direct naar inhoud van 5.2 Nadere toelichting op de regels
Plan: Nijkerk 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0002-0005

5.2 Nadere toelichting op de regels

Voor zover nodig worden de afzonderlijke bestemmingen van een toelichting voorzien. Niet alle bestemmingen worden daarom toegelicht.

Agrarisch

De bestemming "Agrarisch" betreft verspreid liggende percelen.

Deze omschrijving maakt naast gebruik door agrarische bedrijven ook agrarisch gebruik door particulieren mogelijk. Het plaatsen van stallen en schuren is uitdrukkelijk niet toegestaan.

Bedrijf

Deze bestemming is gegeven aan de bedrijven. Bij recht worden bedrijven uit de milieucategorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan. Uitgesloten zijn detailhandel, risicovolle inrichtingen als genoemd in het Bevi, vuurwerkbedrijven, geluidhinderlijke inrichtingen en m.e.r.-plichtige inrichtingen. Bedrijven die nu aanwezig zijn, maar die niet passen binnen de toegestane categorieën van bedrijven, zijn op de kaart aangegeven met de aanduiding "bedrijf". De betreffende bedrijfsactiviteiten zijn daarmee positief bestemd en dus toegestaan in deze planregels. Daarnaast zijn deze bedrijfsactiviteiten op de 'lijst specifieke bedrijven' geplaatst zodat inzichtelijk is waar welk type bedrijf is toegestaan.

Nieuwe bedrijfswoningen zijn niet toegestaan, omdat deze vanwege de milieuhygiënische randvoorwaarden de mogelijkheden voor bedrijfsvoering kunnen belemmeren. Wel worden de rechten van de bestaande bedrijfswoningen gerespecteerd.

Verder zijn afwijkingsmogelijkheden voor het gebruik opgenomen voor bedrijven van een hogere milieucategorie mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Bevi-inrichtingen, Wgh-inrichtingen en vuurwerkbedrijven zijn hoe dan ook niet toegestaan. Voor de afwijkingsmogelijkheden geldt een algemeen afwegingskader.

Voor wat betreft de maatvoeringen geldt, dat afwijkende maten mogen worden gehandhaafd. Bij vervangende nieuwbouw mag derhalve ook conform deze afwijkende maten worden gebouwd.

Bij de afwegingskaders voor afwijking wordt gesproken van 'geen onevenredige aantasting'. Per geval moet worden beoordeeld of hiervan sprake is; wel is het zo dat het al dan niet toepassen van de afwijkingsbevoegdheid goed dient te worden gemotiveerd.

Bedrijf - Garage

In het plangebied komen garagebedrijven voor. Bij het bedrijf gevestigd aan de Van Middagachtenstraat 2 is de (bestaande) verkoop van lpg toegestaan. Het vulpunt, opslagpunt en afleverpunt zijn daarbij specifiek op de kaart aangegeven, omdat deze uitgangspunt zijn voor het bepalen van de bijbehorende veiligheidszone (die in een afzonderlijk artikel in de regels is geregeld). Deze punten mogen dan ook niet zonder meer worden verplaatst. Bij het garagebedrijf gevestigd aan de Van Rheenenpark 39a is alleen de verkoop van auto's toegestaan niet de reparatie ervan. Ook is hier geen verkooppunt voor motorbrandstoffen gevestigd.

Bedrijf - Opslag

Voorzien wordt in de opslag van goederen. Van belang is, dat hierop ook milieuwetgeving van toepassing is. De hoogteregeling is van toepassing op bijvoorbeeld erfafscheidingen of lichtmasten.

Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen

Deze bestemming betreft een tankstation. Hier is de verkoop van lpg niet toegestaan (en ook niet aanwezig).

Bedrijventerrein

Deze gronden zijn bestemd voor de vestiging van bedrijven. Er worden mogelijkheden geboden voor bedrijven tot en met categorie 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten. Daarnaast zijn bestaande rechten ter plaatse positief bestemd.

Detailhandel

Deze bestemming betreft de aanwezige winkels. Bij ondergeschikte horeca kan worden gedacht aan bijvoorbeeld een bakker waar ook ter plekke wat broodjes mogen worden gegeten. Van belang is dat er sprake is van ondergeschiktheid én dat het bijbehorend is (er moet een directe relatie bestaan tussen de verkochte artikelen en de horeca/dienstverlening). Volumineuze detailhandel kan alleen waar dit is aangegeven op de kaart. De term volumineus is in de begripsbepalingen omschreven. Daar waar gewoond wordt is dit op de kaart aangegeven. Er mag niet overal worden gewoond om het behoud van de detailhandelsfunctie te stimuleren.

Gemengd 1 en Gemengd 2

Binnen deze bestemmingen zijn verschillende gelijkwaardige functies toegestaan. Deze functies zijn onderling vrij uitwisselbaar, maar kunnen niet overgeheveld worden van Gemengd 1 naar Gemengd 2. Qua interne uitwisselbaarheid zijn de bestemmingen vergelijkbaar, maar inhoudelijk zijn er totaal verschillende functies toegestaan. Om deze reden zijn er dan ook twee bestemmingen "Gemengd".

