3.1 Rijksbeleid
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012)
De
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is in het voorjaar van 2012
vastgesteld. De Structuurvisie vervangt een groot aantal verschillende
beleidsnota's op het gebied van ruimte en mobiliteit zoals de Nota
Ruimte (2006), Structuurvisie Randstad 2040 en de Structuurvisie voor
de snelwegomgeving (2008). Door onder andere nieuwe politieke accenten,
veranderende economische omstandigheden, klimaatverandering en
toenemende regionale verschillen zijn de vigerende beleidsdocumenten
gedateerd.
De
visie heeft als doel dat Nederland in 2040 concurrerend, bereikbaar,
leefbaar en veilig is. Daarbij gaat de visie uit van het 'decentraal,
tenzij..' principe. Hiermee wordt de ruimtelijke ordening in toenemende
mate neergelegd bij gemeenten en provincies. Een
rijksverantwoordelijkheid kan aan de orde zijn indien: een onderwerp
nationale baten en/of lasten heeft en de doorzettingskracht van
provincies en gemeenten overstijgt; over een onderwerp internationale
verplichtingen of afspraken zijn aangegaan; een onderwerp provincie- of
landsoverschrijdend is en ofwel een hoog afwentelingsrisico kent ofwel
in beheer bij het Rijk is.
Nederland concurrerend
Nederland
heeft een goede ruimtelijke economische structuur voor een excellent
vestigingsklimaat voor bedrijven en kenniswerkers. Dit betekent onder
andere een uitstekende internationale bereikbaarheid van stedelijke
regio's en optimale (logistieke) verbindingen van de mainports
Rotterdam en Schiphol, de brainport Zuidoost Nederland en de greenports
met Europa en de rest van de wereld.
Nederland bereikbaar
De
groei van mobiliteit over de weg, spoor en vaarwegen zal worden
gefaciliteerd. De ambitie is dat gebruikers beschikken over optimale
ketenmobiliteit via multimodale knooppunten en door goede afstemming
van infrastructuur en ruimtelijke ontwikkeling.
Nederland leefbaar en veilig
De
woon- en werklocaties in steden en dorpen moeten aansluiten op de
kwalitatieve vraag en de locaties voor transformatie en
herstructurering worden zo veel mogelijk benut. Waterveiligheid en
beschikbaarheid van voldoende zoetwater heeft ruimte nodig en stelt
eisen aan de stedelijke ontwikkeling. Nederland behoudt haar unieke
cultuurhistorische waarden en heeft een natuurnetwerk dat de flora- en
faunasoorten in stand houdt. Het aandeel duurzame energiebronnen zal
moeten toenemen.
Om
een zorgvuldig gebruik van de schaarse ruimte te bevorderen, wordt een
ladder voor duurzame verstedelijking geïntroduceerd. Dat betekent
voor alle ruimtelijke plannen:
- eerst kijken of er vraag is naar een bepaalde nieuwe ontwikkeling;
- vervolgens kijken of het bestaande stedelijk gebied of bestaande bebouwing kan worden hergebruikt;
- mocht nieuwbouw echt nodig zijn, dan altijd zorgen voor een optimale inpassing en bereikbaarheid.
Planspecifiek
Het plangebied
betreft bestaand stedelijk gebied, waarin een nieuwe
ruimtelijke ontwikkeling wordt voorzien. Derhalve dient het plan
getoetst te worden aan de Ladder voor duurzame verstedelijking. In
toelichting paragraaf 3.2 wordt verantwoordt dat de herontwikkeling van de locatie past binnen de uitgangspunten van de Ladder.
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) is eind
december 2011 met uitzondering van enkele onderdelen in werking
getreden. Het Barro omvat regels waar bestemmingsplannen aan moeten
voldoen voor alle ruimtelijke rijksbelangen die een juridische
vertaling dienen te krijgen in bestemmingsplannen. Het gaat om kaders
voor onder meer het bundelen van verstedelijking, de bufferzones,
nationale landschappen, de Ecologische Hoofdstructuur, de kust, grote
rivieren, militaire terreinen, mainportontwikkeling van Rotterdam en de
Waddenzee.
