Plan: | Chw-bestemmingsplan Nijmegen Kanaalhavens - 7 (Waal Energie) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP10007-VG01 |
het bestemmingsplan Chw-bestemmingsplan Nijmegen Kanaalhavens - 7 (Waal Energie) met identificatienummer NL.IMRO.0268.BP10007-VG01 van de gemeente Nijmegen;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
de gemeentelijk (beleids)archeoloog of een andere door het College van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologie;
terrein dat is aangewezen als beschermd monument door het college van burgemeester en wethouders op basis van artikel 1 lid 1 van de Erfgoedverordening 2021, alsmede op basis van artikel 11 Monumentenwet 1988;
diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie;
een verslag vervat in rapportvorm van een archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden;
de kans op archeologische vondsten of informatie;
Onder archeologische waarden wordt verstaan:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
rechtspersoon die is opgericht met als doel het beheer van de gronden en die houder is van alle vergunningen, waaronder de natuurvergunning op grond van de Wet natuurbescherming;
beperkt kwetsbare gebouwen als bedoeld in bijlage VI van het Besluit kwaliteit leefomgeving;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bestuursorgaan dat wettelijk bevoegd is tot het nemen van een besluit;
de biologisch afbreekbare fractie van producten, afvalstoffen en residuen van biologische oorsprong uit de landbouw – met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen -, de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, met inbegrip van de visserij en de aquacultuur alsmede de biologisch afbreekbare fractie van industrieel en huishoudelijk afval, hieronder niet begrepen biogas;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop, ingevolge de regels, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing/ activiteiten is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect, met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een gebied waarbinnen de hittestraling door een plasbrand of fakkelbrand hoger kan zijn dan 10 kW per m2;
een brandstof van natuurlijke bronnen die constant worden aangevuld, niet zijnde biomassa;
energie van natuurlijke bronnen die constant worden aangevuld, niet zijnde biomassa;
het overslagpunt naar een centrale distributie van goederen op voertuigen met zero emissie;
(complex van) bedrijfsgebouw(en) voor grootschalige elektriciteitsopwekking met de daarbijbehorende andere gebouwen, bouwwerken en werken, zoals kantoorgebouwen;
kantoren, laboratoria, research & development en activiteiten in het kader van training, communicatie en opleiding ten dienste van (of gerelateerd aan) de andere toegelaten activiteiten;
de overgang van het gebruik van fossiele energie naar energie uit duurzame energie;
een gebied waarbinnen de overdruk door een explosie hoger kan zijn dan 10 kPa (0,1 bar) of waar de hittestraling door een BLEVE (boiling liquid expanding vapour explosion = (kokendevloeistof-gasexpansie-explosie)) hoger kan zijn dan 35 kW per m2;
energie uit steenkool, aardolie en aardgas;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
een woning, ander geluidsgevoelig gebouw of geluidsgevoelig terrein als bedoeld in de Wet geluidhinder;
voorzieningen ter reductie van de geluidbelasting, zoals geluidswallen, geluidschermen en daarmee naar aard en omvang vergelijkbare bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
elektriciteitsproductie met een of meer elektriciteitsproductie-installaties en de daarmee verbonden werken en infrastructuur, uitgezonderd elektriciteitsproductie-installaties die elektriciteit opwekken door biomassa, kolen, geothermie en splijting of versmelting van atoomkernen en uitgezonderd elektriciteitsproductie-installaties die elektriciteit opwekken door middel van windenergie;
wind, zonne-energie, omgevingslucht-, oppervlaktewater- en aardwarmte, energie uit de oceanen, waterkracht, stortgas, rioolwaterzuiveringsgas en biogas;
hexagoon als bedoeld in het rekeninstrument AERIUS (zie www.aerius.nl);
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
productie-installatie die elektriciteit kan opwekken met hernieuwbare energiebronnen en eventueel niet-hernieuwbare energiebronnen, met inbegrip van elektriciteit die is/wordt opgewekt met hernieuwbare energiebronnen en die wordt gebruikt voor accumulatiesystemen, en met uitzondering van elektriciteit die afkomstig is van accumulatiesystemen;
de standaardnorm die door de beroepsgroep van archeologen wordt gehanteerd voor de uitvoering van archeologisch onderzoek.
