direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Ammerzoden herziening 2012, Zwin-Pasnagelshof
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0263.BP1047-VG01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor voor wonen met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, parkeervoorzieningen, watergangen waterretentievoorzieningen en voorzieningen voor waterzuivering en -infiltratie.

4.1.1 Aan huis verbonden beroep

Gebruik van ruimten binnen de woning, met inbegrip van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, is toegestaan, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning, met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen en bijgebouwen, tot ten hoogste 45 m² mag worden gebruikt voor het aan huis verbonden beroep;
  • b. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • c. er mag geen detailhandel of groothandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de aan huis verbonden activiteit;
  • d. de noodzakelijke parkeervoorzieningen dienen op eigen terrein te worden gesitueerd.

4.1.2 Aan huis verbonden bedrijf

Het gebruik van ruimten binnen de woning, met inbegrip van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, voor aan huis verbonden bedrijf, is niet toegestaan. Hiervoor kan een omgevingsvergunning worden verleend. Bestaande aan huis verbonden bedrijven mogen worden voortgezet.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in 4.1 mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming:

  • a. op de voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn maximaal 7 woningen toegestaan, overeenkomstig de bouwwijze zoals hierna per bouwvlak door middel van een aanduiding is aangegeven:
Aanduiding   bouwwijze  
[vrij]   vrijstaand  
[tae]   twee-aaneen  
[sba-pw]   patiowoning  

  • b. bijgebouwen en aan- en uitbouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.2.2 Woningen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. woningen mogen uitsluitend worden gesitueerd binnen het bouwvlak;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan in het betreffende bouwvlak is aangegeven, met dien verstande dat incidentele goothoogteoverschrijdingen ten behoeve van trappenhuizen zijn toegestaan.
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan in het betreffende bouwvlak is aangegeven.
  • d. de dakhelling bedraagt minimaal 30° en maximaal 65°, met uitzondering van patiowoningen waarvoor geen minimale dakhelling geldt.
  • e. onderkeldering is toegestaan tot een diepte van maximaal 3 m, uitgezonderd onderkeldering voor zwembaden waarbij de diepte maximaal 6 m mag bedragen.
  • f. een toegang van buitenaf tot kelders uitsluitend aan de achtergevel mag worden gesitueerd;
  • g. de bovenkant van de begane grondvloer mag niet boven peil liggen.

4.2.3 Bijgebouwen en aan- en uitbouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen en uit- en aanbouwen gelden de volgende regels:

  • a. bijgebouwen en aan- en uitbouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd binnen het bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw, onverminderd het bepaalde onder c.
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'tuin', mag bij elke woning ten hoogste één aan- of uitbouw (portiek of serre) worden gebouwd, mits is voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. de maximale oppervlakte per aan- of uitbouw bedraagt 6 m².
    • 2. de maximale hoogte bedraagt 3 meter.
    • 3. de aan- of uitbouw is gesitueerd aan de voorgevel.
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en aan- en uitbouwen per woning, voorzover gelegen binnen de aanduiding 'bijgebouwen', mag niet meer bedragen dan 50 m², met dien verstande dat de volgende bebouwingspercentages niet mogen worden overschreden:
    • 1. 30% voor vrijstaande woningen;
    • 2. 40% voor twee-aaneengebouwde woningen;
    • 3. 70% voor patiowoningen.
  • d. de goothoogte van bijgebouwen en aan- en uitbouwen mag maximaal 3 m bedragen, de bouwhoogte maximaal 5 m.

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan hieronder is aangegeven:

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde   max. hoogte  
Overkappingen met een open constructie en pergola's   3 m  
Erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen gelegen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens   1 m  
Overige erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen alsmede overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten   2 m  

De bebouwde oppervlakte van overkappingen mag per bouwperceel maximaal 50 m² bedragen, met dien verstande, dat het in 4.2.3 onder d. bedoelde bebouwingspercentage niet mag worden overschreden.

4.3 Nadere eisen

Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kan het college nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:

  • a. om de ruimtelijke samenhang met de overige bebouwing veilig te stellen;
  • b. om een milieuhygiënisch verantwoorde situering te bevorderen;
  • c. om een onevenredige inbreuk op het aanwezige woon- en leefmilieu te voorkomen;
  • d. om een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende terreinen te voorkomen.

4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van bouwwijze (woningsplitsing)

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 4.2.1 onder a. ten behoeve van het realiseren van een andere bouwwijze, die tot gevolg heeft dat binnen hetzelfde bouwvlak meer woningen kunnen worden gerealiseerd, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. de te realiseren woningen dienen ieder afzonderlijk over een inhoud van ten minste 350 m² te kunnen beschikken;
  • b. de totstandkoming van een goed woonklimaat dient te zijn gegarandeerd c.q. er geen milieuhygiënische bezwaren bestaan tegen realisering van de extra woning(en);
  • c. er treedt geen verstoring van de parkeerbalans in de omgeving op;
  • d. de cultuurhistorische, architectonische en stedenbouwkundige kwaliteiten dienen intact te blijven.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de binnen de bestemming 'Wonen' gelegen gronden en opstallen te gebruiken, te doen gebruiken of te laten gebruiken in strijd met de bestemming. Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in elk geval begrepen het gebruik van gronden en opstallen:

  • a. voor detailhandel, dienstverlening, horeca of maatschappelijk;
  • b. voor bedrijfsactiviteiten.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.6.1 Aan huis verbonden bedrijf

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de woning en/of aan- of uitbouwen en bijgebouwen voor een aan huis verbonden bedrijf, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. het betreft bedrijfsactiviteiten die vallen onder categorie 1 of 2 als genoemd in de Staat van Inrichtingen (bijlage 1), dan wel uit een oogpunt van invloed op het woon- en leefmilieu vergelijkbaar zijn met de bedrijven;
  • b. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning, met inbegrip van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen, tot ten hoogste 50 m² mag worden gebruikt voor het aan huis verbonden bedrijf;
  • c. degene die de activiteiten in de woning of het bijgebouw zal uitvoeren, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • d. de noodzakelijke parkeervoorzieningen dienen op eigen terrein te worden gesitueerd;
  • e. het bedrijf dient qua aard, milieubelasting en uitstraling te passen in een woonomgeving;
  • f. er mag geen detailhandel of groothandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de aan huis verbonden activiteit.