Type plan: beheersverordening
Naam van het plan: Chw bestemmingsplan Beheersverordening Parapluplan Klimaat 2023
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0263.BV0004-VG01
1 Inleidende regels
 
Artikel 1 Begrippen
 
In deze regels wordt verstaan onder:
 
1.1 Plan
De beheersverordening Parapluplan Klimaat 2023 met identificatienummer NL.IMRO.0263.BV0004-VG01 van de gemeente Maasdriel.
 
1.2 Beheersverordening
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage.
 
1.3 Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regelsworden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
 
1.4 Aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
 
1.5 Bebouwde kom
De verkeerskundige bebouwde kom / stedelijke bebouwing.
 
1.6 Bestaand verhard oppervlak
Het verhard oppervlak dat is aanwezig is in het plangebied
 
1.7 Bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
 
1.8 Bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
 
1.9 Bouwpeil
De minimale hoogte van het peil op bouwplanniveau.
 
1.10 Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzijindirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
 
1.11 Geaccidenteerd terrein
Een heuvelachtig terrein bijvoorbeeld in de nabijheid van een dijk.
 
1.12 Inwoners
Het aantal toekomstige inwoners uitgaande van een inwonersequivalent van 2,5 inwoners per woning.
 
1.13 Nieuw verhard oppervlak
Het totaal van alle verharde oppervlakken die binnen het plangebied gerealiseerd worden engehandhaafd blijven.
 
1.14 Nutsvoorzieningen
Voorzieningen ten behoeve van algemeen nut in ruimte zin zoals: voorzieningen / installaties tenbehoeve van gas, water en elektriciteit, signaalverdeling, telecommunicatieverkeer, waterzuivering,waterbeheersing, waterhuishouding, vuil- en afvalverwerking, compostering, wijkverwarming,milieuvoorzieningen, e.d.
 
1.15 Overige maatregelen
Naast voldoende waterberging dienen mogelijk ook andere maatregelen omtrent waterhuishouding,zoals bijvoorbeeld voldoende ontwatering en scheiden van afvalwaterstromen worden getroffen.
 
1.16 Plangebied
Een geometrisch bepaald vlak gelijk aan het gebied binnen de werkgrenzen.
 
1.17 Te handhaven verharde oppervlakten
De bestaande verharde oppervlakken die na gereedkomen van het plan nog steeds aanwezig zijn.
 
1.18 Verhard oppervlak
Is het oppervlak voorzien van verhardingen (o.a. bebouwing, wegen, en overige terreinen waarvan debodem bedekt is met niet of gedeelte waterdoorlatende materialen), zodanig dat hemelwater van ditoppervlak niet in de bodem kan infiltreren.
 
1.19 Vlak terrein
Een niet hellend terrein met mogelijk plaatselijk oneffenheden.
 
1.20 Vloerpeil
De hoogte van de afgewerkte begane grondvloer van de woning. In het Water- en RioleringsplanBommelerwaard 2022-2026 wordt er gesproken over een bouwpeil in plaats van een vloerpeil.
 
1.21 Water
Al het oppervlaktewater zoals sloten, wadi’s, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en anderewaterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen.
 
1.22 Waterberging
Voorziening voor het tijdelijk vasthouden van hemelwater dat afstroomt vanaf de oppervlakte van eenbouwwerk, overig bouwwerk en/of overige verhardingen. Hieronder wordt ook retentie verstaan.
 
1.23 Waterhuishoudkundige voorzieningen
Voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging,hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit (zoals duikers, stuwen, gemalen, inlaten, wadi’sinfiltratievoorzieningen, sloten, greppels en vijvers, ook als deze incidenteel of structureel droogvallenetc.).
Artikel 2 Wijze van meten
 
2.1 de oppervlakte van een bouwwerk:
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerdop het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
 
2.2 peil:
  1. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg of pad grenst: de hoogte van de kruin van die weg of dat pad ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse (na bouwrijp maken).
2 Algemene regels
 
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
 
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering isof alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 4 Overige regels
 
4.1 Van toepassing verklaren
De regels in dit plan zijn van toepassing op de hieronder opgenomen ruimtelijke plannen:'Beheersverordening Velddriel', 20 april 2017 vastgesteld.
Voor het overige blijven de regels van de bovengenoemde ruimtelijke plannen onverminderd van kracht.
 
