direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Struikfoods 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0051-0002

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemeen

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een bedrijf gericht op de vervaardiging van voedingsmiddelen in maximaal categorie 4.2. van de staat van bedrijfsactiviteiten inclusief kantoren;
  • b. een geluidwerende voorziening ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm' (gs);
  • c. uitsluitend opslagdoeleinden en distributiedoeleinden ter plaatse van de aanduiding 'opslag' (op);
  • d. uitsluitend een zuiveringsinstallatie ten behoeve van de bedrijfsvoering ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - zuiveringsinstallatie' (sb-zi);
  • e. uitsluitend een groenstrook ten behoeve van de landschappelijke afscherming van het bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'groen' (g);
  • f. uitsluitend tuinen ter plaatse van de aanduiding 'tuin' (t);
  • g. uitsluitend bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' (bw);

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak, met dien verstande dat in afwijking hierop ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' een gebouw in de vorm van een berging is toegestaan met een maximale bouwhoogte van 3 m;
  • b. bouwhoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte;
  • c. bebouwingspercentage van het bouwvlak maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage, met dien verstande dat als geen sprake is van een aanduiding, het maximum bebouwingspercentage 100% bedraagt.
3.2.2 Bedrijfswoningen

In aanvulling op het bepaalde onder 3.2.1 gelden ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' de volgende bepalingen:

  • a. het maximale aantal bedrijfswoningen is 2;
  • b. de maximale inhoud van de bedrijfswoning bedraagt 600 m3;
  • c. de maximale oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 70 m2 met dien verstande dat de maximale goot- en bouwhoogte respectievelijk 3 en 5 m bedragen.
3.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
  • a. bouwhoogte van bedrijfsinstallaties en licht- en zendmasten maximaal 12 m;
  • b. bouwhoogte van bedrijfsinstallaties ten behoeve van de zuiveringsinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - zuiveringsinstallatie' maximaal 6 m;
  • c. bouwhoogte van de bestaande schoorsteen maximaal 23 m;
  • d. geluidwerende voorzieningen maximaal 5 m;
  • e. bouwhoogte van erfafscheidingen maximaal 2,5 m;
  • f. bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde, maximaal 2 m.
3.2.4 Groenstroken, parkeerterrein en tuinen
  • a. in afwijking van het gestelde in de voorgaande leden geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'groen' en 'tuin' uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan zijn, met een bouwhoogte van maximaal 2 m.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Afwijking aan- of uitbouwen, bijgebouwen en/of overkappingen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. artikel 3.2.1 onder b alsmede artikel 3.2.2 onder c voor het toestaan van een hogere goot- en bouwhoogte, mits de goot- en bouwhoogte maximaal met 1 m worden vergroot;
  • b. artikel 3.2.1 onder c voor het toestaan van een hoger maximum bebouwingspercentage, met dien verstande dat het maximum bebouwingspercentage met ten hoogste 10% wordt verhoogd;
  • c. artikel 3.2.2 onder c voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot maximaal 50 m2;
  • d. artikel 3.2.3 onder c voor het verhogen van de bestaande schoorsteen.
3.3.2 Vereisten afwijking

Afwijking als bedoeld in artikel 3.3.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
3.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
3.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  • a. bewoning van bedrijfsruimten, met uitzondering van de bedrijfswoningen die zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. bedrijven als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht ;
  • c. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  • d. vuurwerkbedrijven;
  • e. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C van het Besluit m.e.r.;
  • f. detailhandel.