In het Barro zijn geen rijksbelangen genoemd die betrekking hebben op het onderhavige plangebied.
Waterbeleid
Waterbeleid voor de 21e eeuw
De
Commissie Waterbeheer 21ste eeuw heeft in augustus 2000 advies
uitgebracht over het toekomstige waterbeleid in Nederland. De adviezen
van de commissie staan in het rapport ‘Anders omgaan met water,
Waterbeleid voor de 21ste eeuw’ (WB21). De kern van het rapport
WB21 is dat water de ruimte moet krijgen, voordat het die ruimte zelf
neemt.
Waterwet
Centraal
in de Waterwet staat een integraal waterbeheer op basis van de
‘watersysteembenadering’. Deze benadering gaat uit van het
geheel van relaties binnen watersystemen. Het doel van de Waterwet
is het integreren van acht bestaande wetten voor waterbeheer. Door
middel van één watervergunning regelt de wet het beheer
van oppervlaktewater en grondwater en de juridische implementatie van
Europese richtlijnen. Via de Waterwet gelden verschillende algemene
regels. Niet alles is onder algemene regels te vangen en daarom is er
de integrale watervergunning.
Nationaal Waterplan
Het
Nationaal Waterplan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de
periode 2016 - 2021 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het
Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen,
beschikbaarheid van voldoende en schoon water en de diverse vormen van
gebruik van water. Het geeft maatregelen die in de periode 2016 - 2021
genomen moeten worden om Nederland ook voor toekomstige generaties
veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt te benutten.
Planspecifiek
3.2 Provinciaal beleid
Omgevingsvisie Gelderland
Op
9 juli 2014 is de Omgevingsvisie Gelderland vastgesteld door
Provinciale Staten van de provincie Gelderland. De Gelderse
omgevingsvisie is een integrale visie, niet alleen op het gebied van de
ruimtelijke ordening, maar ook voor waterkwaliteit en veiligheid,
bereikbaarheid, economische ontwikkeling, natuur en milieu, inclusief
de sociale gevolgen daarvan. De omgevingsvisie is de vervanger van het
streekplan en enkele andere structuurvisies. Om flexibeler in te spelen
op de veranderende behoeften en de regionale verschillen is de
omgevingsvisie via cocreatie tot stand
gekomen.
De
provincie kiest er in de Omgevingsvisie voor om vanuit twee hoofddoelen
bij te dragen aan gemeenschappelijke maatschappelijke opgaven. Deze
zijn:
- een duurzame economische structuur;
- het borgen van de kwaliteit en veiligheid van onze leefomgeving.
Vanuit
de invalshoeken Dynamisch, Divers en Mooi Gelderland zijn ambities
opgenomen om de doelen in de praktijk waar te maken. De strategie van
de provincie om deze doelen te bereiken wordt gevoed door het besef dat
stad en land elkaar nodig hebben. De provincie gaat daarom voor:
- sterke steden,
van belang voor toekomstige aantrekkingskracht, waar kennis zich
samenbalt en waar veel jongeren naar toe trekken, waar ook nu al de
meeste mensen wonen en werken;
- een vitaal
platteland, waar mensen inspelen op grote veranderingen, waar inwoners
zich actief inzetten voor hun gezamenlijke toekomst, een platteland met
een eigen economische kracht en een grote natuurlijke en
landschappelijke waarde, waar kwaliteit en vitaliteit samen op gaan.
In
de omgevingsvisie wordt de ladder voor duurzame verstedelijking
geïntroduceerd. Kwalitatief goede afwegingen bij keuzes voor
nieuwbouw en prioritering bij overcapaciteit in landelijk en stedelijk
gebied zijn belangrijk. De provincie wil en durft te variëren in
het maken van de goede keuzes. Soms is een toevoeging aan het landelijk
gebied een plus die gewenst is. Dit kan zijn op het gebied van
kleinschalig wonen, werken, vrijetijdseconomie, mobiliteit etc. Het
uitgangspunt is wel dat grote ontwikkelingen in of dichtbij stedelijke
gebieden plaatsvinden. De ladder kent zes treden:
- Voorziet de
voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling (= initiatief) in een actuele
lokale of regionale behoefte en hoe verhoudt het initiatief zich met
beleidskaders en -programma's?