Groen

Behalve groenvoorzieningen, laat deze bestemming ook een evenemententerrein toe waar dit is aangegeven. Omgekeerd is elders dus geen evenemententerrein toegestaan. Overigens gelden voor dit terrein ook de voorwaarden uit de APV.

Horeca

Voor wat betreft de toelaatbaarheid van de horecabedrijven is een koppeling gemaakt met een Staat van inrichtingen horeca. Daarnaast geldt ten aanzien van overkappingen die onderdeel uitmaken van een gebouw dat deze alleen zijn toegestaan binnen het bouwvlak en daarnaast ook waar dit op de verbeelding is aangegeven. Overkappingen (bijvoorbeeld regen- en zonneschermen) zijn overal toegestaan tot een bouwhoogte van 6 m. Daarnaast geldt een maximale oppervlakte van 50 m2. Verder is ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - overkapping" een overkapping toegestaan tot maximaal 140 m2. Dit betreft een specifieke situatie bij horecagelegenheid De Rode Schuur.

Kantoren

Naast kantoren zijn hier ook woningen op de verdiepingen toegestaan, voor zover op de verbeelding aangegeven. De aanduiding "dienstverlening" heeft betrekking op een retourette, waar bijvoorbeeld plastic en glas kan worden ingezameld.

Maatschappelijk

De als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen. In artikel 1 zijn deze gedefinieerd als educatieve, sociale, medische, culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie - met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren - en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening.

Kinderopvang wordt ook gezien als een maatschappelijke voorziening. In de begripsbepalingen is dit opgenomen in de omschrijving van 'maatschappelijke voorziening'.

Wonen is alleen toegestaan als dit op de verbeelding is aangegeven én als dit gerelateerd is aan de maatschappelijke voorzieningen (dus bijvoorbeeld wonen voor mensen met een lichte zorgbehoefte).

Verder is er nog een beschermende regeling opgenomen voor een beeldbepalende boom, wat tot uitdrukking komt in een vergunningenstelsel.

Recreatie - Volkstuin

Kleine gebouwtjes zijn toegestaan, zodat materialen en dergelijke naar behoren kunnen worden opgeslagen. Vergunningvrij zijn deze niet meer mogelijk, vandaar een regeling in deze planregels.

Tuin

De bestemming "Tuin" is dienstbaar aan de bestemming van de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen. Bij de bestemmingsregeling voor de tuinen is uitgegaan van het principe die gebieden te bestemmen die uit ruimtelijke overwegingen onbebouwd moeten blijven en ook als zodanig in gebruik zijn. Over het algemeen betreft het gronden ten dienste van de nabij gelegen woningen. Bij de meeste woningen betreft het de ruimte vóór de woningen. Alleen daar waar dit is aangegeven zijn gebouwen toegestaan.

Wonen

De woningen in het plangebied zijn bestemd tot "Wonen". De opzet van de bestemmingsplankaart in combinatie met de planregels gaat er vanuit dat de bestaande situatie en de verschijningsvorm (bepaald door de goothoogte en kap) in principe gehandhaafd zal worden. Dit wil overigens niet zeggen dat er geen wijzigingen meer mogelijk zijn. De bouwvlakken en de planregels geven de kaders aan van de bouwmogelijkheden. Als een bouwvlak ruimer is dan een bestaande woning kan het hoofdgebouw worden vergroot. Voorts laten de regels betreffende goothoogte en dakhelling ruimte voor wijzigingen. De woningen met cultuurhistorische waarde zijn binnen deze bestemming beschermd. Binnen de bouwregels is aangegeven dat de hoofdvorm van het gebouw gehandhaafd moet worden.

Ten aanzien van het gebruik van bijgebouwen is van belang dat in bijgebouwen geen primaire woonfuncties zijn toegestaan, zoals wonen, slapen, keuken, badkamer. Hobbyruimtes zijn wél mogelijk in bijgebouwen. Genoemde beperkingen gelden dus niet voor aanbouwen en uitbouwen. Voor wat betreft de maatvoeringen kent het plan geen onderscheid meer tussen aan-, uit- en bijgebouwen. In het kader van de Wabo wordt gesproken van 'bijbehorende bouwwerken'.

Bij woningen zijn, onder voorwaarden, niet-woonactiviteiten aan huis mogelijk.

Wonen - Woongebouw

Voor gestapelde woningen/appartementengebouwen is een aparte bestemming opgenomen. Ook is functiemenging mogelijk waar dit is aangegeven. Het bestaande bijgebouw/berging is middels een bouwvlak geregeld.

Wonen- Uit te werken

Deze bestemming betreft een uit te werken bestemming als bedoeld in artikel 3.6 van de Wro. Burgemeester en wethouders moeten deze bestemming binnen de planperiode uitwerken. Dat moet gebeuren binnen de kaders die daarvoor in de planregels zijn opgenomen.

