direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buitengebied herziening 2019, reparatie Langestraat 37-39
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0263.BP1193-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

In het buitengebied van de gemeente Maasdriel ligt ten zuiden van de kern Heerewaarden, aan de Langestraat 37-39, het bedrijventerrein Van Heemstraweg. Ter plaatse van het bedrijventerrein gold het bestemmingsplan 'Buitengebied, binnendijks deel'. De daarin opgenomen regeling voor het bedrijventerrein was beperkend ten opzichte van het daarvoor geldende bestemmingsplan. De toegestane milieucategorieën waren afgewaardeerd en de mogelijkheid voor zelfstandige kantoren waren komen te vervallen. Als gevolg daarvan is de gemeente Maasdriel geconfronteerd met een planschadeclaim van het op het bedrijventerrein aanwezige bedrijf.

De gemeente is tot het oordeel gekomen dat deze schade onevenredig hoog is en heeft deze schade 'in natura' willen compenseren. Op 11 september 2014 is daartoe het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2014, bedrijventerrein Hogewaard en Van Heemstraweg' vastgesteld. Door middel van de bestemmingsplanherziening zijn de eerder geldende mogelijkheden op het westelijk deel van het bedrijventerrein hersteld. De toegestane milieucategorieën zijn opgewaardeerd en zelfstandige kantoren zijn weer toegestaan. Voor het oostelijk deel is de regeling niet aangepast, omdat dit gevolgen kan hebben voor de gewenste woningbouwontwikkeling bij Heerewaarden.

Nadat dit plan onherroepelijk is geworden, is onderzocht of er nog sprake was van restschade. Er bleek nog een forse restschade te zijn.

Bij besluit van 10 januari 2017 heeft de gemeente voor de resterende planschade een tegemoetkoming in de vorm van compensatie in natura toegekend. Besloten werd in de eerstvolgende herziening van het bestemmingsplan 'Buitengebied, binnendijks deel' ook op het oostelijk deel van het bedrijventerrein de toegestane bedrijfsactiviteiten te wijzigen in maximaal milieucategorie 3.2. Daarmee heeft de gemeente geaccepteerd dat deze hogere milieucategorie invloed kan hebben op de gewenste woningbouwontwikkeling. Daarbij is bepaald dat de schade alsnog geldelijk zal worden vergoed indien compensatie in natura niet mogelijk is.

Vervolgens in het ontwerpbestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016' voorzien in de bedoelde compensatie in natura door op het oostelijk deel van het bedrijventerrein bedrijfsactiviteiten tot en met maximaal milieucategorie 3.2 weer mogelijk te maken.

Het besluit van 10 januari 2017 hield stand bij de rechtbank maar de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) oordeelde in haar uitspraak d.d. 10 april 2019 dat de tegemoetkoming in de vorm van compensatie in natura onder meer afhankelijk is gesteld van de toekomstige, onzekere gebeurtenis dat het nieuwe bestemmingsplan, na vaststelling, ook onherroepelijk wordt. De onzekerheid over de duur en uitkomst van die procedure is ten onrechte niet ondervangen door in het besluit op te nemen dat uitbetaling van het in het besluit bedoelde bedrag zal plaatsvinden, indien het nieuwe bestemmingsplan op een in het besluit bepaalde datum niet onherroepelijk is. Gelet hierop is volgens de Afdeling ten onrechte het standpunt ingenomen dat de tegemoetkoming in de geleden planschade voldoende anderszins is verzekerd. Volgens de Afdeling is het hoger beroep daarom gegrond.

De Afdeling heeft zelf in de zaak voorzien en bepaald dat uiterlijk op 1 oktober 2019 een nieuw bestemmingsplan dient te zijn vastgesteld en dat het plan uiterlijk op 1 oktober 2020 onherroepelijk dient te zijn. Indien dit niet het geval is zal een tegemoetkoming in de planschade moeten worden betaald. De behandeling van de beroepen bij het vastgestelde bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016' vergt zeer waarschijnlijk meer tijd, waardoor de datum van 1 oktober 2020 niet wordt gehaald.

Gelet op bovenstaande termijnen is besloten voor het bedrijventerrein een apart bestemmingsplan vast te stellen en het perceel geen onderdeel meer te laten uitmaken van het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016'. Het onderhavige bestemmingsplan voorziet hierin.

