direct naar inhoud van 5.10 Externe veiligheid
Plan: Hoevelaken-Noord, Westerdorpsstraat 54a
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0032-0003

5.10 Externe veiligheid

5.10.1 Algemeen

Door de gemeente Nijkerk is veiligheidsbeleid vastgesteld. Bij het realiseren van ruimtelijke plannen wordt rekening gehouden met de in dit veiligheidsbeleid vastgestelde uitgangspunten.

De risico's, gevaarbronnen binnen, maar ook in de nabijheid, van het plangebied zijn geïnventariseerd. Beoordeelde gevaarsbronnen kunnen bedrijven zijn maar ook transportroutes over de weg, rail of vaarwater en buisleidingen.

Beoordeeld is of wordt voldaan aan de grenswaarden voor het plaatsgebonden (individueel) risico en de hoogte van het groepsrisico ten opzichte van de oriënterende waarde. Het besluit "Externe Veiligheid inrichtingen" (BEVI), de regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi), de handreiking verantwoording groepsrisico zijn bij deze beoordeling toegepast. Bedrijven zoals geregistreerd in het "Risico Register Gevaarlijke Stoffen", het RRGS, zijn in de beoordeling van het plaatsgebonden en groepsrisico voor zover aanwezig meegenomen.

Voor het beoordelen van transportrisico's is gebruik gemaakt van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb), dat sinds 1 januari 2011 van kracht is. Voor het beoordelen van de risico's van de aardgasleiding is daarom een nieuwe kwantitatieve risicoanalyse (QRA) uitgevoerd met het model CAROLA. Deze is als bijlage 1 opgenomen.

5.10.1.1 Omgeving

In de directe omgeving van het plangebied zijn:

  • geen transportroutes voor het wegverkeer gelegen waarover gevaarlijke stoffen mogen worden getransporteerd;
  • geen transportroutes voor het railverkeer gelegen waarover gevaarlijke stoffen worden getransporteerd;
  • geen transportroutes over het water gelegen waarover significatie hoeveelheden gevaarlijke stoffen worden getransporteerd;
  • anders dan de gastransportleiding welke het plangebied doorkruist, geen gastransportleidingen gelegen. De gastransportleiding in het plangebied wordt in paragraaf 5.10.1.2 verwoord.

5.10.1.2 Transportroutes voor gevaarlijke stoffen in het plangebied

Wegverkeer

Ten behoeve van het transport van gevaarlijke stoffen over de weg is binnen de gemeentelijke grenzen van Nijkerk geen route gevaarlijke stoffen vastgesteld. Nijkerk is zodanig langs snelwegen en provinciale wegen gelegen dat een route gevaarlijke stoffen niet noodzakelijk is. Verder heeft de gemeente de milieuvergunning voor de nabij het plangebied aanwezige LPG tankstation TinQ dusdanig aangepast dat de maximale doorvoer van LPG per jaar is teruggebracht van 1000 m3 naar 500 m3. Hierdoor is het aantal vervoersbewegingen voor de LPG aanvoer ook tegelijk beperkt, wat een gunstig effect heeft op het groepsrisico, waarover meer in paragraaf 5.10.2 Voor het lokale transport van gevaarlijke stoffen dient de transporteur de bepalingen uit de Wet vervoer gevaarlijke stoffen te allen tijde in acht te nemen. Het lokale transport betreft slechts een beperkt aantal vervoersbewegingen welke niet leiden tot significante risicokansen. Nadere aandacht aan lokaaltransport in het plangebied is om deze reden niet noodzakelijk.


Hoge druk gastransportleiding

Een hogedruk gastransportleiding loopt grotendeels langs en voor een klein deel in het plangebied. Voor het beoordelen van de risico's van gasleiding is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) toegepast. Hiervoor is een QRA (kwantitatieve risicoanalyse) uitgevoerd met het model Carola (zie bijlage 1) Het betreft een 6" 40 bar transportleiding. Rond deze transportleiding is een veiligheidscontour van 5 meter geprojecteerd waarbinnen bebouwing niet is toegestaan. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat het plaatsgebonden risico niet wordt overschreden. Het plangebied is gedeeltelijk binnen deze gelegen.