4.2 Regels met betrekking tot betrokken ruimtelijke plannen
Aan de regels van de in artikel 4.1 genoemde ruimtelijke plannen worden aan het hoofdstuk ‘Algemeneregels’, dan wel ‘Algemene bepalingen’, regels toegevoegd ten aanzien van waterberging en groen.Voor zover de in artikel 4.1 genoemde ruimtelijke plannen een regeling bevat ten aanzien vanwaterberging en/of groen dan wordt deze regeling herzien door middel van dit plan. Het betreft devolgende regelingen:
 
4.2.1. Waterberging
Onderstaande regels betreft de herziening dan wel aanvulling van de regels inzake waterbergingen.
 
4.2.1.1 Voorwaardelijke verplichting waterbergingen
  1. Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen staat vast dat wordt voorzien in een waterberging. De compensatienorm voor de hemelwatervoorziening is minimaal 43,6 mm/m² (T=10+10%) voor alle te handhaven bestaande en nieuwe verharde oppervlakten binnen het plangebied. De inhoud van de waterberging en de omvang van de andere maatregelen worden vastgesteld met toepassing van het “Hemelwaterbeleid gemeente Maasdriel” behorende als bijlage C bij het Water- en Rioleringsplan Bommelerwaard 2022-2026 of deins rechtopvolger;
  2. Als de onder lid a bedoelde (beleids)regelingen worden gewijzigd, wordt met die wijziging rekening gehouden.
 
4.2.1.2 Uitzondering
  1. Artikel 4.2.1.1 is niet van toepassing op bouwplannen waarover voor inwerkingtreding van deze beheersverordening privaatrechtelijke afspraken over waterbergingen tussen de initiatiefnemer en de gemeente zijn gemaakt.
  2. Artikel 4.2.1.1 is niet van toepassing op bouwplannen met een nieuw verhard oppervlak kleiner dan 50 m².
  3. Op de waterbergingsopgave zoals berekend wordt conform artikel 4.2.1.1 kan beschikbare bestaande waterberging in een hemelwatervoorziening voor bestaand verhard oppervlak, indien aantoonbaar, in mindering worden gebracht.
 
4.2.1.3 Afwijkende eisen
Het bevoegd gezag kan bij de omgevingsvergunning afwijkende eisen stellen ten aanzien van dewaterberging, zoals bedoeld in artikel 4.2.1.1 indien dit, gelet op de feitelijke omstandigheden,noodzakelijk is. De initiatiefnemer stelt hiervoor, in overleg met de gemeente, een motivering enberekening op.
 
4.2.2. Peilen
Onderstaande regels betreft de herziening van de regels inzake peilen
 
4.2.2.1 Voorwaardelijke verplichting peilen
  1. Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen staat vast dat wordt voldaan aan het bouwpeil en het vloerpeil. De omvang van het bouwpeil en het vloerpeil worden vastgesteld met toepassing van het Water- en Rioleringsplan Bommelerwaard 2022-2026.
    • Het bouwpeil ligt:
      • in geaccidenteerd terrein (in de nabijheid van dijken): minimaal 15 cm boven het gemiddelde peil van het oorspronkelijke omliggende terrein;- in vlak terrein, voor zover dat oorspronkelijk hoger ligt dan de kruin van de weg: minimaal 15 cm boven het oorspronkelijke terrein;
      • in vlak terrein, voor zover dat oorspronkelijk lager ligt dan de kruin van de weg: minimaal 15 cm boven de kruin van de weg.
      • Bouwpeil dient in samenspraak met gemeente bepaald te worden;
    • Het vloerpeil van de woning ligt 30 cm boven het hoogste punt van de weg of verharding als ergeen rijbaan ligt of alleen voetpad. Het vloerpeil dient in samenspraak met gemeente metgemeente bepaald te worden;
  2. Als de onder lid a bedoelde (beleids)regelingen worden gewijzigd, wordt met die wijziging rekening gehouden.
 
