direct naar inhoud van Artikel 21 Maatschappelijk - Zorginstelling
Plan: Nijkerk 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0002-0005

Artikel 21 Maatschappelijk - Zorginstelling

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Maatschappelijk - Zorginstelling ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen ten behoeve van een zorginstelling;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument', tevens het behoud, de bescherming en/of het herstel van de cultuurhistorische waarden van de bebouwing;

met daarbij behorende:

  • c. gebouwen, een bedrijfswoning daaronder niet begrepen;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • e. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
  • f. tuinen;
  • g. erven;
  • h. terreinen;
  • i. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. parkeervoorzieningen.
21.2 Bouwregels

Op de voor ' Maatschappelijk - Zorginstelling ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

21.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' geldt dat het bebouwingspercentage van het bouwvlak niet meer mag bedragen dan het aangegeven percentage;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • d. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan mogen gehandhaafd worden.
21.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. indien het voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van lichtmasten en vlaggenmasten mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • c. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedragen.
21.3 Nadere eisen
21.3.1 Nadere eis

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
21.3.2 Procedure

Voor het stellen van een nadere eis geldt de in 42.1 vermelde voorbereidingsprocedure.