Planologisch toegestane personendichtheden zijn in deze risicoberekening ingevoegd. Uit de uitgevoerde risicoberekening blijkt dat het ter plaatse optredende groepsrisico niet wordt overschreden en ruimschoots onder de oriënterende waarde blijft. Om die reden is een nadere verantwoording van het groepsrisico niet noodzakelijk. Echter in het nieuwe Bevb staat dat zodra binnen het invloedsgebied van de gasleidingen een ruimtelijk besluit wordt genomen, er wel een beperkte verantwoording moet plaatsvinden. In het bestemmingsplan wordt beperkt dat er een kinderdagverblijf gerealiseerd kan worden, maar andere ruimtelijke ontwikkelingen blijven wel mogelijk. Zodra er een wijziging optreedt in deze ruimtelijke ontwikkelingen, zal het groepsrisico moeten worden verantwoord. Dit is nu niet nodig, omdat er ruimtelijk gezien niets wijzigt.

5.10.1.3 Risicobedrijven nabij het plangebied

Grenzend aan het plangebied is een bedrijf aanwezig welke conform het BEVI is te beschouwen als een risicobedrijf. Het betreft het LPG-tankstation TinQ, Westerdorpstraat 52a.

TinQ

TinQ is een tankstation voor de aflevering van brandstoffen aan het wegverkeer. Het tankstation levert ook LPG. De jaardoorzet van LPG bedraagt minder dan 500 m3 LPG en dit is vastgelegd in de milieuvergunning.

Bepalende risico onderdelen bij een LPG installatie zijn het LPG-afleverpunt, de bovengrondse aansluiting van de LPG installatie en het vulpunt cq. opstelplaats van de afleverende LPG-vrachtauto.

De volgende plaatsgebonden 10-6 risico afstanden worden in acht genomen:

  • 15 meter vanaf de afleverzuil LPG;
  • 25 meter vanaf het ondergrondse LPG reservoir;
  • 25 meter vanaf het LPG-vulpunt.


De plaatsgebonden 10-6 risicocontour is zodanig gelegen dat er binnen deze contour zijn geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig. Planregels zijn zodanig gesteld dat binnen de 10-6 risicocontour geen kwetsbare objecten toegestaan zijn.

Het invloedsgebied voor deze inrichting zoals verwoord in bijlage II van de regeling externe veiligheid inrichtingen bedraagt 150 meter. Binnen deze afstand zijn (beperkt) kwetsbare objecten gelegen. Om deze reden is in de verantwoording van het groepsrisico aan dit bedrijf nadere aandacht geschonken (zie paragraaf 5.10.2.2).

5.10.1.4 Samenvattend

De wettelijke normstelling voor het plaatsgebonden 10-6 risico wordt in het plangebied niet overschreden.

5.10.2 Groepsrisico
5.10.2.1 Algemeen

Het groepsrisico (GR) kent geen vaste norm waaraan dient te worden voldaan maar een oriënterende waarde welke dient te worden getoetst. Bij het vaststellen van bestemmingsplannen dient elke (mogelijke) toename van het groepsrisico verantwoord te worden (de verantwoordingsplicht). Deze verantwoordingsplicht geldt ook als het groepsrisico wijzigt maar wel onder de oriënterende waarde blijft.

De verantwoordingsplicht omvat een aantal onderdelen waarop beoordeeld dient te worden.

  • 1. Aanwezige dichtheid van personen in het invloedsgebied van de betrokken risicobronnen:
  • functie-indeling;
  • gemiddelde personendichtheid;
  • verblijfsduur;
  • verschil bestaande en toekomstige situatie.
  • 2. De omvang van het groepsrisico:
  • de omvang voor het van kracht worden van dit plan;
  • de omvang na het van kracht worden van dit plan;
  • de verandering van het groepsrisico ten gevolge van dit plan;
  • de ligging van de groepsrisicocurve ten opzichte van de oriënterende waarde.
  • 3. De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico bij de in dit plan betrokken risico-inrichtingen en/of transportroutes.
  • 4. De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in dit ruimtelijke besluit.
  • 5. De mogelijkheden tot voorbereiding op en bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval:
  • pro-actie;
  • preventie;
  • preparatie;
  • repressie/zelfredzaamheid.
  • 6. De mogelijkheden van personen die zich binnen de het invloedsgebied van de risicobron bevinden om zichzelf in veiligheid te brengen.
  • 7. De voor- en nadelen van andere mogelijkheden tot ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico
  • 8. De mogelijkheden en voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst.