- Kan de
aangetoonde behoefte in redelijkheid binnen bestaand stedelijk gebied
worden opgevangen door hergebruik dan wel transformatie van gebouwen?
- Zo niet, kan de
behoefte dan worden opgevangen door benutten van beschikbare gronden
binnen het stedelijk gebied, rekening houdend met o.a.
stedenbouwkundige, ecologische en sociaal-culturele kwaliteiten?
- Zo niet, kan de
behoefte dan worden opgevangen door hergebruik of transformatie van
gebouwen buiten het stedelijk gebied en zijn deze locaties passend
ontsloten? Houd rekening met de ter plekke geldende gebiedskwaliteiten.
- Zo niet, kunnen
passend ontsloten nieuwbouwlocaties die aansluiten op het stedelijk
gebied in de behoefte voorzien? Houd rekening met de ter plekke
geldende gebiedskwaliteiten.
- Zo niet, kunnen
passend ontsloten nieuwbouwlocaties die niet aansluiten op het
stedelijk gebied in de behoefte voorzien? Houd rekening met de ter
plekke geldende gebiedskwaliteiten.
Planspecifiek
De Rijksladder en de Gelderse ladder voor duurzame verstedelijking worden gecombineerd beantwoord.
Ad 1)
Vastgoedmonitor FoodValley regio 2015
Het plangebied maakt onderdeel uit van de Regio FoodValley,
een samenwerkingsverband van acht gemeenten. Op basis van
woningmarktonderzoeken hebben de Provincie Gelderland en de gemeenten
uit de Regio FoodValley afspraken gemaakt over de
woningbouwprogrammering voor de Regio FoodValley. Deze afspraken zijn
opgenomen in het Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019 (KWP3, zie
verderop in deze paragraaf). Tevens is op basis van de
Bevolkingsprognose van de Provincie Gelderland een woningbehoefteraming
opgesteld voor de Regio FoodValley. Uitgaande van het aantal
woningen dat opgeleverd is in de jaren 2013 en 2014 is de
woningbehoefte voor de periode 2015-2025 11.600 woningen voor de
Gelderse gemeenten in de Regio FoodValley. Voor de gemeente Nijkerk
komt de wonnigbehoefte in dezelfde periode uit op 2.000 woningen.
In
de Vastgoedmonitor FoodValley regio 2015 zijn alle harde en zachte
plannen in de regio opgenomen en afgezet tegen de
woningbehoeftecijfers. Alle plannen gezamenlijk in de monitor bieden
vanaf 2015 en verder ruimte voor 23.815 woningen. Bij een gemiddelde
jaarproductie van 1.625 woningen zou dat betekenen dat op basis
van dit aantal de doorlooptijd van plannen 14,7 jaar zou
zijn. Totaal zijn er in ieder geval volgens de monitor voor 2015
en 2016 al voldoende harde plannen om de gemiddelde
meerjarenproductie te halen. Voor de jaren er na is
onvoldoende harde plancapaciteit aanwezig om de productie te kunnen
halen en de woningbehoefte op te kunnen vangen. Derhalve biedt de
herontwikkeling van locatie De Globe de mogelijkheid in de
woningbehoefte te kunnen voorzien. De voorgenomen ontwikkeling voorziet
hier in actuele lokale en regionale behoefte.
Woonvisie 2015+
Uit de woonvisie
2015+ blijkt dat de nieuwbouwambitie van Nijkerk in de periode tot en
met 2030 zo'n 3000 woningen bedraagt. Hiermee wil de gemeente in de
lokale en regionale woningbehoefte voorzien. De crisis op de
woningmarkt heeft geleid tot een beperkte stagnatie in de realisatie
van nieuwbouwwoningen in de afgelopen periode. Tevens is de ambitie de
woningvoorraad op de behoefte aan te sluiten en de vraag en aanbod
op het niveau van de drie kernen van Nijkerk met elkaar
in evenwicht te brengen.
