direct naar inhoud van Artikel 23 Sport
Plan: Nijkerk 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0002-0005

Artikel 23 Sport

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Sport ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van sportactiviteiten, met uitzondering van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren, alsook voor ondergeschikte en daarbij behorende horeca;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' tevens voor een jongerencentrum/kinderdagverblijf/educatieve doeleinden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' tevens voor een antennemast;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuurterrein' voor een hondendressuurterrein;

met daarbij behorende:

  • e. gebouwen - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • g. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
  • h. wegen;
  • i. paden;
  • j. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. parkeervoorzieningen.
23.2 Bouwregels

Op de voor ' Sport aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

23.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. in aanvulling op het bepaalde in 23.2.1 onder a mag een gebouw al dan niet gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een maximale gezamenlijke oppervlakte per bouwvlak van niet meer dan 10% van het betreffende bouwvlak;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' geldt dat de goot- respectievelijk bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogtes;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • e. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan mogen gehandhaafd worden.
23.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een lichtmast mag niet meer dan 15 m bedragen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' mag de bouwhoogte van een antennemast niet meer dan 50 m bedragen;
  • d. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 6 m bedragen.
23.3 Nadere eisen
23.3.1 Nadere eis

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
23.3.2 Procedure

Voor het stellen van een nadere eis geldt de in 42.1 vermelde voorbereidingsprocedure.