2e herziening buitengebied, Bunschoterweg 35 en 35a

4.2 Beleidsafweging

Het plangebied van dit bestemmingsplan ligt in het zogenaamde Waardevolle landschap zoals benoemd in het Gelderse Streekplan (Structuurvisie). Ter plaatse van het plangebied betreft het Waardevolle landschap dat niet ligt in de EHS en/of Waardevolle open gebied.

Het ontwerp van de Provinciale Verordening Gelderland stelt geen beperkende voorwaarden aan deze gebieden in relatie tot de uitbreiding van een agrarisch bouwperceel. In de toelichting is wel aangegeven dat het Provinciale Staten in de Streekplanuitwerking Nationale landschappen hebben besloten om voor de Nationale landschappen geen eigen beleid vast te stellen. Binnen de Nationale landschappen geldt de afweging uit de Streekplanuitwerking Kernkwaliteiten Waardevolle landschappen. Daarbij zijn per beleidscategorieën een afwegingsformule is opgesteld gemaakt. Ter plaatse van het plangebied geldt het 'ja, mits'-regime: activiteiten zijn toegestaan mits de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt. De bestaande en mogelijk voorkomende kernkwaliteiten zijn benoemd als:

• Deels grillige, deels regelmatige, verkaveling met herkenbare oude veenontginningsrichting;
• Gebruik als grasland, hoog waterpeil;
• Oude hoeven op terpen aan de rand.

De in dit bestemmingsplan voorgestane ontwikkeling tast deze kernkwaliteiten niet aan. In zijn algemeenheid betreft het een kleinschalige uitbreiding die niet leidt tot een significante inbreuk op bestaande en hierboven genoemde kenmerken. Gekozen is voor een kleinschalige uitbreiding van een bestaande stal waarbij de (van oudsher) aanwezige en kenmerkende verkavelingstructuur in stand blijft. De uitbreiding is gesitueerd op bestaand bouwland en gaat niet ten koste van bestaand areaal grasland en is niet van invloed op het bestaande waterpeil.

Het Reconstructieplan Gelderse Vallei / Utrecht Oost stelt beperkingen aan de uitbreidingsruimte voor intensieve veehouderijen. Het plangebied van onderhavig bestemmingsplan ligt in het zogenaamde Verwevingsgebied. In dit gebied is de uitbreiding van een intensief bedrijf in beginsel mogelijk tot maximaal 30 % van de bestaande oppervlakte. Om de beoogde uitbreiding van de pluimveestal te realiseren dient het agrarisch bouwperceel te worden vergroot met circa 340 m². Dit is een uitbreiding van 4 % ten opzichte van de huidige omvang van het bouwperceel en past binnen de wettelijk vastgelegde uitbreidingsruimte van het Reconstructieplan en de beleidsruimte die de gemeente onder voorwaarden beoogd voor intensieve veehouderijen. In de bijlage van de plantoelichting wordt de nu gebruikte uitbreidingsruimte vastgelegd.

Met het oog op het algemene beleid ten aanzien van de omvang en aantal van agrarische bedrijfswoningen en inwoning worden in onderhavig bestemmingsplan (als in het bestemmingsplan Buitengebied Nijkerk 2009) de bestaand bedrijfswoningen positief bestemd en wordt middels vrijstelling een regeling opgenomen ten aanzien van inwoning.

Het plan doet geen afbreuk aan de beleidsdoelen die ten aanzien van het landschap zijn gesteld in het gemeentelijke LOP en is op basis hiervan volgend aan het beleid.