Uit de woonvisie blijkt dat op dit moment een groot deel van de sociale
huurwoningen wordt bewoond door huishoudens met een ‘te
hoog’ inkomen. Er is sprake van zogenaamd scheefwonen. Om aan de
vraag naar sociale huurwoningen te kunnen voldoen, ligt er een opgave
voor de gemeente Nijkerk om de beschikbaarheid van de sociale
huurwoningvoorraad te vergroten. Een strategie om dit te bereiken is
het bevorderen van doorstroming op de woningmarkt middels het bouwen
van aantrekkelijke woningen in de vrije sector. Een andere strategie om
de beschikbaarheid van sociale huurwoningen te vergroten is door de
kernvoorraad te vergroten. Dit door het bouwen van nieuwe sociale
huurwoningen. De herontwikkeling van locatie De Globe draagt met de
bouw van zowel vrije sectorwoningen als sociale huurwoningen bij aan
beide strategieën en dus aan de woonopgave van de gemeente
Nijkerk. De vraag naar woningen in het plangebied is hiermee aanwezig.
Ad 2) Het
pand van de voormalige basisschool De Globe was niet te hergebruiken
voor een woonopgave. Derhalve ligt de locatie vanaf
2014, na de sloop van het voormalige gebouw van basisschool De Globe,
braak. Vanuit ruimtelijk en functioneel oogpunt is het
wenselijk om deze locatie te herontwikkelen naar
woningbouw. Rondom de locatie bevinden zich voornamelijk woningen
en enkele maatschappelijke bestemmingen. Herontwikkeling in de vorm van
woningbouw past geheel in de omgeving.
Ad 3) Het bestaand stedelijk gebied wordt in het Besluit omgevingsrecht gedefinieerd als: bestaand
stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen,
dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca, alsmede de
daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen,
stedelijk groen en infrastructuur. De planlocatie maakt
onderdeel uit van het bestaand stedelijk gebied. Het plangebied ligt
direct aan de Stoutenburgerlaan en J.J.A. Goeveneurlaan en is daarmee
goed ontsloten. Daarnaast is bij de ontwikkeling van een passend
woningbouwplan aansluiting gezocht op de ruimtelijke
structuren van de bestaande bebouwing langs
de Stoutenburgerlaan en Goeveneurlaan.
Uit toetsing aan
de rijksladder blijkt dat de vraag naar woningen aanwezig is en dat
locatie De Globe een geschikte binnenstedelijke locatie is om deze
vraag op te lossen middels herontwikkeling. Gezien de ligging en
huidige inrichting van het plangebied is het wenselijk deze locatie te
herontwikkelen naar woningbouw. Hiermee is de ontwikkeling binnen
de uitgangspunten van de Ladder.
Omgevingsverordening Gelderland
Op
24 september 2014 is de Omgevingsverordening Gelderland vastgesteld
door Provinciale Staten van de provincie Gelderland. De
omgevingsverordening is een uitwerking van de omgevingsvisie. De regels
in de verordening kunnen betrekking hebben op het hele provinciale
grondgebied, delen hiervan of gebiedsgerichte thema's. De
onderwerpen die in de verordening aan de orde komen en
waarvoor regels opgenomen zijn, zijn: wonen, bedrijvigheid,
glastuinbouw, veehouderij, grond- en drinkwater, natuur en landschap,
energie, gebruik gesloten stortplaatsen, grondwaterbescherming met het
oog op de waterwinning, bodem, geluidhinder, vaarwegen, regionaal
waterplan, handelingen in watersystemen, wegen, vervoer gevaarlijke
stoffen en luchtvaart.
Planspecifiek
In
artikel 2.2.1.1 van de omgevingsverordening wordt gesteld dat in een
bestemmingsplan nieuwe woonlocaties en de daar te bouwen woningen
slechts worden toegestaan wanneer dit past in het vigerende door
Gedeputeerde Staten vastgestelde Kwalitatief Woonprogramma
successievelijk de door Gedeputeerde Staten vastgestelde kwantitatieve
opgave wonen voor de betreffende regio. In het vervolg van deze
paragraaf, onder het kopje Woonvisie Gelderland, wordt hier nader op
ingegaan.
