direct naar inhoud van Artikel 3 Centrum
Plan: Binnenstad, Singel 24
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0023-0005

Artikel 3 Centrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen op de verdieping;
  • b. detailhandel;
  • c. zakelijke dienstverlening al dan niet met een baliefunctie;
  • d. kantoren tot een oppervlakte per kantoor van ten hoogste 150 m2;
  • e. maatschappelijke dienstverlening;
  • f. horecabedrijven als genoemd in de categorieën I, II en III van de lijst van horecabedrijven dat als bijlage bij deze regels is gevoegd;
  • g. parkeervoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  • h. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen met dien verstande dat de functies als genoemd onder a tot en met f uitsluitend zijn toegelaten op de begane grond.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen hoofdgebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de voorgevel dient in de naar de (openbare) weg gekeerde bebouwingsgrens te worden gebouwd;
  • c. de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte', mag niet worden overschreden;
  • d. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte', mag niet worden overschreden;
  • e. de dakhelling bedraagt mag minder bedragen dan 30° en niet meer dan 60°.
3.2.2 Bijgebouwen

Binnen deze bestemming mogen bijgebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met in achtneming van de volgende bepalingen:

  • a. bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 4 meter;
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, waarvan de hoogte ten hoogste 2,5 meter mag bedragen.

3.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
  • b. Als met het plan strijdig gebruik wordt in ieder geval bedoeld het gebruik van:
    • 1. de gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van een seksinrichting;
    • 2. de boven de begane grond gelegen verdieping(en) voor detailhandel;
3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 3.3, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd;
  • b. het bepaalde in lid 3.3 onder b onder 2 en toestaan dat de boven de begane grondvloeren gelegen verdieping(en) wordt gebruikt voor detailhandel mits dit uit oogpunt van distibutie-planologie verantwoord is.
3.5 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 3.1 onder a wat betreft wonen op de verdieping en toestaan dat wonen ook op de begane grond plaatsvindt;
  • b. het bepaalde in lid 3.2.1 onder e en toestaan dat de dakhelling van een gebouw geheel of gedeeltelijk wordt verlaagd tot 0° mits de bebouwingskarakteristiek van het straatbeeld, waarvan het gebouw deel uitmaakt, daardoor niet onevenredig wordt geschaad;
  • c. het bepaalde in lid 3.2.2, onder b en toestaan dat de hoogte van een bijgebouw niet meer dan 7 meter bedraagt, met dien verstande dat de goothoogte niet meer dan 4 meter bedraagt;