direct naar inhoud van 3.5 Groen
Plan: Nijmegen Zuid - 8 (Hatertseweg 574 en 574a)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP1008-OH01

3.5 Groen

3.5.1 Ecologische hoofdstructuur (EHS)

Het ruimtelijk beleid voor de EHS is gericht op behoud en ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden. Daarom geldt in de EHS een 'nee, tenzij'-regime. Indien een voorgenomen ingreep de 'nee, tenzij'-afweging met positief gevolg doorloopt kan de ingreep plaatsvinden, mits de eventuele nadelige gevolgen worden gemitigeerd en resterende schade wordt gecompenseerd. Indien een voorgenomen ingreep niet voldoet aan de voorwaarden uit het 'nee, tenzij'-regime dan kan de ingreep niet plaatsvinden. Bevoegd gezag voor de beoordeling van het beoogde project en eventuele compensatieverplichtingen is de provincie Gelderland. Uit onderstaande luchtfoto blijkt dat de locatie niet in of in de nabijheid van de EHS ligt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP1008-OH01_0004.png"

figuur beleidskaart Ecologische hoofdstructuur

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP1008-OH01_0005.png"

3.5.2 Gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998

De gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 richt zich op gebieden die zijn aangewezen op basis van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Dit zijn de Natura 2000-gebieden. Natura 2000 is een samenhangend Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. Het plangebied ligt op enkele kilometers van het Vogelrichtlijngebied "Waal".

Bij ruimtelijke ingrepen dient er altijd te worden nagegaan of er een vergunning nodig is op grond van de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998. In het vergunningentraject speelt het voorzorgsbeginsel een belangrijke rol. Het voorzorgbeginsel houdt in dat alle aspecten die met een project samenhangen (zowel op zichzelf als in combinatie met andere projecten) en die de instandhoudingsdoelstellingen in gevaar kunnen brengen, moeten worden onderzocht. Toestemming wordt alleen verleend als op basis van de beste wetenschappelijke kennis zekerheid kan worden verschaft dat het project de instandhoudingsdoelstellingen niet in gevaar brengt. Bij twijfel wordt geen toestemming verleend. Als een project niet in een Natura 2000-gebied plaatsvindt, kan het mogelijk toch schade aanbrengen aan een Natura 2000-gebied. Dit wordt ook wel de zogenaamde "externe werking" genoemd. Ook kan het project mogelijk schadelijke gevolgen hebben in combinatie met andere projecten. Dit wordt "cumulatieve effecten" genoemd. Omdat het hier een functiewijziging betreft met een minimale uitbreiding treedt geen schade op aan een Natura 2000-gebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP1008-OH01_0006.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP1008-OH01_0007.png"

3.5.3 Flora en fauna

Ten behoeve van deze bestemmingsplanwijziging is geen flora en fauna onderzoek nodig omdat het hier gaat om een functieverandering van woondoeleinden naar wonen met 24-uurs zorg.

3.5.4 Groene hoofdstructuur

Binnen het plangebied is geen groen uit de groene hoofdstructuur aanwezig.