Woonvisie Gelderland
Om ontwikkelingen
op de regionale woningmarkt inzichtelijk te maken, heeft de provincie
de ‘Woonvisie Gelderland’ opgesteld. Deze woonvisie bestaat
uit drie delen. Het eerste deel (deel a: Woonbeleid met kwaliteit)
omvat algemene beleidsvoornemens om te komen tot een woonbeleid met
kwaliteit. Het tweede deel, deel b getiteld ‘Anders wonen in de
regio’, is een toespitsing van het algemene deel van de woonvisie
op regionaal niveau. Deel c is een regionaal afsprakenpakket over de
ambities en opgave op het gebied van wonen en is vastgelegd in het
Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019 (KWP3). Het KWP is in formele zin
een streekplanuitwerking.
Deel a: Woonbeleid met kwaliteit
De provincie
Gelderland hanteert het uitgangspunt ‘De juiste woning op de
juiste plaats en op de juiste tijd’. Het betekent dat niet alleen
het aantal woningen dat in een gemeente wordt gebouwd van belang is.
Belangrijker is het in welke kern er wanneer welk soort woning gebouwd
wordt. Dit moet aansluiten op de behoefte van vooral de eigen inwoners
van de gemeente. Veel inwoners willen in hun eigen kern blijven wonen.
Niet alleen wordt aandacht geschonken aan nieuwbouw maar ook aan
doorstroming, aanpassing en renovatie van woningen. De leefbaarheid in
de kernen vormt een belangrijk aandachtspunt.
Deel b: Anders wonen in de regio
Naast het
algemene woonbeleid, zoals hierboven verwoord, wordt in de Woonvisie
Gelderland ook gekeken naar het regionale woonbeleid. De provincie
Gelderland is hierbij verdeeld in zes regio’s. Het
plangebied valt onder de regio de Vallei. Voor regio de Vallei gelden
de volgende belangrijke beleidsopgaven:
- de bouwproductie op korte termijn verhogen;
- met het oog op
de starters beduidend minder woningen in het dure segment en beduidend
meer woningen in het goedkope segment bouwen;
- veel levensloopbestendige of direct voor ouderen geschikte woningen bouwen;
- locaties in of nabij voorzieningencentra bij voorkeur bestemmen voor woningen, geschikt voor ouderen;
- grootschalige
functieveranderingslocaties (transformatie van werken naar wonen) en
andere vrijkomende locaties nabij stedelijke centra zo veel mogelijk
benutten of verdichten om het aanbod aan centrum(stedelijk) wonen te
vergroten;
- meer verscheidenheid in woningtypen creëren, mede met behulp van particulier opdrachtgeverschap.
Deel c: Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019
Voor het
kwalitatief woonprogramma (KWP) is uitgangspunt dat in de periode 2010
tot 2020 in totaal circa 69.000 woningen netto aan de voorraad in
Gelderland worden toegevoegd. Voor de regio de Vallei is dit nader
uitgewerkt in een referentiekader. Het referentiekader geeft het beeld
van de regionale kwalitatieve en kwantitatieve woningbehoefte, voordat
er sprake was van een recessie in de woningmarkt. Deze ontwikkeling zal
naar verwachting het beeld wijzigen richting meer vraag naar
huurwoningen en het betaalbare segment, en minder vraag naar de
duurdere segmenten.
Planspecifiek
Voorliggend
plan voorziet in de toevoeging van 11 grondgebonden woningen in de
kern Hoevelaken. De ontwikkeling sluit aan bij de gedachte om
vrijkomende locaties nabij stedelijke centra zo veel mogelijk te
benutten voor woningbouw. Daarnaast draagt de ontwikkeling
bij aan het realiseren van sociale huurwoningen. Het plan
voldoet daarmee aan het Gelders beleid.
