Plan: | Nijmegen Zuid - 8 (Hatertseweg 574 en 574a) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP1008-OH01 |
De Wet geluidhinder is in dit geval niet van toepassing op wonen met 24-uurs zorg omdat de functie wonen als zodanig niet verandert. De bestemming Maatschappelijk staat ook andere functies toe dan wonen; deze functies zijn alleen toegestaan mits voldaan wordt aan de Wet geluidhinder.
Als een ruimtelijk plan getoetst wordt op luchtkwaliteit, moet worden gelet op de volgende twee zaken:
a) het plan als veroorzaker van verkeer en daardoor bron van slechte luchtkwaliteit.
b) het plan als te beschermen object tegen slechte luchtkwaliteit.
Op 15 november 2007 is de Wet milieubeheer uitgebreid met hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteiteisen. De regelgeving met betrekking tot luchtkwaliteitseisen is verder uitgewerkt in AMvB's (Besluit niet in betekenende mate bijdragen luchtkwaliteitseisen; Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteitseisen) en Ministeriële regelingen (Regeling niet in betekenende mate bijdragen luchtkwaliteitseisen; Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007; Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007).
Grenswaarden voor luchtkwaliteit gelden o.a. voor de stoffen stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). In Nijmegen worden alleen voor NO2 en PM10 mogelijke overschrijdingen verwacht. De grenswaarden betreffen bestuurlijke normen, ook beneden de grenswaarden zijn in studies gezondheidseffecten waargenomen.
De normering voor NO2 en PM10 is als volgt:
norm | Ingangsdatum1 | |
Jaargemiddelde grenswaarde NO2 | 40 ug/m3 | 1-1-2015 |
Jaargemiddelde grenswaarde PM10 | 40 ug/m3 | 1-6-2011 |
Daggemiddelde grenswaarde PM10 | max. 35 dagen/jaar >50 ug/m3 | 1-6-2011 |
1 Door het van kracht worden per 1 augustus 2009 van het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit) en de gedeeltelijke buitengebruikstelling (derogatie) van grenswaarden zijn deze ingangsdata onlangs gewijzigd.
Bij de omzetting van woondoeleinden naar wonen met 24-uurs zorg moet aan de bovenstaande regelgeving en aan de luchtkwaliteitsnormen worden voldaan.
Conclusie
De verkeersaantrekkende werking van het plan is zodanig beperkt, dat het plan binnen de regelgeving met betrekking tot luchtkwaliteitseisen aangemerkt kan worden als een “niet in betekenende mate” (NIBM) plan. Toetsing aan luchtkwaliteitseisen is daarom niet nodig.
ad b) het plan als te beschermen object tegen slechte luchtkwaliteit.
Op 16 januari 2009 is het Besluit “gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen)” in werking getreden. Met deze amvb wordt de bouw van zogenaamde gevoelige bestemmingen in de nabijheid van (snel)wegen beperkt. Het besluit heeft als doel het beschermen van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2), met name kinderen, ouderen en zieken. De kern van het besluit is dat in zones luchtkwaliteitsonderzoek nodig is: 300 meter aan weerszijden van snelwegen en 50 meter langs provinciale wegen. Over gemeentelijke wegen zegt het besluit niets.
In de onmiddellijke nabijheid van het plangebied zijn geen inrichtingen aanwezig die in de uitoefening van hun activiteiten beperkt zullen worden ten gevolge van de planontwikkeling.
Tevens zijn er in de naaste omgeving geen inrichtingen aanwezig waarvan de hindercirkels tot binnen het plangebied reiken.
Met betrekking tot externe risico's kunnen worden onderscheiden:
Inrichtingen en activiteiten die gevaar opleveren, bijvoorbeeld inrichtingen vallend onder het Bevi, zijn in de naaste omgeving van het plangebied niet aanwezig.
Het plangebied ligt niet binnen de invloedszone van een route gevaarlijke stoffen. Ook liggen er in de naaste omgeving geen hogedrukaardgasleidingen.
De bestemming wordt gewijzigd van woondoeleinden naar maatschappelijk. Het nieuwe gebruik wonen met 24-uurs zorg wordt niet gevoeliger dan het huidige gebruik wonen. Er wordt maximaal 25 m2 bijgebouwd op het achterterrein, deze uitbreiding betreft een uitbreiding van de woonkamer met een maximale diepte van 2,50 meter.
Voor deze bestemmingsplanwijziging/herziening is geen bodemonderzoek nodig, omdat
Daarom zullen er zover het de bodem betreft geen bijzondere financiële of milieutechnische problemen bestaan. Voor deze bestemmingsplanwijziging geldt dat geen bodemonderzoek uitgevoerd dient te worden om te toetsen of de bodem geschikt is voor de gewenste ontwikkeling.
De klimaatverandering noopt tot aanpassingen in ruimtelijke ontwikkelingen. De Gemeenteraad van Nijmegen heeft haar visie hierop in het actieplan klimaat 2008-2012 van de gemeente Nijmegen vastgelegd. Voor utiliteitsbouw en woningbouw liggen kernpunten bij terugdringen van de CO2 uitstoot en aanpassing aan veranderde weersomstandigheden.
Het uitbreiden van het voor het bouwplan noodzakelijke EPC-onderzoek tot een energiescan, waarbij zowel warmtevraag als koelingbehoefte en de inzet van collectieve systemen onderzocht worden, kan de bijdrage van dit project aan deze doelstelling in beeld brengen.