kwetsbare gebouwen als bedoeld in bijlage VI van het Besluit kwaliteit leefomgeving;
normaal onderhoud en beheer betreft het onderhoud en beheer, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden die tot de betreffende bestemming behoren, waaronder tevens begrepen:
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, warmte, drinkwater en telecommunicatiediensten, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling;
objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of energiecentrale, hoogspanningsstation of een waterkering, voor zover die objecten wegens de aard van de calamiteit die bij een ongeval kan voorkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval;
activiteit waarvoor maximaal 25% van de oppervlakte van een bouwperceel als zodanig mag worden gebruikt;
onder maaiveld;
een geluidbron, bestaande uit deelbronnen die regelmatig zijn verdeeld over een bepaald oppervlak, waarbij een zekere bronhoogte en brondichtheid wordt aangehouden;
het gelegenheid bieden om de auto te parkeren en over te stappen op een (gefaciliteerde) fiets;
de grens van een bouwperceel;
Het document dat is opgesteld op basis van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie waarin wordt aangegeven op welke wijze archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Een Programma van Eisen behoeft altijd goedkeuring door het college van burgemeester en wethouders:
de situatie waarbij de voor de geluidproductie relevante omstandigheden kenmerkend zijn voor een bedrijfsvoering conform de maximaal vergunde capaciteit;
gedeelte van een vaarweg dat feitelijk door de scheepvaart kan worden gebruikt;
gedeelte van de openbare ruimte dat hoofdzakelijk is bestemd en is ingericht voor langzaam verkeer, doch in ondergeschikte mate tevens fungerend als erftoegangsweg;
bedrijvigheid die voor goederenoverslag of productieactiviteiten afhankelijk is van een vestigingslocatie direct aan vaarwater met een kade;
bedrijvigheid die voor goederenoverslag of productieactiviteiten mede afhankelijk is van een vestigingslocatie in de directe nabijheid van een kade;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede water aan- en/of afvoer, waterberging en waterkwaliteit;
een ruimte welke door de aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van administratieve en/of ontwerptechnische arbeid, al dan niet met een ondergeschikte baliefunctie.
Dit bestemmingsplan met verbrede reikwijdte is gericht op:
In dit plan wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, dakkapellen, lucht- en liftkokers, (brand)trappen, zonnepanelen, andere technische ruimten en/of technische constructies, hekwerken, luifels, balkons en antennes;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de buitenwerks gemeten oppervlakte van de verticale projectie van alle in een nader aan te geven gebied aanwezige, al dan niet ondergrondse, bouwwerken, met uitzondering van ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals pompputten, luifels en balkons;
de plaats vanwaar in het kader van dit bestemmingsplan de hoogte wordt gemeten als bedoeld “bouw- en goothoogte” en als volgt bepaald:
De beschikbare geluidruimte wordt als volgt berekend: de geluidproductie van een activiteit op een kavel wordt teruggerekend naar oppervlaktebronnen met een bronsterkte in dB(A)/m2. Deze oppervlaktebronnen emitteren geluid volgens het spectrum industrielawaai, hebben een hoogte van 2 m boven het plaatselijk maaiveld en een verdeling van ten minste één deelbron per 5 m in de x en y richting (per 25 m2 een deelbron).
De individuele geurbelasting en de cumulatieve geurbelasting worden als volgt bepaald:
Binnen Bedrijventerrein zijn de volgende activiteiten toegestaan:
De activiteiten als genoemd in 7.1 onder a t/m i zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - beheerorganisatie' uitsluitend toegestaan, indien een beheerorganisatie is opgericht en deze uitvoering geeft aan de regels van dit bestemmingsplan.
Indien een energiecentrale als bedoeld in 7.1 onder a wordt gebouwd, dan is dit uitsluitend toegestaan in de vorm van een hybride centrale, waarbij de mogelijkheid bestaat om deze tenminste te laten functioneren op fossielvrije waterstof dan wel een andere duurzame brandstof.
