direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Eierhandel, Gezellenstraat 25
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP00002-0004

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven zoals genoemd in de bij deze regels als bijlage behorende bedrijvenlijst onder de categorieën 1, 2 en 3 alsmede voor bedrijven welke op tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerpplan binnen de op de aangewezen gronden bestaan;
  • b. handelsbedrijven met uitzondering van detailhandelsbedrijven;
  • c. kantoren;
  • d. parkeren;
  • e. met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en erven.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage', mag niet worden overschreden;
  • c. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte', mag niet worden overschreden.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 10 meter bedragen, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen die van af de voet gemeten maximaal 2 meter hoog mogen zijn;
  • b. kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting mogen maximaal 8 meter hoog zijn.
3.3 Afwijking van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 3.2.1 en toestaan dat een bedrijfsgebouw gedeeltelijk buiten een bouwvlak wordt gebouwd, mits:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 50 m2 bedraagt;
  • b. de hoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 3 meter bedraagt;
  • c. geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de milieusituatie;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.