1.2 Leeswijzer

In deze toelichting wordt in hoofdstuk 2 een planbeschrijving gegeven. In hoofdstuk 3 en 4 wordt kort ingegaan op de uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in de in hoofdstuk 1 genoemde compensatie in natura door ook op het oostelijk gedeelte van het perceel weer bedrijfsactiviteiten tot en met maximaal milieucategorie 3.2 mogelijk te maken. Hiermee wordt de eerder geldende regeling hersteld. Met betrekking tot de opzet van het plan is aangesloten bij de plansystematiek van het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2016'.

Hoofdstuk 3 Omgevingsaspecten

In een bestemmingsplan dient aangetoond te worden dat er sprake is van een 'goede ruimtelijke ordening'. Onderdeel hiervan is dat omgevingsaspecten zoals bodem en water geen belemmering vormen voor het plan en dat het plan in dit kader uitvoerbaar is.

Met het bestemmingsplan worden de eerder geldende gebruiksmogelijkheden op het bedrijventerrein hersteld. Het plan brengt feitelijk geen wijziging met zich mee, de nu aanwezige bedrijfsactiviteiten betreffen reeds activiteiten uit de milieucategorieën 3.1 en 3.2. Het plan voorziet verder niet in nieuwe ontwikkelingen. Overigens is de uitvoerbaarheid van het plan mede betrokken in het bestemmingsplan 'Buitengebied, herziening 2016'.

Hiermee is de uitvoerbaarheid van het plan aangetoond.

Hoofdstuk 4 Juridische planopzet

Voorliggend bestemmingsplan bestaat uit de enkelbestemming 'Bedrijventerrein'. In deze bestemming zijn bedrijven tot en met categorie 3.2 van de in de Bijlage 1 opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten toegestaan en kantoren als zelfstandige functie. Voor kantoren geldt dat deze binnen de bestemming als zelfstandige functie alleen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - van heemstraweg'.

Verder is ter bescherming van archeologische waarden de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 6' opgenomen.

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk 2' zijn de gronden tevens bestemd als beschermingszone voor de waterkerende functie van de waterkeringen.

Hiermee zijn de voorheen geldende gebruikmogelijkheden hersteld.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische uitvoerbaarheid

Dit plan heeft slechts betrekking op het herstellen van de eerder toegestane gebruiksmogelijkheden en de feitelijk bestaande situatie binnen het plangebied. Hierdoor is de economische uitvoerbaarheid niet in het geding. Kostenverhaal in het algemeen en in het kader van artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening is daarom ook niet aan de orde.

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Zoals eerder opgemerkt heeft de betreffende locatie onderdeel uitgemaakt van het (voor)ontwerpbestemmingsplan 'Buitengebied, herziening 2016'.

Het voorontwerp-bestemmingsplan heeft van 30 maart 2017 tot en met 10 mei 2017 met de daarbij behorende stukken voor iedereen ter inzage gelegen.

M.b.t. de locatie Langestraat 37-39 is in het kader van de inspraak de volgende zienswijze ingediend en beantwoord, zoals hieronder aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1193-VG01_0001.png"

Het ontwerpbestemmingsplan 'Buitengebied, herziening 2016' heeft van 20 juli 2017 tot en met 30 augustus 2017 ter inzage gelegen. Het plangebied van het onderhavige plan is hier onderdeel van en heeft zodanig deze procedurefase doorlopen. Zoals aangegeven in paragraaf 1.1 is naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling d.d. 10 april 2019 besloten om vervolgens voor het onderhavige plangebied een apart bestemmingsplan vast te stellen. Hiermee wordt het 'integrale plan Buitengebied' als het ware in twee delen vastgesteld op 26 juni 2019.

Om in redelijkheid te kunnen voldoen aan de voorwaarden uit de uitspraak van de Afdeling is het onderhavige bestemmingsplan opgesteld en afzonderlijk van het bestemmingsplan buitengebied vastgesteld.

Zienswijze

In het kader van de terinzagelegging van het bestemmingsplan 'Buitengebied, herziening 2016' is voor de onderhavige locatie één zienswijze ingediend. Indiener van de zienswijze verzoekt duidelijkheid en een motivatie te geven waarom, ondanks dat er geen gewijzigde omstandigheden zijn t.o.v. de behandeling op 23 juli 2015 bij de Raad van State, het nu wel mogelijk zou zijn om voor het oostelijk deel van het bedrijventerrein milieucategorie 3.2 toe te staan.

Gemeentelijke reactie op de zienswijze:

De verlaging van de maximaal toegestane milieucategorie is destijds doorgevoerd omdat de provincie verzocht om milieucategorieën waar mogelijk te verlagen, er een EHS-gebied in de nabijheid lag, er een gevoelig object in de omgeving was en om eventuele belemmeringen te voorkomen voor het in de toekomst eventueel kunnen uitbreiden van een woongebied. De gemeente heeft beleidsvrijheid waar het gaat om het toekennen van bestemmingen en het bepalen van de activiteiten die binnen die bestemmingen zijn toegestaan.


