direct naar inhoud van Regels
Plan: Heerewaarden herziening 2015, MFC Bukestraat-Langestraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0263.BP1133-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

Het bestemmingsplan 'Heerewaarden herziening 2015, MFC Bukestraat-Langestraat' met identificatienummer NL.IMRO.0263.BP1133-VG01 van de gemeente Maasdriel.

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 bebouwing

Één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.6 bed & breakfast

Een voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt, als ondergeschikte toeristisch-recreatieve activiteit. Onder een bed & breakfast-voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.

1.7 begane grond

De onderste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een kelder.

1.8 bestaand

Bij gebruik: aanwezig op het moment van het van kracht worden van dit plan.

Bij bouwwerken: aanwezig op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.

1.9 bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.10 bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.11 bevoegd gezag

Bevoegd gezag als bedoeld in artikel 2.4 Wabo of opvolgende wetgeving.

1.12 bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.13 bouwgrens

De grens van een bouwvlak.

1.14 bouwlaag

Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van een kelder en de ruimte(n) in de kap.

1.15 bouwperceel

Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.16 bouwperceelgrens

De grens van een bouwperceel.

1.17 bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.18 bouwwerk

Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.19 buitenschoolse opvang

1.19 buitenschoolse opvang

Een bedrijf of stichting gericht op de opvang van kinderen buiten de schooltijden.

1.20 coffeeshop

Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse en het verstrekken van verdovende en/of hallucinerende stoffen, met eventueel als nevenactiviteit het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide kleine etenswaren.

1.21 dakopbouw

Een opbouw op het dak van een gebouw, waarbij de goot- en nokhoogte van het dak van de opbouw zijn verhoogd ten opzichte van de goot- en nokhoogte van het dak van het gebouw.

1.22 detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.23 evenement

Een activiteit, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, sportieve, culturele en/of levensbeschouwelijke doeleinden.

1.24 gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.25 geurgevoelig object of terrein

Een gebouw of terrein, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt.

1.26 horeca

Een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt. De horecabedrijven zijn in drie categorieën te onderscheiden:

  • a. categorie 1: vormen van horeca-activiteiten waar in hoofdzaak maaltijden, (alcoholische) dranken en/of logies worden verstrekt en waarvan de exploitatie doorgaans in de avonduren of zowel overdag als in de avonduren plaatsvindt, zoals een café, restaurant, hotel en pension;
  • b. categorie 2: vormen van horeca-activiteiten die qua exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen, waar naast kleinere etenswaren in hoofdzaak alcoholvrije dranken worden verstrekt, en waarvan de exploitatie zowel overdag als in de vroege avonduren plaatsvindt, zoals een lunchroom, broodjeszaak, ijssalon, cafetaria, snackbar, automatiek, afhaalrestaurant;
  • c. categorie 3: vormen van horeca-activiteiten waarbij in hoofdzaak alcoholische drank wordt verstrekt en waarvan de exploitatie doorgaans in de avonduren plaatsvindt, een aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaakt en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt, zoals bardancings, discotheken, nachtclubs en coffeeshops.

1.27 kelder

Een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of tot ten hoogste 0,5 m boven de kruin van de weg, waaraan het bouwperceel is gelegen.

1.28 kinderdagverblijf

opvang van kinderen in een crèche of daarmee vergelijkbaar verblijf, gedurende één of meer dagdelen per week, het hele jaar door.

1.29 maatschappelijk

Voorzieningen ten behoeve van openbaar bestuur, religie, verenigingsleven, cultuur, onderwijs, opvoeding, gezondheidszorg en openbare dienstverlening.

1.30 omgevingsvergunning

Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo of opvolgende wetgeving.

1.31 (openbare) nutsvoorziening

Een bouwwerk dat ten dienste staat van het openbaar energietransport dan wel de telecommunicatie, zoals een schakelkast, een elektriciteitshuisje en een verdeelstation.

1.32 overig bouwwerk

Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.33 overkapping

Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met maximaal één gesloten wand.

1.34 pand

De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

1.35 peil
  • a. In geaccidenteerd terrein (in de nabijheid van dijken): ten hoogste 15 cm boven het gemiddelde oorspronkelijke omliggende terrein.
  • b. In vlak terrein, voor zover dat oorspronkelijk hoger ligt dan de kruin van de weg: ten hoogste 15 cm boven het oorspronkelijke terrein.
  • c. In vlak terrein, voor zover dat oorspronkelijk lager ligt dan de kruin van de weg: ten hoogste 153 cm boven de kruin van de weg.