Leiding - Gas en Leiding - Hoogspanningsverbinding

Deze bestemmingen zijn dubbelbestemmingen. De onderliggende bestemmingen blijven van kracht, maar worden wel ingeperkt door deze bovengeschikte dubbelbestemmingen. Als aan de regels van de dubbelbestemming wordt voldaan, kan gewoon worden gebouwd en gebruikt conform de onderliggende bestemming.

Waarde - Archeologie

Deze dubbelbestemming en de daarbij opgenomen aanduidingen zijn gebaseerd op het archeologiebeleid in de gemeente Nijkerk. Wat wel of niet is toegestaan wordt in de regels aangegeven.

Met aanduidingen worden diverse deelgebieden onderscheiden. Aangegeven is in welke gevallen archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Bepalend hierbij zijn de oppervlaktes en de dieptes van de bodemingreep.

Hoofdstuk 3 Algemene regels:

Anti-dubbeltelregel

Deze regel is opgenomen om een ongewenste verdichting van de bebouwing te voorkomen. Deze zou zich kunnen voordoen indien een deel van een bouwperceel dat al bij de berekening van een maximaal bebouwingspercentage was betrokken wederom bij een dergelijke berekening, doch nu ten behoeve van een ander bouwperceel, wordt betrokken.

Algemene gebruiksregels

Voor de redactie van dit artikel is de algemene formulering aangehouden. Deze gaat uit van de gedachte dat het gebruik uitsluitend mag plaatsvinden in overeenstemming met de bestemming. In beginsel is de bestemmingsomschrijving van de betreffende bestemming bepalend.

In verband met het schrappen van het bordeelverbod is expliciet opgenomen dat onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening in ieder geval wordt verstaan het (laten) gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting. Voor veel bestemmingen is dit evident, maar omdat dat in casu voor alle bestemmingen geldt is het om discussie te voorkomen expliciet opgenomen. Met deze regeling wordt aangesloten bij het beleid van de gemeente Nijkerk op dit gebied.

Algemene aanduidingsregels

In dit artikel worden de aanduidingen opgenomen die voor meerdere bestemmingen gelden. Een aanduiding "geluidzone - industrie" is gegeven aan de gronden waar geen toename van geluidgevoelige functies mag plaatsvinden, tenzij wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van de Wet geluidhinder dan wel een ontheffing hogere grenswaarde is verleend. Daarnaast is een regeling opgenomen voor de "veiligheidszone-lpg", die voortvloeit uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Tot slot is de vrijwaringszone voor het straalpad geregeld.

Algemene afwijkingsregels

Aan burgemeester en wethouders wordt hier de bevoegdheid gegeven om af te wijken van de bestemmingsregels. Evident is dat niet alle afwijkingsregels op alle bestemmingen van toepassing zijn. Voorts is van belang dat het bestaan van de bevoegdheid niet mag leiden tot een automatisme in het afwijken: conform de Algemene wet bestuursrecht moeten burgemeester en wethouders de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen afwegen. Overigens is de bevoegdheid beperkt in die zin dat geen omgevingsvergunning voor afwijken mag worden verleend indien onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een aantal met name genoemde belangen.

Algemene wijzigingsregels

Er is een algemene wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van het verwijderen of aangeven van nadere aanduidingen en grenzen van bestemmings- en bouwvlakken. Meer specifiek is ten aanzien van één locatie een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het wijzigen van de vigerende bestemming.

Hoofdstuk IV Overgangs- en slotregels:

Overgangsrecht

Bij het overgangsrecht wordt onderscheid gemaakt naar bouwwerken en gebruik.

Bij bouwwerken gaat het er om of ze op de peildatum in enigerlei opzicht afwijken van het plan. Doorgaans betreffen die afwijkingen de bouwregels. Ze mogen gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd of na een calamiteit worden herbouwd, mits de bestaande afwijkingen naar hun aard niet worden vergroot. Bij de vraag of de afwijking wordt vergroot kan ook het gebruik relevant zijn. Van de mogelijkheid tot gedeeltelijke vernieuwing of verandering zijn uitgesloten de illegale bouwwerken. Daaronder worden verstaan de bouwwerken die zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor zover vereist - zijn gebouwd in strijd met het toen geldende bestemmingsplan.

Voor een vergroting van de inhoud van een bouwwerk met niet meer dan 10% kan met een omgevingsvergunning eenmalig worden afgeweken. Peildatum voor bouwwerken is het tijdstip van de terinzagelegging van het bestemmingsplan.

Ten aanzien van het gebruik is bepaald dat bestaand, met het plan strijdig gebruik mag worden voortgezet. Een uitsluitingsclausule is opgenomen voor gebruik dat al in strijd was met het voorheen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. Deze regel laat de wrakingsjurisprudentie onverlet.