Plan: | 3e herziening Buitengebied 2009 Achterduijst 4 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0267.BP0025-0004 |
De watertoets - zoals deze in het kader van ruimtelijke plannen dient te worden uitgevoerd - is het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets wordt uitgevoerd binnen de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en water. De watertoets vormt de verbindende schakel tussen het waterbeheer en de ruimtelijke ordening. Op basis van de waterparagraaf is in het periodieke overleg wateradvies gevraagd bij het Waterschap Vallei & Eem. In dit kader worden dan ook alle relevante waterhuishoudkundige aspecten meegenomen in het onderhavige plan.
In het Waterbeheersplan 2010-2015 heeft het Waterschap Vallei & Eem de taken vertaald in concrete doelen voor een periode van zes jaar, maatregelen om die doelen te realiseren en prestatie-indicatoren waaraan de resultaten kunnen worden afgemeten. In het waterbeheersplan zijn zes verschillende gebiedsfuncties onderscheiden, afhankelijk van het grondgebruik en de ruimtelijke ordening. Per gebiedsfunctie zijn algemene doelen geformuleerd voor de kwantitatieve en kwalitatieve toestand van het watersysteem.Het plangebied ligt in een gebied dat is aangeduid als "Landbouw". Het grondgebruik in de gebieden met de functie landbouw is overwegend landbouw. Op kleine schaal komen andere vormen van grondgebruik voor zoals bebouwing, natuur en recreatie. De doelen in dit gebieden zijn het waterbeheer in de eerste plaats te richten op het minimaliseren van wateroverlast en vochttekort voor de landbouw, waarbij rekening wordt gehouden met verspreid voorkomende bebouwing (zettingen, wateroverlast) en natuurgebieden (verdroging en eutrofiƫring).Daarnaast is het doel het beschikbaar stellen van voldoende en schoon water voor agrarische doeleinden.
De beoogde ontwikkeling in onderhavig bestemmingsplan is niet in strijd met de geformuleerde gebiedsdoelen ten aanzien van water. Vanuit bestaand waterbeleid is het wel noodzakelijk om te kijken naar de mogelijkheden voor het afkoppelen van regenwater. De afkoppeling van regenwater van het verhard oppervlak (dak) is ter plaatse goed mogelijk door toepassing van bouwkundige voorzieningen. Hierdoor kan het regenwater direct worden afgewaterd in de omliggende (berm)sloot ten zuiden van het agrarische bouwperceel.
Het plangebied ligt op circa 2 kilometer afstand van een grondwaterbeschermingsgebied en buiten de daarbij behorende boringsvrije zone. Nadere beperking ten aanzien hiervan is derhalve niet aan de orde.