direct naar inhoud van 5.4 Ecologie
Plan: 2e herziening buitengebied, Bunschoterweg 35 en 35a
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0015-0002

5.4 Ecologie

In het kader van de natuurbeschermingswet (NB-wet) en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) dient
getoetst te worden of de beoogde ontwikkeling in een bestemmingsplan een negatieve invloed heeft op beschermde gebieden. Het plangebied ligt niet in een Natura 2000 gebied (aangewezen gebieden in het kader van de NB-wet) of in de EHS. Het Natura 2000 gebied Arkemheen (Vogelrichtlijngebied) ligt op ruim 1.000 meter afstand.

Gegeven deze omstandigheden is aan de provincie Gelderland (bevoegd gezag) voorgelegd of de ontwikkelingen op het agrarische bouwperceel (uitbreiding met vee, herschikken bebouwing. te treffen technische maatregelen en uitbreiding van de pluimveestal) vergunningplichtig zijn in het kader van de NB-wet. Omdat de nabijgelegen Natura 2000 gebieden Arkemheen en Veluwerandmeren niet gevoelig zijn voor ammoniak is er in dat kader geen vergunningplicht. Omdat daarnaast sprake is van een afname van ammoniak is eveneens geen vergunningplicht voor de wel voor ammoniak gevoelige Natura 200 gebieden (Veluwe > 10 km / Groot Zandbrink > 10 km).

De kortste afstand tot de EHS (Verweven / Weidevogelgebied) bedraagt ruim 480 meter. Gelet op de
beperkte aard en omvang van de voorgenomen ontwikkeling worden geen negatieve effecten op de EHS verwacht.

In het kader van de Flora- en faunawet dient te worden nagegaan of vaste rust- en verblijfplaatsen door de voorgenomen ontwikkeling worden aangetast of dieren opzettelijk worden verontrust. Gegeven de feitelijke situatie (onbebouwd erf en bouwland en geen bomen) en het tot nog toe aanwezige gebruik (intensief agrarische gebruik) van de locatie waarop de uitbreiding van het bouwperceel plaatsvindt is het niet de verwachting dat ter plaatse beschermde plant- en/of diersoorten voorkomen. Op basis van (de omvang van) het voorgenomen bouwplan is het niet de verwachting dat deze verstorend werkt op de directe leefomgeving van in de nabijheid voorkomende plant- en diersoorten.