In het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) is geregeld dat er bij voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen in de buurt van een EV-risicobron een risico-analyse (qra) moet worden uitgevoerd. Uit de qra (zie bijlage bij het BP) “Verlegging W-502-02-KR-001 t.h.v. Amersfoortseweg, risicoberekeningen W-502-02-KR-001 i.v.m. ontwikkeling spoorwegkruising” van adviesgroep Save d.d. 2 juni 2014 in opdracht van de gemeente Nijkerk blijkt het volgende ten aanzien van:
het plaatsgebonden risico, PR 10-6:
Er is geen sprake van een plaatsgebonden risico PR 10-6 rondom deze gasleiding. Er zijn dus geen beperkingen ten aanzien van de aanwezigheid van gebouwen/woningen rondom deze gasleidingen.Wel moet de bebouwingsvrije zone van 5 meter aan weerszijden van deze leiding in acht worden genomen: hier mag ook niet worden gebouwd. Ook bij de verlegging van de gasleiding treden hier geen knelpunten op: de woningen vlak bij de tunnel liggen ook dan nog op meer dan 5 meter afstand van de gasleiding;
het groepsrisico (GR):
Zowel in de oude (0,288) als in de nieuwe situatie (0,294) is de oriënterende waarde (het groepsrisico) ruim onder de norm van 1,0; de toename is ook zeer gering. Dit is te verklaren, doordat er relatief een lage personendichtheid rondom de leiding aanwezig is. Er zijn wel enkele woningen aanwezig die nu dichter bij de gasleiding komen te liggen, waardoor het groepsrisico gering toeneemt, maar de norm niet overschrijdt. Vanwege deze GR-toename moeter een verantwoording van het groepsrisico worden opgesteld en deze wordt hieronder uitgewerkt.
Onderdelen (uitgebreide) verantwoording groepsrisico
Aanwezige dichtheid van personen
In de vermelde qra is in tabel 3.2 en in figuur 3.1 te zien op pagina 6 van welke personendichtheden is uitgegaan en in welke gebieden rondom het invloedsgebied van de gasleiding deze dichtheden gelden. Het uiteindelijke resultaat qua personendichtheid is samengesteld uit een berekening van deze afzonderlijke deelgebieden/vlakken (nr 1 tm 8). Voor een deel zijn deze aannames gebaseerd op de handleiding verantwoording groepsrisico, maar ook is gebruik gemaakt van de qra die is opgesteld in het kader van de actualisatie van het onderliggende bestemmingsplan Nijkerk 2 in 2011.
Hoogte van het groepsrisico GR
Zoals hierboven al is gemeld blijft het GR ruim onder de norm van 1,0; in de oude situatie is het GR 0,288 en in de nieuwe situatie 0,294.
Maatregelen ter beperking van het GR door inrichtingshouder
De Gasunie is als eigenaar van de gasleiding betrokken bij deze verlegging van de gasleiding; binnen de infrastructurele randvoorwaarden bij de aanleg van de tunnel heeft de Gasunie gekozen voor de meest optimale variant.
Maatregelen ter beperking van het GR in besluit/milieuvergunning
De Gasunie zal via inspectie en onderhoud en beheer van haar leidingen, zorgen voor een zo veilige mogelijke situatie; aangezien zij eigenaar zijn van deze gasleiding is dit ook hun wettelijke taak en is daarmee geborgd dat de maatregelen ter beperking van het GR worden uitgevoerd.
Voorschriften ter beperking GR door bevoegd gezag
Dit punt heeft overlap met punt D: De Rijksoverheid ziet er op toe dat de Gasunie aan haar verplichtingen zal voldoen, ondermeer via het betreffende inspectie onderdeel.
Voor- en nadelen van andere mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen meteen lager GR
Gezien de randvoorwaarden bij de aanleg van deze tunnel is onderzocht in hoeverre de verlegging van de gasleiding hierbij zo goed en veilig mogelijk kon worden ingepast: een zeer geringe toename van het GR was onvermijdelijk, maar tegelijk is deze toename ook goed te verantwoorden. Er is in dit geval geen sprake van ruimtelijke ontwikkelingen in de zin van woningbouw etc in de buurt van een gasleiding. Daarom zijn er ook geen andere woningbouwlocaties onderzocht met een mogelijk lager GR, die op een grotere afstand liggen van deze gasleiding.
Mogelijkheden en maatregelen ter beperking GR in nabije toekomst
In het betreffende BP Nijkerk 2 is deze gasleiding ook al vermeld en onderzocht qua externe veiligheid en is er een verantwoording groepsrisico opgesteld. In dit bestemmingsplan voor de aanleg van de tunnel is de gewijzigde ligging van de gasleiding wederom onderzocht en verantwoord.In de nabije toekomst zal bij de verdere ontwikkeling van het naastgelegen (ten zuid westen) Spoorkamp 1 rekening gehouden moeten worden met deze gasleiding ;hiervoor zal een onderzoek worden uitgevoerd. Verder is er geen woningbouw te verwachten in het gebied direct rondom de tunnel; wel is het mogelijk dat er in het gebied Het Spaanse Leger ten noordoosten van de tunnel in de toekomst extra woningen geplaatst zullen worden; hier zal ook vooraf een qra worden uitgevoerd om de situatie qua externe veiligheid in beeld te brengen en geen onverantwoorde beslissingen te nemen.
Bestrijdbaarheid
Het advies van de veiligheidsregio gelderland midden (vggm) is om:
- De bluswatervoorzieningen rondom de tunnel te optimaliseren;
- Het waarschuwings- en alarmeringssysteem (WAS) te controleren en in overleg met de vvgm eventueel uit te breiden;
- Ook bij bestemmingsplannen aangrenzend aan dit plangebied van de tunnel zo mogelijk maatregelen nemen om het groepsrisico te beperken, bijvoorbeeld door de woningen na ev onderzoek op grotere afstand te plaatsen of in een minder hoge dichtheid;
- De best beschikbare technieken toe te passen; hiervan maakt de Gasunie gebruik
Zelfredzaamheid
Een fakkelbrand van een gasleiding kan leiden tot een zeer snelle incidentontwikkeling met veel potentiele slachtoffers en grote schade aan omliggende gebouwen en ook secundaire branden. Bij een dergelijk incident zijn de aanwezigen in het effectgebied aangewezen op hun eigen zelfredzaamheid en een goede inrichting van hun omgeving: vluchten moet mogelijk zijn van de bron af en dat is het geval.Het aantal slachtoffers kan leiden tot een overschrijding van de medische hulpcapaciteit. De gasunie zal de leiding zsm moeten afsluiten, omdat deze brand niet te blussen is als de aanvoer van gas doorgaat;de hulpverlening richt zich intussen meer op het verzorgen van de mogelijke gewonden die op grotere afstand van de brand zich bevinden.
Middels risico communicatie kunnen de aanliggende bewoners en de gebruikers van de openbare ruimte (de tunnel) geinformeerd worden over de risico’s qua externe veiligheid van het wonen naast, respectievelijk bij gebruik van de tunnel, ingeval zich een incident in deze tunnel plaatsvindt als gevolg van de hier aanwezige gasleiding. Hiermee wordt de zelfredzaamheid verhoogd.