5.10.2.2 Verantwoording groepsrisico Tinq

LPG-tankstations worden beschouwd als categoriale inrichtingen ingevolge het BEVI. Dit houdt in dat in de "regeling externe veiligheid inrichtingen" vaste plaatsgebonden risico afstanden zijn weergegeven. Ook voor wat betreft de beoordeling van het groepsrisico zijn vaste toetsingsafstanden zijn weergegeven.

Voor standaard situaties kan het groepsrisico bij LPG-tankstations worden berekend met behulp van de rekentool LPG (www.groepsrisico.nl). Voor TinQ is er sprake van een standaard situatie. Dit houdt in dat de rekentool LPG kan worden gebruikt. Dit rekentool, zie bijlage 2, is een worse case situatie. Indien uit de berekening blijkt dat de oriënterende waarde voor het optredende groepsrisico niet wordt overschreden dan zal bij meer specifieke QRA-groepsrisicoberekening geen sprake zijn van een overschrijding van het optredende groepsrisico.

Functie-indeling

De omgeving is te omschrijven als gemengd gebied welke grotendeels is ingevuld. Ten westen van het LPG-tankstation is een kantoren complex gelegen waar fysiek nog forse uitbreiding mogelijk is. Dit conform onderliggende bestemmingsplannen. In de directe omgeving van het LPG-tankstation zijn buiten de plaatsgebonden 10-6 risico contour twee horecagelegenheden gelegen met een maximale capaciteit van ca. 200 personen. In de directe omgeving van het LPG-tankstation is buiten de plaatsgebonden 10-6 risico contour een kinderopvang voor maximaal 30 kinderen gelegen. Deze objecten kunnen worden beschouwd als een kwetsbaar object.

Nulsituatie gemiddelde personendichtheid

Onder de nulsituatie wordt verstaan de actuele situatie zonder mogelijke toekomstige ontwikkelingen zoals de (toekomstige) planregels toestaan.

In de actuele situatie zijn binnen de toetsingsafstand van 150 meter, zoals ook ingevoerd in de rekenmodellen ca. 300 personen aanwezig.

Verblijfsduur

Binnen de toetsingsafstanden is er sprake van bedrijfsmatige activiteiten. Conform de handleiding verantwoording groepsrisico kan voor deze activiteiten worden uitgegaan van een verblijfsduur welke in de dagperiode is gelegen. Voor de verblijfsduur in het kantorencomplex en de kinderopvang kan worden gesteld dat er sprake is van een verblijf in de dagperiode. Voor de aanwezig horeca kan worden gesteld dat er sprake is van verblijf in de dag en avondperiode in de rekentool wordt hiermee rekening gehouden.

Toekomstige situatie gemiddelde personendichtheid

Het plan betreft een actualiserend bestemmingplan van de feitelijke situatie. Planologisch wordt niet meer ruimte gegeven dan in onderliggende bestemmingsplannen. Binnen het kantoorvlak is een forse toename van het aantal aanwezige personen op basis van de planrechten mogelijk. In de rekentool is met deze planrechten rekening gehouden. Bij een maximale invulling van de planrechten zal, zo blijkt uit de berekening voor het groepsrisico , de oriënterende waarde voor het groepsrisico niet worden overschreden.

De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico bij de in dit plan betrokken risico-inrichtingen

Aanvullende bronmaatregelen bij LPG-tankstations zijn mogelijk. Het convenant van 22 juni 2005 tussen overheid en branche voorziet in de realisering van:

  • een verbeterde vulslang;
  • het aanbrengen van een hittewerende coating op de tankwagen.
  • Het toepassen van venstertijden voor het vullen van de LPG tank: dit is alleen toegestaan buiten de openingstijden van het kinderdagverblijf (geregeld in de milieuvergunning)


Genoemde maatregelen zijn getroffen en zullen leiden tot een verdere reductie van de risico's. Overige maatregelen leiden niet tot een relevante reductie van het groepsrisico.


De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in dit ruimtelijke besluit

Een zeer hoge personendichtheid welke als gevolg van de realisatie van kantoorgebouwen is in beginsel mogelijk maar zal niet leiden tot een overschrijding van het groepsrisico. In deze model berekening is dan uitgegaan van volledige realisatie tot aan de plangrenzen. Dit is niet realistisch. Te verwachten is dat kantoor realisatie meer gespreid over het terrein zal gaan plaatsvinden.

Door binnen de toetsingsafstand van 150 meter van het vulpunt en tankreservoir geen significante uitbreidingen in personendichtheden, anders dan hiervoor beschreven, toe te staan is voldoende gewaarborgd dat de richtwaarde voor het groepsrisico niet wordt overschreden.