3.3 Gemeentelijk beleid
Structuurvisie Nijkerk-Hoevelaken 2030
Op
30 juni 2011 is de structuurvisie Nijkerk-Hoevelaken 2030 vastgesteld
door de raad van de gemeente Nijkerk. Deze structuurvisie van de
gemeente geeft in grote lijnen aan welke plannen de gemeente Nijkerk
heeft voor de inrichting van de ruimte in de komende jaren met de blik
gericht op 2030.
In
de structuurvisie is op basis van de huidige situatie en verwachte
trends ten aanzien van bevolkingsopbouw, werkgelegenheid, woningmarkt,
economisch profiel, mobiliteit en ruimtelijke ontwikkelingen een visie
geformuleerd voor de gemeente.
In
2030 vormt de gemeente de groene overgang van de Randstad naar de
Veluwe. De kernen hebben zich gericht op de eigen behoefte op het vlak
van wonen, werken en voorzieningen. De woningvoorraad is meegegroeid
met de vraag vanuit de eigen bevolking en er zijn nieuwe,
onderscheidende woonmilieus ontstaan in Nijkerk, terwijl de kernen van
Nijkerkerveen en Hoevelaken zijn afgerond op een wijze passend bij het
omliggende landschap.
In 2030 profileert Nijkerk zich met de unieke combinatie van drie identiteiten die op relatief korte afstand te ervaren zijn:
- Stadse identiteit, waaronder de zone rondom de A28 en in mindere mate de A1;
- Dorpse Identiteit, zoals de dorpskernen van Nijkerkerveen, Hoevelaken en de wijken aan de zuid- en oostkant van Nijkerk;
- Landelijke Identiteit, vooral het buitengebied van de gemeente.
In
de structuurvisie worden op hoofdlijnen vier strategische keuzes
gemaakt ten aanzien van de gewenste ontwikkeling en profilering van
Nijkerk in de regio:
- Drie kernen met eigen cultuur en samenleving;
- Landbouw en Landschap gaan samen;
- Tegengaan van verrommeling in gekoesterde landschappen;
- Ontwikkeling
bedrijventerrein, na ontwikkeling van De Flier en De Driehoek wordt
ruimte voor nieuwe bedrijvigheid gevonden door herstructurering van
Arkervaart Oost.
- Aandachtsgebieden,
gebieden waar juist geen grote plannen of ingrepen worden voorgesteld
(de Holk, de Veenwallen, Slichtenhorst, Beulekamp);
- Sleutelgebieden,
gebieden waar nieuwe ontwikkelingen zijn gepland met specifieke opgaven
die met extra aandacht en inzet richting kunnen geven aan de ambities
van de gemeente.
De volgende afbeelding toont een fragment van de integrale toekomstvisiekaart van de gemeente.
Toekomstvisie - Structuurvisie Nijkerk
Planspecifiek
Het plangebied
ligt nabij het centrum van Hoevelaken. Hoevelaken is een kern
waarin een stadse identiteit wordt nagestreefd. Voor het centrum,
waar het plangebied nabij ligt, wordt gestreefd naar ontwikkeling en
het versterken van het voorzieningencluster. Bij de ontwikkeling
van een passend woningbouwplan is met deze identiteiten rekening
gehouden.
Woonvisie Nijkerk 2015+
In
de woonvisie 2015+ 'samen wonen in Nijkerk', legt de gemeente
Nijkerk haar langetermijnambitie op het gebied van woningbouw vast. De
kern van de ambitie is het tegemoetkomen aan de woonwensen van de
huidige en toekomstige inwoners van Nijkerk. Concreet heeft
Nijkerk drie beleidsambities:
- Voldoende woningen voor de huidige en toekomstige inwoners -
de ambitie van de gemeente Nijkerk is om in de periode tot en met 2030,
3.000 woningen te realiseren. Hiermee wil Nijkerk voorzien in de lokale
en regionale woningbehoefte. Een van de opgaven is voldoende
huurwoningen beschikbaar stellen voor inwoners met een laag
inkomen. Specifiek voor Hoevelaken geldt de doelstelling dat er in
2020 tussen de 565 en 610 beschikbare sociale huurwoningen zijn.