De in 7.7 genoemde gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd, indien voldaan wordt aan de volgende technische bouwregel:
Voor de inrichting van het terrein als weg en/of als groenzone, alsmede voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende voorwaardelijke verplichtingen:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning (bestemmingsplanactiviteit) afwijken van de maatvoering genoemd in 7.2.4 ten behoeve van de voorwaardelijke verplichting die geldt voor de inrichting, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Voor het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de activiteiten in artikel 7.1 gelden de volgende voorwaarden:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan:
Het bevoegd gezag kan voor het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de activiteiten in artikel 7.1 met een omgevingsvergunning (bestemmingsplanactiviteit) als volgt afwijken van de voorwaarden in artikel 7.4:
Voor het bouwen van bouwwerken voor de activiteiten in artikel 7.1 gelden de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan voor het bouwen van bouwwerken voor de activiteiten in artikel 7.1 met een omgevingsvergunning (bestemmingsplanactiviteit) als volgt afwijken van de voorwaarden in artikel 7.7:
Burgemeester en wethouders mogen, op grond van het besluit van de gemeenteraad ex artikel 7c lid 13 Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet de voorwaarden in artikel 7.4 onder c wijzigen, als de programmering van werklocaties in regionaal verband daartoe aanleiding geeft, en mogen de toegestane maximale oppervlaktes daarmee in overeenstemming brengen, mits wordt voldaan aan de overige voorwaarden behorende bij de programmering als hiervoor bedoeld.
Binnen Groen zijn de volgende activiteiten toegestaan:
Voor het bouwen van bouwwerken voor de activiteiten in artikel 8.1 gelden de volgende voorwaarden:
De voor Leiding - Hoogspanning aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor aanleg, instandhouding en/of bescherming van een ondergrondse hoogspanningsleiding.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen.
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de belangen van de leiding(en) hierdoor niet onevenredig worden geschaad.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en) omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de belangen van de leiding(en) niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het is verboden op of in de in artikel 9.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Het in artikel 9.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en) omtrent de vraag of door de uitvoering van de voorgenomen werken en werkzaamheden de belangen van de leiding(en) niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
De voor Waarde - Archeologie 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd.
Het bouwverbod als opgenomen in 10.2.2 geldt niet indien wordt voldaan aan één van onderstaande voorwaarden:
De uitzonderingen genoemd in 10.2.3 a t/m d gelden niet indien er een archeologische monumentenzorgcyclus (AMZ-cyclus) als opgenomen in Bijlage 2 AMZ-cyclus is opgestart middels archeologisch vooronderzoek, bestaande uit bureauonderzoek en/of inventariserend veldonderzoek, conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.2 voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen.
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek of anderszins is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. Aan een omgevingsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden zoals:
Het is verboden op of in de in lid 10.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Het in lid 10.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden indien aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
Het bepaalde in 10.4.2 geldt niet indien er een archeologische monumentenzorgcyclus (AMZ-cyclus) is opgestart middels archeologisch vooronderzoek, bestaande uit bureauonderzoek en/of inventariserend veldonderzoek, conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 10.4.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover op grond van archeologisch onderzoek of anderszins is aangetoond dat de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door:
De voor Waarde - Archeologie 4 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd.
Het bouwverbod als opgenomen in 11.2.2 geldt niet indien wordt voldaan aan één van onderstaande voorwaarden:
De uitzonderingen genoemd in 11.2.3 a t/m d gelden niet indien er een archeologische monumentenzorgcyclus (AMZ-cyclus) als opgenomen in Bijlage 2 AMZ-cyclus is opgestart middels archeologisch vooronderzoek, bestaande uit bureauonderzoek en/of inventariserend veldonderzoek, conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
In afwijking van het bepaalde in 11.2.3 geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - voorwaardelijke verplichting archeologie' dat het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde uitsluitend toegestaan als op grond van archeologisch onderzoek of anderszins is aangetoond dat de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. De in lid 11.3.3 genoemde Adviesprocedure voor afwijkingen is van overeenkomstige toepassing.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.2 voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen.
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek of anderszins is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. Aan een omgevingsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden zoals:
Het is verboden op of in de in lid 11.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Het in lid 11.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden indien aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
Het bepaalde in 11.4.2 geldt niet indien er een archeologische monumentenzorgcyclus (AMZ-cyclus) is opgestart middels archeologisch vooronderzoek, bestaande uit bureauonderzoek en/of inventariserend veldonderzoek, conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 11.4.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover op grond van archeologisch onderzoek of anderszins is aangetoond dat de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.
In afwijking van het bepaalde in 11.4.2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - voorwaardelijke verplichting archeologie' dat het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, uitsluitend is toegestaan als op grond van archeologisch onderzoek of anderszins is aangetoond dat de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. De in lid 11.4.5 genoemde Adviesprocedure is van overeenkomstige toepassing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door:
De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het in stand houden van, het beheer, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende voorzieningen zoals kunstwerken, dijksloten en andere waterstaatswerken.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming Waterstaat - Waterkering uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12.2.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen.
