direct naar inhoud van 4.5 Archeologie en Cultuurhistorie
Plan: Colenbranderstraat/Hogenhof
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0054-0001

4.5 Archeologie en Cultuurhistorie

4.5.1 Archeologie

Algemeen
In 2006 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg van kracht geworden. In het kader hiervan dient een gemeente ruimtelijke planvorming te toetsen op archeologische waarden. Indien potentiƫle archeologische waarden worden verstoord, dient hier nader onderzoek naar te worden verricht. Om de effecten van het bestemmingsplan op eventuele archeologische resten in kaart te brengen, is door AV Consulting BV een archeologisch onderzoek en door Vestigia BV een aanvullend booronderzoek uitgevoerd in het plangebied. De onderzoeken zijn opgenomen in de bijlage. Hieronder zijn de belangrijkste conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek weergegeven.

Inventariserend veldonderzoek (IVO)
AV Consulting heeft in januari 2008 een inventariserend veldonderzoek (IVO) uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat het plangebied vermoedelijk gelegen is op de overgang van een hoger gelegen dekzandrug naar een lager gelegen (ten dele verspoelde) dekzandvlakte. Vanwege de ligging van het plangebied in het dekzandgebied, zouden er in principe archeologische resten aangetroffen worden vanaf het Late Paleolithicum tot in de Nieuwe Tijd. Uit het booronderzoek is gebleken dat het plangebied in een zone ligt van verspoelde dekzanden in een relatief lager gelegen deel van het deklandschap. Verstoringen, die eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen hebben vernietigd, zijn in het plangebied niet aangetroffen. Hierdoor is de kans groot dat er archeologische waarden aanwezig kunnen zijn uit de Late Middeleeuwen.

Op basis van de resultaten van het Inventariserend Veldonderzoek is geadviseerd om een vervolgonderzoek uit te laten voeren.

Aanvullend booronderzoek
In maart 2008 heeft Vestigia een aanvullend booronderzoek uitgevoerd. Hieruit is naar voren gekomen dat resten in een verstoorde context aanwezig zijn in het plangebied. Mogelijk is het plangebied in het subrecente verleden uitgevlakt en aangevuld met puinhoudende grond. Vanwege de mate van verstoring zijn er geen aanwijzingen voor behoudenswaardige archeologische waarden. Een nader archeologisch onderzoek wordt als gevolg van het voorgaande niet noodzakelijk geacht.

4.5.2 Cultuurhistorie

Binnen het plangebied zijn geen cultuurhistorische waardevolle elementen aanwezig. In de nabije omgeving van het plangebied komt een aantal monumenten voor. Daarnaast is de Brink cultuurhistorisch waardevol. Onderhavig bestemmingsplan draagt hieraan bij, aangezien de invulling aansluiting zoekt bij het historische karakter van de Brink.

4.5.3 Conclusie

De aspecten archeologie en cultuurhistorie vormen geen belemmering voor het de uitvoering van dit.