Plan: | Overhorst, Zuiderinslag 6 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0267.BP0019-0004 |
Bodem
De bodemkwaliteit is in het kader van een bestemmingsplan van belang indien er sprake is van functieveranderingen of een ander gebruik. De bodem moet geschikt zijn voor de functie. Een eventuele verontreiniging dient milieutechnisch opgeruimd te kunnen worden en dit dient financieel haalbaar te zijn.
Er is geen actueel bodemonderzoek beschikbaar. Het laatste bodemonderzoek dateert uit 1999. Het resultaat was dat er geen verhoogde concentraties zijn aangetroffen. Actueel bodemonderzoek zal voor de vaststelling moeten uitwijzen of er sprake is van bodemverontreiniging.
Lucht
De luchtkwaliteit nabij de Rijksweg A1 is matig. Er worden echter geen grenswaarden overschreden ten aanzien van fijnstof en dioxide. Het plan draagt 'Niet in betekenende Mate' bij aan de (verslechtering van) de luchtkwaliteit. Luchtkwaliteit vormt derhalve geen belemmering.
Geluid
De beoogde ontwikkeling is niet geluidsgevoelig in de zin van Wet geluidhinder. Er hoeft dus geen akoestisch onderzoek te worden gedaan. We zal op basis van Wet milieubeheer worden beoordeeld of het bedrijf voldoet aan de geluidsnormen die aan dergelijke inrichtingen worden verbonden. Gezien de aard van de bedrijfsactiviteiten zal dit geen probleem zijn. Deze beoordeling verloopt echter volledig via het milieuspoor in het kader van de meldingsplicht op basis het activiteitenbesluit.
Externe veiligheid
Bij externe veiligheid gaat het onder meer om de productie, opslag, transport en gebruik van gevaarlijke stoffen in relatie tot het verblijf mensen. Voor het aspect externe veiligheid zijn twee begrippen van belang: te weten plaatsgebonden risico (grenswaarde) en groepsrisico (oriënterende waarde).
Veiligheidsrisico als gevolg van A1
Rijksweg A1 is een landelijke hoofdweg waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Uit het eindrapport Basisnet Weg (versie 1, oktober 2009) van het ministerie van Verkeer en Waterstaat kan worden afgeleid dat het relevante wegdeel van de A1 ter hoogte van Hoevelaken geen veiligheidszone heeft. Wel heeft dit deel van de Rijksweg A1 een plasma aandachtsgebied (PAG). Dit heeft gevolgen voor een strook van 30 meter gerekend vanaf de rechterrijstrook. Deze zone ligt buiten het plangebied (de perceelsgrens ligt op minimaal 50 meter van de wegrand), dus het PAG levert geen beperkingen op voor het plan.
Wel moet voor bouwplannen binnen 200 meter langs alle Basisnetwegen onder bepaalde omstandigheden het groepsrisico (GR) verantwoord worden. Dit geldt alleen voor situaties waar het GR toeneemt en/of boven een bepaalde waarde uitkomt (dit wordt vastgelegd in het Besluit transportroutes externe veiligheid). Uit het 'bijlagenrapport eindrapportage Basisnet Weg' is voor dit deel van de Rijksweg A1 opgenomen dat er in de huidige situatie geen PR 10-6 contour aanwezig is. Het groepsrisico ligt op < 0,1 (huidig) van de oriëntatiewaarde.
Als gevolg van het plan zal er een lichte toename mogelijk zijn van het groepsrisico omdat het een beperkte verdichting tot gevolg heeft (uitgaande van de huidige leegstand). Een verantwoording van het GR kan achterwege blijven omdat het groepsrisico niet meer dan 10% toeneemt ten opzichte van de situatie die voor de vaststelling van dit ruimtelijk besluit gold. Zoals blijkt uit het genoemde bijlagenrapport blijft het GR ruim onder de oriënterende waarde (< 0.1).
Veiligheidsrisico als gevolg van risicovolle bedrijven (BEVI bedrijven)
Het dichtstbijzijnde bedrijf waar externe veiligheid beperkingen kan opleveren is het LPG tankstation aan de Koninginneweg 7. Dit BEVI bedrijf ligt op circa 400 meter en levert daarmee geen beperkingen op.
Veiligheidsrisico als gevolg van leidingen
Op circa 200 meter afstand van het plangebied ligt een hogedruk gasleiding (40 bar; 8,35 inch). De afstand is dermate groot dat zowel voor wat betreft het plaatsgebonden risico als het groepsrisico de gasleiding geen beperkingen oplevert.
Bedrijven en milieuzonering
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang om te kijken naar de omliggende functies in relatie tot de nieuwe functie: past de nieuwe functie in de omgeving? Dit is zowel van belang vanuit de nieuwe functie als gedacht vanuit de omgeving. Door middel van een zonering kan eventueel afstand worden gecreerd tussen de bestaande en de nieuwe functies, waardoor over een week geen gebruiksbeperkingen optreden.
In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich geen bedrijven en functies die de herontwikkeling van de locatie in de weg staan. Andersom heeft de omgeving geen negatieve gevolgen voor omliggende functies.