| Plan: | Bestemmingsplan Buitengebied, Veenwal 19-21 |
|---|---|
| Status: | ontwerp |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0267.BP0081-0001 |
het bestemmingsplan Bestemmingsplan Buitengebied, Veenwal 19-21 met identificatienummer NL.IMRO.0267.BP0081- 0001 van de gemeente Nijkerk ;
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
beroep of beroepsmatige dienstverlening op administratief, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch en daarmee gelijk te stellen gebied en bedrijfsactiviteiten welke zijn opgenomen in Lijst met bedrijven aan huis dan wel activiteiten die naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de acitviteiten welke zijn opgenomen in Lijst met bedrijven aan huis, niet zijnde horeca en detailhandel;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke, bestaand of vergund op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een op zich zelf staand gebouw, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch en functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
iedere bovenbeeïndiging van een gebouw;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf, in hoofdzaak gericht op:
Tot een horecabedrijf worden ook afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten gerekend;
het anders dan bedrijfsmatig bieden van zorg op fysiek, psychisch en/of sociaal vlak aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving;
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
een bouwlaag, afgedekt door een vloer, die geheel of gedeeltelijk is gelegen beneden peil;
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar-, vlieg- of voertuig, ark of caravan, voorzover dat of die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
de grens van een bouwperceel;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
de bovenste ruimte in een gebouw onmiddellijk onder de kap;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, overstekende daken en andere uitstekende delen van ondergeschikte aard buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de lijn.
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschappelijke waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
| Aanduiding | Waarden: |
| 'overige zone - karakteristieke verkaveling' | Karakteristieke verkaveling |
Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 3.2.1 gelden de volgende regels:
| Bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte |
| Erf- of perceelsafscheidingen | - | 2 |
| Overige bouwwerken | - | 2 |
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 4.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 4.2, gelden de volgende regels:
| Bouwwerken | Max. goothoogte in m | Max. bouwhoogte in m | |
| Woningen | 3,5 | 8 | |
| Bijgebouwen en overkapingen | 3 | 6 | |
| Erf- of perceelsafscheidingen op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijk | - | 2 | |
| Overige erf- of perceelsafscheidingen | - | 1 | |
| Overige andere bouwwerken zoals antenne- en vlaggenmasten | - | 5 | |
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder b, voor het vergroten van de inhoud van een woning inclusief aanbouwen tot maximaal 1.000 m³, mits:
| Inhoud woning | Sloopeis |
| Tot 1.000 m³ | 2 m² sloop voor iedere m3 vergroting |
met dien verstande dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder b, voor het vergroten van de inhoud van een woning inclusief aanbouwen met de aangrenzende deel tot 1000 m3, mits het aantal woningen niet toeneemt.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder b, voor het vergroten van de inhoud van een woning inclusief aanbouwen, tot maximaal 750 m³, indien dat ten behoeve van inwoning en mantelzorg noodzakelijk kan worden geacht.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder f, ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen onder voorwaarde van sloop van bestaande, niet voor bewoning bestemde gebouwen, mits:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder f ten behoeve van het toestaan van een grotere oppervlakte aan bijgebouwen, mits:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder d, voor platafgedekte bijgebouwen en overkappingen tot een maximale gezamenlijke oppervlakte van 150 m2 mits daardoor de waarden als bedoeld in lid 4.1, niet onevenredig worden aangetast.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder h ten behoeve van het herbouwen van de woning op een andere locatie dan de bestaande locatie, met dien verstande dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder g ten behoeve van het verhogen van de goothoogte van de woning, met dien verstande dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder c ten behoeve van het toestaan van een andere dakelling dan is voorschreven in lid 4.2.2 onder c, met dien verstande dat er sprake is van een zorgvuldige landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing door middel van een inrichtings- en beheersplan.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder e ten behoeve van het bouwen van:
met dien verstande dat er sprake is van een zorgvuldige landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing door middel van een inrichtings- en beheersplan.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van het toestaan van 25 kampeermiddelen, met uitzondering van stacaravans, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - nevenactiviteiten' in de periode van 15 maart t/m 31 oktober, waarbij de volgende bepalingen gelden:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1, ten behoeve van het gebruiken van bestaande voormalige agrarische bedrijfsgebouwen voor opslag en stalling, met inachtneming van de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van het vergroten van de vloeroppervlakte van aan huis verbonden beroep of bedrijf en het toestaan van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of bedrijf in bijgebouwen, mits de woonfunctie in overwegende mate wordt behouden en onder de voorwaarden dat:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van behoudenswaardige archeologische waarden.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.1 met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels en de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de in lid 5.1 genoemde gronden is het verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De werken of werkzaamheden, waarvoor het verbod van sublid 5.4.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar, indien op basis van archeologisch onderzoek en/of naar het oordeel van een archeologisch deskundige namens de gemeente is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad of mogelijk schade kan worden voorkomen door aan de vergunning regels te verbinden gericht op:
Het in 5.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing, indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening dit plan te wijzigen door:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Onder gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd binnen de volgende grenzen het plan te wijzigen, voorzover daaraan behoefte blijkt te bestaan: het wijzigen van grenzen van bestemmingsvlakken zodanig, dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot en de grenzen daarbij met niet meer dan 10 m worden verschoven. Bij het wijzigen mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de belangen en waarden van de betrokken en aangrenzende bestemmingen.
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
Behoudens het bepaalde in lid 11.2, is het verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven andere werken en werkzaamheden uit te voeren:
| Gronden | Werkzaamheden *) | |||||||||
| Met de aanduiding/aanwijzing | a | b | c | d | e | f | g | h | i | j |
| overige zone - karakteristieke verkaveling | - | + | - | + | - | + | - | + | - | - |
| *) de onderstaande letters worden hierna verklaard; In de tabel is: + = aanlegvergunning vereist - = toegestaan (zonder omgevingsvergunning) |
||||||||||
a scheuren grasland, incl. graslandverbetering
b aanleggen en verharden van wegen en parkeerterreinen (> 60 m2)
c egaliseren, ophogen, afgraven van gronden
d dempen van sloten, drainage, graven en reconstructie van watergangen
e aanleg ondergrondse leidingen
f vellen een rooien van houtopstanden (uitgezonderd fruitbomen)
g diepploegen (dieper dan 30 cm onder het maaiveld)
h bebossen en beplanten met houtopstanden / aanleg boomkwekerijen en sierteelt
i verbouwen van mais
j aanleg van lichtmasten
Het in lid 11.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 11.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, danwel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,
Alvorens een vergunning te verlenen als bedoeld in lid 11.1, wint het bevoegd gezag advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige, ingeval ze advies nodig achten.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Bestemmingsplan Buitengebied, Veenwal 19-21 .