De mogelijkheden tot voorbereiding op en bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval

Het is van belang dat hulpdiensten bij het uitvoeren van hun taak om een incident te bestrijden niet belemmerd worden. De inrichting van de uitvoering van de ruimte kan de bestrijding negatief en positief beïnvloeden. Het is dus van belang om knelpunten in de hulpverlening welke voorkomen uit de ruimtelijke inrichting te voorkomen. Er is gekeken naar de:

  • A. bereikbaarheid van risicobronnen;
  • B. de opstelmogelijkheden bij de risicobronnen;
  • C. de inzetbaarheid en aanwezigheid van (blus)middelen;
  • D. zelfredzaamheid van de aanwezige personen.

  • A. Bereikbaarheid van risicobronnen

Het LPG-tankstation is voor de brandweer van meerdere zijden te bereiken.

  • B. De opstelmogelijkheden bij de risicobronnen

Voor het LPG-tankstation geldt dat er opstelmogelijkheden zijn om het incident te kunnen bestrijden. Een en ander is nader uitgewerkt in een aanvalsplan van de brandweer.

  • C. De inzetbaarheid en aanwezigheid van (blus)middelen

Kijkend naar de bluswatervoorziening bij het LPG-tankstation kan gesteld worden dat er een leidingen liggen met een diameter van 110 en 160 millimeter. Deze leidingen hebben een capaciteit van respectievelijk 60 m³/uur en 90 m³/uur. Voor koeling van een aangestraalde tankwagen is dit voldoende.

  • D. Zelfredzaamheid bij de risicobronnen

Voor het LPG-tankstation en de omgeving daarvan is de zelfredzaamheid toereikend. De tijd tussen het begin van een brand en een mogelijke explosie varieert tussen de 15 en 30 minuten. Door realisatie van de maatregelen uit het convenant LPG, waaronder de maatregel van het thermisch isoleren van de tankauto neemt deze tijd toe tot een uur. Kinderen in het kinderdagopvang zijn onder voldoende begeleiding aanwezig. Voor het ontruimen van maximaal 30 kinderen is deze periode voldoende. Door de toepassing van de venstertijden is het risico op een explosie tijdens het vullen van de LPG tank uitgesloten op momenten dat er kinderen in het dagverblijf aanwezig zijn. Met betrekking tot de horeca bedrijven kan worden gesteld dat over het algemeen er sprake is van zelfredzame personen. Horeca bedrijven beschikken over een BHV organisatie en een ontruimingsplan. Bij een goede alarmering is de tijd voor ontruiming voldoende.


De voor- en nadelen van andere mogelijkheden tot ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico

Er is sprake van een bestemmingsplan actualisatie waarbij wordt aangesloten bij de bestaande planologische situatie. Het intrekken van de planologische rechten op het kantoren terrein leidt tot een planschade. Overwogen moet worden of deze kosten opwegen tegen de maatschappelijke voordelen. Gezien het feit dat het groepsrisico de oriënterende waarde niet overschrijdt, er sprake is van een goede zelfredzaamheid van personen in de directe omgeving en realisatie van de maximale plancapaciteit zeer direct bij de risicobron niet is te verwachten zien wij ook geen gegronde reden om deze situatie actief te wijzigen.


De mogelijkheden en voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst

Ter voorkoming dat het groepsrisico in de nabije toekomst zal toenemen tot, mogelijk, over de oriënterende waarde zijn in het bestemmingsplan voorschriften gesteld welke voorkomen dat er sprake zal zijn van een te intensieve personendichtheid binnen de effectcontour van het LPG-tankstation.


Conclusie groepsrisico

Uit de berekening van het groepsrisico (zie bijlage 2) blijkt dat de oriënterende waarde van 1 net niet wordt overschreden. De aanpassing van de milieuvergunning van het tankstation Tinq, zodanig dat de maximale doorvoer aan LPG per jaar maximaal 500 m3 kan bedragen, heeft een gunstige uitwerking gehad op het groepsrisico. In eerste instantie was een doorvoer tot maximaal 1000 m3 nog toegestaan. Hiermee wordt het groepsrisico verlaagd, voornamelijk doordat er minder keren per jaar een LPG tankauto het tankstation zal bezoeken om deze van LPG te voorzien. Met name de bevoorrading met LPG is een risicovolle activiteit. Dit betekent dat aan de vereisten op het gebied van externe veiligheid wordt voldaan.