4.2.2.2 Uitzondering
Artikel 4.2.2.1 is niet van toepassing op bouwplannen waarover voor inwerkingtreding van dezebeheersverordening privaatrechtelijke afspraken over peilen tussen de initiatiefnemer en de gemeentezijn gemaakt.
 
4.2.2.3 Afwijkende eisen
Het bevoegd gezag kan bij de omgevingsvergunning afwijkende eisen stellen ten aanzien van de peilen,zoals bedoeld in artikel 4.2.2.1 indien dit, gelet op de feitelijke omstandigheden, noodzakelijk is. Deinitiatiefnemer stelt hiervoor, in overleg met de gemeente, een motivering en berekening op.
 
4.2.3 Groen
Onderstaande regels betreft de herziening van de regels inzake groen.
 
4.2.3.1 Voorwaardelijke verplichting groen
  1. Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen staat vast dat wordt voldaan aan de boomnorm, de groennorm bij woningen en de groennorm bedrijventerreinen. De omvang van de boomnorm en groennorm wordt vastgesteld met toepassing van het “Deelvisie Groen en Bomen”;
    • De boomnorm betreft minimaal 0,4 boom per inwoner binnen de bebouwde kom en 1,4 boom per inwoner in het buitengebied.
    • De groennorm betreft minimaal 24,4 m² per inwoner in de bebouwde kom.
    • De groennorm betreft minimaal 30 m² per inwoner in nieuwbouw.
    • De groennorm bedrijventerreinen betref minimaal 10% van het kaveloppervlak en minimaal 10% van de openbare ruimte;
  2. Als de onder lid a bedoelde (beleids)regelingen worden gewijzigd, wordt met die wijziging rekening gehouden.
 
4.2.3.2 Uitzondering
  1. Artikel 4.2.3.1 is niet van toepassing op bouwplannen waarover voor inwerkingtreding van deze beheersverordening privaatrechtelijke afspraken over groen tussen de initiatiefnemer en de gemeente zijn gemaakt.
  2. Artikel 4.2.3.1 is niet van toepassing op bouwplannen met 3 of minder woningen.
  3. Voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen geldt dat buitendijk van waterkeringen en binnen beschermingszones van dijken maatwerk wordt getroffen op artikel 4.2.3.1.
 
4.2.3.3 Afwijkende eisen
Het bevoegd gezag kan bij de omgevingsvergunning afwijkende eisen stellen ten aanzien van deomvang van de boomnorm en groennorm, zoals bedoelt in artikel 4.2.3.1 indien dit, gelet op de feitelijkeomstandigheden, noodzakelijk is. De initiatiefnemer stelt hiervoor, in overleg met de gemeente, eenmotivering en berekening op.
3 Overgangs- en slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht
 
5.1 Overgangsrecht bouwwerken
5.1.1 Algemeen
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of inuitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor de activiteitbouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
  1. Gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. Na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
 
5.1.2 Afwijking
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 5.1.1 eenomgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld inartikel 5.1.1 met maximaal 10%.
 
5.1.3 Uitzondering
Artikel 5.1.1 is niet van toepassing op niet vergunningsvrije bouwwerken die weliswaar bestaan op hettijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijdmet het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van het plan.
 
5.2 Overgangsrecht gebruik
5.2.1 Algemeen
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van debeheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
 
5.2.2 Strijdig gebruik
Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in artikel 5.2.1, te veranderenof te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering deafwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
 
5.2.3 Onderbroken gebruik
Indien het gebruik, bedoel in artikel 5.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor eenperiode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of telaten hervatten.
 
5.2.4 Uitzondering
Artikel 5.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met de voorheen geldendebeheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 6 Slotregel
 
Deze regels worden aangehaald als: Regels de beheersverordening ‘Parapluplan Klimaat 2023’ van degemeente Maasdriel.