direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen
Plan: Buitengebied herziening 2011, Winkelseweg 10
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0263.BP1062-VG01

Artikel 3 Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de brandstofvoorziening van motorvoertuigen, inclusief lpg met een doorzet van minder dan 1000 m³ per jaar, en de bijbehorende voorzieningen, waaronder begrepen detailhandel in onder meer benodigdheden en accessoires voor motorvoertuigen, weggebonden artikelen en voedingswaren die ter plaatse kunnen worden genuttigd zoals broodjes en koffie, alsmede carwash-voorzieningen;
  • b. openbare nutsvoorzieningen;
  • c. bij de bestemming behorende voorzieningen zoals groen, tuinen, erven, paden, verkeers- en verblijfsvoorzieningen en water.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in 3.1 mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming;

  • a. bedrijfsgebouwen, uitsluitend binnen het bouwvlak;
  • b. uitsluitend ondergrondse brandstofopslagtanks en bijbehorende vulpunten, met dien verstande dat:
    • 1. de ondergrondse opslagtank voor lpg uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - ondergrondse lpg-tank';
    • 2. het vulpunt voor lpg uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg';
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag maximaal 8 m bedragen;
  • b. het bebouwingspercentage mag maximaal 60% van het bouwperceel bedragen.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van overkappingen en luifels met een open constructie mag maximaal 6 m bedragen;
  • b. er is één reclamezuil toegestaan waarvan de hoogte maximaal 7 m mag bedragen;
  • c. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 1 m bedragen, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - ondergrondse lpg-tank' waar de hoogte van erf- en terreinafscheidingen maximaal 2,25 m mag bedragen;
  • d. er zijn maximaal drie vlaggenmasten toegestaan, waarvan de hoogte maximaal 6 m mag bedragen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geluidscherm' mag een geluidwerende voorziening worden aangebracht waarvan de hoogte maximaal 3 m mag bedragen;
  • f. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 6 m bedragen.

3.3 Nadere eisen

Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:

  • a. om de ruimtelijke samenhang met de overige bebouwing veilig te stellen;
  • b. om een milieuhygiënisch verantwoorde situering te bevorderen;
  • c. om een onevenredige inbreuk op het aanwezige woon- en leefmilieu te voorkomen;
  • d. om een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende terreinen te voorkomen.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik wordt ten minste verstaan het gebruik van gronden en opstallen voor detailhandel, behoudens de in 3.1 beschreven vormen van detailhandel.

3.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - ondergrondse lpg-tank' en 'vulpunt lpg' in combinatie met de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' worden verplaatst in geval aangepaste regelgeving hieromtrent aanleiding geeft c.q. de mogelijkheid biedt.