direct naar inhoud van Artikel 32 Wonen - Woonwagenstandplaats
Plan: Nijkerk 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0002-0005

Artikel 32 Wonen - Woonwagenstandplaats

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Wonen - Woonwagenstandplaats ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in woonwagens, tot het op de plankaart aangegeven maximum aantal wooneenheden en standplaatsen zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';

met daarbij behorende:

  • b. gebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • d. andere-werken;
  • e. tuinen;
  • f. erven.
32.2 Bouwregels

Op de voor ' Wonen - Woonwagenstandplaats ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

32.2.1 Hoofdgebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. per standplaats mag niet meer dan 1 woonwagen worden gebouwd;
  • b. de onderlinge afstand (inclusief aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen) mag niet minder dan 5 m bedragen;
  • c. de goothoogte mag niet meer dan 4 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer dan 5 m bedragen.
32.2.2 Bijbehorende bouwwerken
  • a. per standplaats mag niet meer dan 1 vrijstaand bijgebouw worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte per standplaats mag niet meer dan 15 m2 bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.
32.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. indien het voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van terreinverlichting mag niet meer dan 10 m bedragen;
  • c. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedragen.
32.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
32.4 Afwijken van de bouwregels
32.4.1 Omgevingsvergunning

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 32.2.1 onder b en worden toegestaan dat de onderlinge afstand wordt verminderd, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid en veiligheid in geval van calamiteiten.

32.4.2 Afwegingskader

Een in 32.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid;
  • g. de brandveiligheid.