Nu onlangs is gebleken dat met de momenteel nog toegestane maximale milieucategorie sprake is van planschade, is de situatie opnieuw bezien. Planschade is namelijk nooit de intentie geweest en wil de gemeente zoveel als mogelijk voorkomen/ wegnemen.


Er is nu gekozen om de maximaal toegestane milieucategorie van het oostelijk deel te verhogen van 3.1 naar 3.2 (net zoals voor de rest van het terrein) omdat hiermee de planschade wordt weggenomen en de andere belangen daarmee niet onevenredig worden geschaad. Er zijn namelijk geen belemmeringen/omstandigheden gezien die deze beperkte verhoging in de weg staan en de gemeente accepteert daarmee in de toekomst mogelijk beperkingen te hebben waar het gaat om het kunnen uitbreiden van een woongebied. Verder geeft de aanwezigheid van een woning op 70 meter slechts voor een zeer beperkt deel van het terrein een beperking en is het daarnaast zo dat niet alle 3.2. bedrijven in praktijk ook een milieuhindercirkel van 100 meter hebben. Er kan vanwege omstandigheden/maatregelen (zoals bijv. met een geluidswal) van afstanden (gemotiveerd) worden afgeweken.


Zoals gemeld heeft de gemeente een hoge mate van beleidsvrijheid waar het gaat om het toekennen van bestemmingen en het bepalen van de activiteiten die binnen die bestemmingen zijn toegestaan en zijn er geen zwaarwegende omstandigheden die deze beperkte opwaardering in de weg staan.


Met bovenstaande wordt invulling gegeven aan het besluit van burgemeester en wethouders van 10 januari 2017 om voor de resterende planschade een tegemoetkoming in de vorm van compensatie in natura toe te kennen. Tegen dit besluit is beroep ingesteld bij de Raad van State |Afdeling Bestuursrechtspraak. De RvS heeft op 10 april 2019 in deze zaak uitspraak gedaan en daarbij aangegeven dat indien niet op 1 oktober 2019 een nieuw bestemmingsplan is vastgesteld waarin de compensatie in natura wordt geboden en waarbij alsnog uitbetaling dient te volgen in de situatie dat een nieuw bestemmingsplan voor die datum is vastgesteld en daartegen beroep wordt ingesteld en dat plan of het plandeel waarop het beroep betrekking heeft op 1 oktober 2020 niet onherroepelijk is, alsnog de resterende planschade moet worden uitgekeerd. Om aan deze uitspraak te kunnen voldoen is ervoor gekozen om de locatie Langestraat 37-39 als een afzonderlijk bestemmingsplan vast te stellen, waarin de compensatie in natura wordt geregeld. Met een dergelijk afzonderlijk bestemmingsplan kan beter aan de voorwaarden van vaststelling en onherroepelijk zijn per 1 oktober 2019 respectievelijk 2020 worden voldaan, dan als onderdeel van het bestemmingsplan voor het gehele buitengebied (met vaak langer durende beroepsprocedures). De betreffende locatie maakt dan niet langer deel uit van het plangebied van het bestemmingsplan Buitengebied, herziening 2016.


Gevolgen overige zienswijzen

Het gehele bestemmingsplan buitengebied is gewijzigd vastgesteld. Dat heeft ook gevolgen voor de onderhavige locatie.

Hieronder daarvan een overzicht:

  • Het begrip 'bedrijf' is ingevoegd in verband met bepalen wat één bedrijf is.
  • Aanpassing bestemmingsomschrijving artikel 'Bedrijventerrein': er is toegevoegd dat het bij de eerste twee leden ook kan gaan om naar aard, uitstraling en invloed op de omgeving vergelijkbare bedrijven.
  • Aanpassing bouwregels artikel 'Bedrijventerrein': de maximum bouwhoogte voor bedrijfswoning is nu in overeenstemming met het geldend bestemmingsplan en bedraagt nu 9,00 m. Door middel van een afwijking van het bestemmingsplan is verhoging tot 11,00 m mogelijk.
  • Aangepaste redactie artikel 'Waarde - Archeologie 6'.
  • Parkeerregeling is overgenomen van paraplubestemmingsplan 'Paraplubestemmingsplan Parkeren 2018' (met identificatienummer NL.IMRO.0263.BP1153-VG01) van de gemeente Maasdriel.
  • Aangepaste redactie van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk 2'.