direct naar inhoud van Artikel 7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
Plan: 3e herziening Buitengebied 2009 Achterduijst 4
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0025-0004

Artikel 7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden

7.1 Vergunningplicht

Behoudens het bepaalde in lid 7.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven andere werken en werkzaamheden uit te voeren:

gronden   werkzaamheden *)  
met de aanduiding   a   b   c   d   e   f   g  
specifieke vorm van agrarisch met waarden - openheid van het landschap               +  
specifieke vorm van agrarisch met waarden - karakteristieke verkaveling     +     +   +     +  
*) de onderstaande letters worden hierna verklaard;
in de tabel is: + = omgevingsvergunning vereist  
a scheuren grasland, incl. graslandverbetering
b aanleggen en verharden van wegen en parkeerterreinen (> 60 m2)
c egaliseren, ophogen, afgraven van gronden
d dempen van sloten, drainage, graven en reconstructie van watergangen
e vellen een rooien van houtopstanden (uitgezonderd fruitbomen)
f diepploegen (dieper dan 30 cm onder het maaiveld)
g bebossen en beplanten met houtopstanden / aanleg boomkwekerijen en sierteelt  

7.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het in lid 7.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. werken en werkzaamheden, waarmee rechtens is of mag worden begonnen ten tijde van inwerkingtreding van het plan;
  • c. werken en werkzaamheden op en in gronden die binnen agrarische bouwvlakken zijn begrepen;
  • d. werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 7.1, bij d, voor zover daarvoor een omgevingsvergunning voor het bouwen is vereist;
  • e. het vellen, rooien of beschadigen van fruitbomen.
7.3 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 7.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, danwel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,

  • a. niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, danwel
  • b. de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
7.4 In te winnen adviezen

Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 7.1, winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige, ingeval ze advies nodig achten.