Om er voor te zorgen dat er voldoende sociale huurwoningen beschikbaar
zijn voor de doelgroep, zijn twee oplossingsrichtingen mogelijk:
woningen aan de kernvoorraad toevoegen en de beschikbaarheid van de
kernvoorraad vergroten door doorstroming op gang te brengen.
- Voldoende kwaliteit van de woningvoorraad en de woonomgeving - kwaliteit
van de woningvoorraad gaat over energiegebruik, duurzaam materiaal
gebruik, vormgeving en gebruikskwaliteit. Veiligheid, toegankelijkheid
en een schone leefomgeving dragen bij aan de kwaliteit van de
woonomgeving. De ambitie is dat de woningen en woonomgeving zo lang
mogelijk kan voldoen in de behoefte van de inwoners.
- Voldoende keuzemogelijkheden voor huidige en toekomstige inwoners - naast
zorg dragen voor voldoende kwalitatief aanbod, is ook de
afstemming tussen vraag en aanbod van belang zodat inwoners zelf
te kunnen laten bepalen hoe en waar ze willen wonen. Dit betekent dat
het aanbod transparant moet zijn, maar ook dat vraag en aanbod op
het niveau van de drie kernen met elkaar in evenwicht moet
zijn.
Planspecifiek
De
voorgenomen ontwikkeling voorziet in de realisatie van 11
grondgebonden woningen. Deze ontwikkeling is passend binnen het
nieuwbouwprogramma van de gemeente Nijkerk. Bij de voorbereiding van
voorliggend plan heeft intensief overleg plaatsgevonden over aantallen
woningen/dichtheid/uitstraling binnen het plangebied. Daarnaast
voorziet de ontwikkeling in een woningaanbod dat voldoet aan de
lokale en regionale behoeften: met de herontwikkeling sluit het plan
aan op de Woonvisie 2015+, en hiermee op de behoefte aan sociale
huurwoningen in Hoevelaken. Tevens zorgt voorgenomen
ontwikkeling voor een verbetering van de woonomgeving
doordat een reeds braakliggende locatie middels herontwikkeling
tot woningbouw geheel binnen de omgeving past.
Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP)
Op
26 mei 2011 is het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan vastgesteld.
Deze is tegelijk met de Structuurvisie tot stand gekomen. Het GVVP is
geschreven met de Structuurvisie als overkoepelend kader. Het GVVP
heeft een planhorizon tot 2020, met af en toe een doorkijk naar 2030.
De
ambitie van de gemeente is om goed en veilig bereikbaar te blijven via
zowel de weg als het spoor voor haar bewoners en vanuit haar omgeving.
Daarbij moet de doorstroming op het lokale hoofdwegennet verbeterd en
het sluipverkeer voorkomen worden. De kernen blijven ook de komende
jaren onderling goed met elkaar verbonden en nieuwe ontwikkelingen
worden goed en duurzaam ontsloten op het (lokale) hoofdwegennet.
Nijkerk zet in op het reduceren van het aantal korte ritten met de
auto. Door te investeren in de fiets en in flankerend beleid ten
aanzien van openbaar vervoer wil Nijkerk het gebruik van de fiets en
het openbaar vervoer bevorderen en (subjectief) onveilige locaties
aanpakken. Door het verbeteren van de leefbaarheid in en de
bereikbaarheid van de binnenstad creëert Nijkerk een aantrekkelijk
centrum voor Nijkerk en haar omgeving.
Om
voorgaande ambitie waar te maken zijn voor verschillende vervoerswijzen
doelstellingen en ambities geformuleerd, welke weer in concrete opgaven
zijn vertaald.
Planspecifiek
Voor
de voorgenomen ontwikkeling is het met name van belang dat de
ontwikkeling geen afbreuk doet aan de verkeerssituatie op de
Stoutenburgerlaan en dat er voldoende parkeergelegenheid
gerealiseerd is voor bewoners en bezoekers. In
toelichting paragraaf 4.4 wordt op het aspect verkeer en parkeren nader ingegaan.