkwaliteitseisen) van belang, die gelijk met de wetswijziging van kracht is geworden. Daarnaast is de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) van belang, die aanwijzingen geeft welke concrete grens geldt voor woningbouw, inrichtingen etc. voor wat betreft de grens tussen “niet in betekenende mate”en “in betekenende mate” bijdragen. Op 1augustus 2009, is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit van kracht geworden en wordt gerekend met de 3% grens. Plannen die niet meer dan 3% bijdragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit, hoeven niet afzonderlijk getoetst te worden aan de luchtkwaliteitseisen in de Wet Milieubeheer, hoofdstuk 5. Dit ligt vast in artikel 4, lid 1 van het Besluit. In de regeling is nader uitgewerkt dat een plan met bijvoorbeeld minder dan 1500 woningen of 33.333 m3 bruto kantooroppervlak en één ontsluitingsweg, minder dan 3% bijdraagt. Daarbij wordt uitgegaan van 5 extra verkeersbewegingen per etmaal per woning.

De aanpassing die door dit plan aan de Kwakkenbergweg 62 mogelijk gemaakt wordt, betreft het vervangen van een woonverdieping door een kantoorverdieping. De verkeersaantrekkende werking van dit plan zal zodanig gering zijn, dat geen verslechtering van de luchtkwaliteit zal optreden.

Rekening houdend met het voorgaande zal het plan "niet in betekenende mate bijdragen". Het plan hoeft niet getoetst te worden aan de eisen in hoofdstuk 5 van de Wet Milieubeheer . 

3.2.2 Externe veiligheid

Een kwetsbaar object (wonen) wordt gedeeltelijk vervangen door een beperkt kwetsbaar object (kantoorgebouwen met een bruto vloeroppervlak van minder of gelijk aan 1.500 m2 per object).In de directe nabijheid van de locatie liggen geen modaliteiten waarover vervoer van gevaarlijke stoffen mogelijk is. Ook zijn er geen hogedruk aardgasleidingen in de naaste omgeving aanwezig.

Vanuit externe veiligheid bestaan geen belemmeringen voor het gewijzigde gebruik van de locatie Kwakkenbergweg 62.

3.2.3 Fysieke veiligheid

Het aspect fysieke (brand)veiligheid stelt voorwaarden aan de inrichting van de openbare ruimte, de situering van gebouwen ten opzichte van elkaar, de bluswatervoorziening en de bereikbaarheid. De van toepassing zijnde voorwaarden worden genoemd:

Inrichting openbare ruimte: ontvluchting en zelfredzaamheid

Hoe de openbare ruimte is ingericht, is van invloed op de mate waarin hulpdiensten de incidentlocatie kunnen bereiken en betrokkenen bij een incident in staat zijn een locatie te ontvluchten. In dit kader zijn de mogelijkheden voor ontvluchting en zelfredzaamheid binnen het plangebied getoetst. Hierbij gaat het er bijvoorbeeld om dat vluchtroutes in het gebouw goed aansluiten op de omgeving.

Aan de hand van het voorgelegde plan kunnen geen beperkingen worden geconstateerd.

Situering van gebouwen.

In verband met brandveiligheid kan het Bouwbesluit voorwaarden stellen aan de afstand tussen gebouwen onderling en de positionering ten opzichte van elkaar.

Op basis van het huidige plan zien wij op voorhand geen bijzondere beperkingen.

Bluswatervoorziening

De brandweer stelt eisen aan de beschikbaarheid van bluswater. De capaciteit van een dergelijke voorziening dient minimaal 30 m3 water per uur te bedragen. Afstand van de bluswatervoorziening tot de brandweertoegang(en) van het gebouw dient maximaal 40 meter te bedragen.

In het voorgelegde plan is dit ca. 45 meter t.o.v. de toegang van het kantoor en 60 meter t.o.v. de toegang van de appartementen. Met name de afstand tussen de laatst genoemde toegang en de brandkraan voldoet dus niet; in praktijk zal dit echter niet tot problemen leiden.

Bereikbaarheid

Wat bereikbaarheid betreft, zijn voor dit plan met name de dimensionering van de wegen en de bereikbaarheid van de hoofdtoegang(en)/brandweertoegang(en) van de gebouwen vanaf de weg van belang. De afstand van de straat (al dan niet op particulier terrein) tot deze brandweertoegang mag niet meer dan 10 meter bedragen en er dient een opstelplaats voor het voertuig gemaakt te worden.

Het voorgelegde plan voldoet aan deze voorwaarden, indien voor de wegbreedte en mate van verharding van de oprit op het eigen terrein rekening wordt gehouden met berijding door brandweervoertuigen.

De conclusie luidt dat vanuit het oogpunt van fysieke veiligheid de brandweer geen beperkingen ziet ten aanzien van het voorliggende bestemmingsplan, indien er aandacht is voor de toegangelijkheid van het eigen terrein voor brandweervoertuigen. Het advies van de brandweer is dus positief.

Deze punten zijn beoordeeld. Een nadere beoordeling zal plaatsvinden in het kader van de aanvraag bouwvergunningsprocedure.

3.2.4 Bodem

Voor deze bestemmingsplanherziening is geen bodemonderzoek nodig, omdat

  • 1. er geen bouwactiviteiten plaatsvinden groter dan 50 m2;
  • 2. de verbouwing de grond niet raakt;
  • 3. Uit recent bodemonderzoek blijkt dat de locatie niet ernstig verontreinigd is;

Uit bodemonderzoek op deze locatie blijkt dat de ondergrondse minerale olietanks in 1993 zijn gevuld met zand en er is een KIWA certificaat. Daarom zullen er zover het de bodem betreft geen bijzondere financiële of milieutechnische problemen bestaan. Voor deze functiewijziging geldt dat geen bodemonderzoek uitgevoerd dient te worden om te toetsen of de bodem geschikt is.

3.2.5 Geluid

Het perceel ligt binnen de geluidzone van de Kwakkenbergweg en Sophiaweg. De bestemming “kantoor” is geen geluidgevoelige bestemming in de zin van de Wet geluidhinder. Op het perceel ligt al een woonbestemming. Het aantal woonbestemmingen wordt niet uitgebreid. Voor de Wet geluidhinder hoeven er géén procedures gevolgd te worden.

3.2.6 Klimaat

De klimaatverandering noopt tot aanpassingen in ruimtelijke ontwikkelingen. De Gemeenteraad van Nijmegen heeft haar visie hierop in het actieplan klimaat 2008-2012 van de gemeente Nijmegen vastgelegd. Voor utiliteitsbouw en woningbouw liggen kernpunten bij terugdringen van de CO2 uitstoot en aanpassing aan veranderde weersomstandigheden.

Het uitbreiden van het voor het bouwplan noodzakelijke EPC-onderzoek tot een energiescan, waarbij zowel warmtevraag als koelingsbehoefte en de inzet van collectieve systemen onderzocht worden, kan de bijdrage van dit project aan deze doelstelling in beeld brengen.

Verdere adaptatie aan veranderde klimaatomstandigheden moet blijken uit de paragrafen Waterhuishouding en Groen.