1.36 restauratieve voorziening

Voorziening gericht op het verstrekken van (eenvoudige) spijzen en dranken aan de gebruikers van het multifunctionele centrum en/of de sportvoorzieningen.

1.37 seksinrichting

De voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.38 standplaats

Een openbare (voor het publiek toegankelijke) en in de openlucht gelegen plaats voor het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, waarbij gebruik wordt gemaakt van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen, een stal of een tafel.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.3 de inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of) het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.4 de oppervlakte van een bouwwerk

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.5 het bebouwingspercentage

het percentage van een bouwperceel of benoemd perceelsgedeelte dat met bebouwing mag worden bebouwd.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd – Multifunctioneel Centrum en Sportvoorzieningen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd – Multifunctioneel Centrum en Sportvoorzieningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een multifunctioneel centrum, bestaande uit:
    • 1. een basisschool, peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang, kinderdagverblijf, bibliotheek en/of daarmee vergelijkbare andere onderwijs- en opvoeding ondersteunende voorzieningen,
    • 2. een gymzaal,
    • 3. een dorpshuis en/of kantine,
    • 4. multifunctionele ruimtes voor het geven van/houden van (handvaardigheids-)lessen, workshops, cursussen, repetities en daarmee vergelijkbare andere activiteiten,
    • 5. spreek- en behandelkamers ten behoeve van het houden van vergaderingen, besprekingen en spreekuren of het geven van medische/therapeutische behandelingen die buiten een ziekenhuis of een praktijkruimte kunnen plaatsvinden, met bijbehorende ondersteunende ruimtes,
  • b. waarbij de genoemde voorzieningen en ruimtes (mede) zijn te gebruiken ten behoeve van het verenigingsleven, maatschappelijke voorzieningen en vieringen van aangelegenheden uit de dorpsgemeenschap;
  • c. niet-overdekte sportaccommodaties;
  • d. evenementen;
  • e. watergangen, waterretentie, waterzuivering en -infiltratie,
  • f. een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals wegen en paden ter ontsluiting van het terrein, groen- en speelvoorzieningen, terrassen en parkeervoorzieningen.

Tevens zijn restauratieve voorzieningen toegestaan ten dienste van activiteiten in het multifunctioneel centrum en van sportactiviteiten.

3.2 Bouwregels

3.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in artikel 3.1 mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming:

  • a. gebouwen ten behoeve van een multifunctioneel centrum en van sportvoorzieningen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • c. gebouwen mogen binnen het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat de oppervlakte van gebouwen in totaal binnen het bouwvlak niet meer dan 1.500 m² mag bedragen;
  • d. buiten het bouwvlak mogen gebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat de oppervlakte van gebouwen in totaal buiten het bouwvlak niet meer dan 100 m² mag bedragen;
  • e. de bouwhoogte binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 10 m en buiten het bouwvlak niet meer dan 3,5 m;
  • f. de goothoogte binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 4 m, met dien verstande dat deze maximum goothoogte niet geldt voor een dakopbouw, die op gebouwen mag worden aangebracht voor zover deze voldoet aan de volgende bepalingen:
  • g. de dakopbouw is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – dakopbouw';
  • h. de bouwhoogte van het gebouw inclusief dakopbouw mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • i. de oppervlakte aan dakopbouwen per gebouw mag niet meer bedragen dan 15% van de oppervlakte van het betreffende gebouw.
  • j. de dakhelling van gebouwen bedraagt niet meer dan 30°.

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan hierna is aangegeven:

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde     Max. hoogte    
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde:
- erf- en/of terreinafscheidingen;
- oefenmuren
- lichtmasten  
3 m  
Erf- en/of terreinafscheidingen   2 m  
Oefenmuren   6 m  
Vangnetten en/of ballenvangers   10 m  
Lichtmasten   20 m  

3.3 Nadere eisen

Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen Burgemeester en Wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:

  • a. om de ruimtelijke samenhang met de overige bebouwing veilig te stellen;
  • b. om een milieuhygiënisch verantwoorde situering te bevorderen;
  • c. m een onevenredige inbreuk op het aanwezige woon- en leefmilieu te voorkomen;
  • d. om een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende terreinen te voorkomen.

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden voor:

  • a. het geplaatst houden van kampeermiddelen;
  • b. lawaaisporten;
  • c. detailhandel of dienstverlening, uitgezonderd detailhandel of dienstverlening vanaf standplaatsen als bedoeld in artikel 5.2;
  • d. horeca, uitgezonderd restauratieve voorzieningen als bedoeld in artikel 3.1;
  • e. permanente bewoning;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd uitgesloten – geurgevoelige functies', geurgevoelige objecten en terreinen.