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien het belang van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 12.2.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de waterbeheerder(s) omtrent de vraag of door voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - geluidsreservering 1', 'overige zone - geluidsreservering 2', 'overige zone - geluidsreservering 3' en 'overige zone - geluidsreservering 4' zijn behalve voor de daar toegelaten bestemming(en), mede bestemd voor het verdelen van de totale beschikbare geluidruimte in het plan.
Het bevoegd gezag kan ter bescherming van de beschikbare geluidruimte nadere eisen stellen aan:
Onder gebruik van de gronden in strijd met de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - geluidsreservering 1', 'overige zone - geluidsreservering 2', 'overige zone - geluidsreservering 3' en 'overige zone - geluidsreservering 4' wordt in ieder geval begrepen:
beschikbare geluidruimte | dagperiode in dB(A)/m² |
avondperiode in dB(A)/m² |
nachtperiode in dB(A)/m² |
overige zone - geluidsreservering 1 | 60 | 55 | 50 |
overige zone - geluidsreservering 2 | 60 | 55 | 50 |
overige zone - geluidsreservering 3 | 53 | 52 | 48 |
overige zone - geluidsreservering 4 | 65 | 65 | 65 |
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning (bestemmingsplanactiviteit) als volgt afwijken van de voorwaarden in artikel 13.4:
Burgemeester en wethouders mogen, op grond van het besluit van de gemeenteraad ex artikel 7c lid 13 Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet de voorwaarden in artikel 7.4 onder c de regels en/of verbeelding als volgt wijzigen:
mits:
Bij het verrichten, oprichten, wijzigen of uitbreiden van een activiteit waarbij geuremissies naar de lucht plaatsvinden, wordt voldaan aan:
Bij het verrichten, oprichten, wijzigen of uitbreiden van een activiteit waarbij geuremissies naar de lucht plaatsvinden, wordt voldaan aan de regels voor geur vanuit de inrichting, waarbij het voorliggende plangebied als één inrichting wordt beschouwd, in:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning (bestemmingsplanactiviteit) afwijken van de waarden als bedoeld in artikel 14.1, onder de volgende voorwaarden:
Voor de toepassing van dit artikel wordt als één activiteit beschouwd:
Met het oog op beperking van stikstofdepositie kan het bevoegd gezag een nadere eis stellen aan een op grond van Artikel 4 gemelde activiteit, op het gebied van de inzet van verschoningstechnieken of het nemen van andere maatregelen.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - stikstofdepositie containeroverslag' mag de stikstofdepositie niet meer bedragen dan de bestaande, rechtens toegelaten stikstofdepositie conform de ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan verleende en onherroepelijke vergunning als bedoeld in artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998 en/of artikel 2.7 lid 2 Wet natuurbescherming, d.d. 11 januari 2010, zaaknummer 2009-011901 en opgenomen in Bijlage 3 Nb-vergunning BCTN, waarbij CTN inmiddels BCTN is.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - stikstofdepositie energiecentrale en uitgeefbare kavels' mag de stikstofdepositie niet meer bedragen dan de bestaande, rechtens toegelaten stikstofdepositie conform de ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan verleende en onherroepelijke vergunning als bedoeld in artikel 2.7 lid 2 Wet natuurbescherming, d.d. 20 november 2023, met kenmerk 2022-007962 en opgenomen in Bijlage 4 Wnb-vergunning Waal Energie.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - windturbine' liggen binnen de 10-6 per jaar PR-contour als gevolg van een windturbine. Ter plaatse zijn de gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor:
In afwijking van het bepaalde in de binnen deze aanduiding voorkomende bestemmingen geldt dat, ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - windturbine', nieuwe kwetsbare objecten niet zijn toegestaan.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - windturbine' liggen binnen de 10-5 per jaar PR-contour als gevolg van een windturbine. Ter plaatse zijn de gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor:
In afwijking van het bepaalde in de binnen deze aanduiding voorkomende bestemmingen geldt dat, ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - windturbine', kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten niet zijn toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - middeleeuwse kern' geldt in de bouwregels niet de tenzij-bepaling 'het bouwplan is gesitueerd tot maximaal 3 meter uit de fundering van een bestaand gebouw', als opgenomen in de betreffende archeologische dubbelbestemming, te weten in sub b van de artikelen 10.2.3 en 11.2.3.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Overige zone - zoekgebied parkeren' zijn de gronden aangeduid als zoekgebied voor parkeren.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 18.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Chw-bestemmingsplan Nijmegen Kanaalhavens - 7 (Waal Energie).