3.4.2 Evenementen

Ten aanzien van de evenementen als bedoeld in 3.1 geldt dat:

  • a. evenementen zowel binnen als buiten mogen plaatsvinden;
  • b. een evenement maximaal 15 dagen mag duren, inclusief het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement;
  • c. er geen detailhandel mag plaatsvinden, anders dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane evenement, met uitzondering van vlooien- en/of rommelmarkten, die wel plaats mogen vinden;
  • d. evenementen binnen niet meer dan 26 maal per jaar mogen plaatsvinden;
  • e. evenementen buiten niet meer dan 12 maal per jaar mogen plaatsvinden;
  • f. evenementen buiten uitsluitend zijn toegestaan indien vooraf in voldoende mate is onderbouwd dat de te verwachten geluidsbelasting aan de daarvoor geldende geluidnormen voldoet en indien vooraf in voldoende mate is onderbouwd dat de te verwachten parkeer- en verkeersdruk niet zal leiden tot parkeer- of verkeersoverlast;
  • g. evenementen buiten uitsluitend zijn toegestaan indien deze niet kunnen leiden tot een onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat.

3.4.3 Compensatie in het kader van de wateropgave

Het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de voor 'Gemengd – Multifunctioneel Centrum en Sportvoorzieningen' aangewezen gronden conform de bestemming 'Gemengd – Multifunctioneel Centrum en Sportvoorzieningen' is alleen toegestaan als de aanleg van ten minste 77 m3 aan compenserende waterretentievoorzieningen is uitgevoerd en in stand wordt gehouden.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene gebruiksregels

5.1 Verboden gebruik gronden en opstallen

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. een seksinrichting;
  • b. het huisvesten van tijdelijke werknemers;
  • c. het uitoefenen van een bed & breakfast;
  • d. als opslag-, stort- en of lozingsplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen, grond, stoffen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

5.2 Gebruik gronden voor standplaatsen

De voor het publiek toegankelijke gronden binnen het plan mogen worden gebruikt als standplaats.

Artikel 6 Algemene afwijkingsregels

6.1 Algemene afwijking tot 10%

Het bevoegd gezag kan, voor zover niet reeds op grond van een andere bepaling van deze regels omgevingsvergunning kan worden verleend, omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages.

6.2 Algemene afwijking openbare nutsvoorziening, openbaar vervoer of weg- en railverkeer

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het oprichten van een gebouw ten behoeve van een openbare nutsvoorziening, het openbaar vervoer of het weg- en railverkeer, mits de bebouwde oppervlakte niet meer dan 25 m² en de hoogte niet meer dan 5 m bedraagt.

Artikel 7 Algemene wijzigingsregels

7.1 Overschrijden bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen het plan te wijzigen bij het in geringe mate overschrijden van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee beoogd wordt een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken, mits daardoor geen belangen van derden onevenredig worden of kunnen worden geschaad.

Artikel 8 Algemene procedureregels

Bij het stellen van nadere eisen, worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen:

  • a. het ontwerpbesluit ligt, met de daarop betrekking hebbende stukken, gedurende zes weken voor belanghebbenden ter inzage ter gemeentesecretarie;
  • b. burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging tevoren bekend in een of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid;
  • c. in deze kennisgeving wordt vermeld dat belanghebbenden gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk zienswijzen omtrent de aanvraag of het ontwerpbesluit kunnen indienen bij burgemeester en wethouders;
  • d. indien tegen het ontwerpbesluit zienswijzen naar voren zijn gebracht, wordt het besluit met redenen omkleed;
  • e. burgemeester en wethouders delen aan hen die hun zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.

Artikel 9 Overige regels

9.1 Parkeernormen

Voor wat betreft het bouwen van de in artikel 3 van deze regels genoemde functies wordt geen omgevingsvergunning verleend dan nadat afdoende is verzekerd dat wordt voorzien in een voldoende aantal parkeerplaatsen, waarbij de gemeentelijke parkeernormen als bedoeld in bijlage 1 Gemeentelijke parkeernormen in acht worden genomen.

9.2 Afwijking parkeernormen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 9.1 indien nieuwe gemeentelijke parkeernormen zijn vastgesteld.

9.3 Andere wettelijke regelingen

Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van ter inzage leggen van het ontwerpplan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 10 Overgangsrecht

10.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
  • b. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • c. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • d. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • e. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

10.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 11 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Heerewaarden wijziging 2015, MFC Bukestraat-Langestraat'.