direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Parapluplan Parkeernormen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0262.xxParapluParkee-BP41

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding voor het bestemmingsplan

Vanaf 1 juli 2018 kan er bij het verlenen van een omgevingsvergunning niet meer op basis van de Bouwverordening getoetst worden aan de gemeentelijke parkeernorm. De juridische borging van het gemeentelijke parkeerbeleid dient nu te gebeuren via het bestemmingsplan. Hiervoor is het voorliggende bestemmingsplan "Parapluplan Parkeernormen" opgesteld. Het Parapluplan wordt vastgesteld als een partiële herziening en geldt in aanvulling op de vigerende bestemmingsplannen.

1.2 Ligging plangebied

Voorliggend plan geldt voor het gehele grondgebied van de gemeente Lochem en heeft betrekking op zowel de kernen als het buitengebied.

1.3 Geldende bestemmingsplannen

De geldende bestemmingsplannen blijven van kracht, met dien verstande dat aan de regels van die bestemmingsplannen met dit "Parapluplan Parkeren" regel met betrekking tot het parkeren worden toegevoegd.

Hoofdstuk 2 Parkeerregeling

2.1 Doel

Parkeernormen worden gehanteerd om bij bouwplannen of wijzigingen in het gebruik de behoefte aan de benodigde parkeerruimte te bepalen. Het uitgangspunt is dat bij de ontwikkeling van een plan op eigen terrein wordt voldaan aan het benodigde aantal parkeerplaatsen. Hiermee wordt ervoor gezorgd dat de parkeerdruk niet op het openbaar gebied wordt afgewenteld en daar vervolgens tot problemen leidt.

2.2 Werkwijze

De raad van de gemeente Lochem heeft op 3 december 2020 de 'Nota Parkeernormen 2020' vastgesteld. Hierin zijn de te hanteren parkeernormen per functie en de wijze waarop het benodigde aantal parkeerplaatsen wordt berekend opgenomen.

De Nota Parkeernormen is opgenomen in bijlage 1.

Gebiedsindeling

De toe te passen parkeernorm is afhankelijk van het gebied waarbinnen de ontwikkeling plaatsvindt. In de eerste plaats is er een onderscheid in gebieden binnen- en buiten de bebouwde kom. Daarnaast wordt voor de kern Lochem een extra nuancering aangebracht, waarbij het centrum en kwetsbare gebieden worden aangeduid. In Gorssel wordt een onderscheid gemaakt voor het centrumgebied. Het centrum kent in de regel door de karakteristieken een lagere parkeerbehoefte. Hiervoor geldt dan ook een lagere norm. Voor een aantal woongebieden in Lochem geldt dat deze in de bestaande situatie al een hoge parkeerdruk kennen. Deze zijn aangemerkt als kwetsbaar gebied. Voor deze gebieden wordt daarom een relatief hoge parkeernorm gehanteerd om de kans op overlast/overloop te beperken.

Parkeernorm

Het bepalen van de (minimale) parkeereis bij een ontwikkeling of initiatief wordt bepaald aan de hand van de normen zoals opgenomen in bijlage 3 van de Nota Parkeernormen. De parkeernorm wordt, afhankelijk van de functie, uitgedrukt in het aantal autoparkeerplaatsen per eenheid of oppervlakte. Komt een functie niet voor in de lijst met parkeernormen, dan kan gemotiveerd een functie worden toegepast die voor wat betreft parkeren naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is aan een functie die wel is opgenomen in de lijst.

Berekening parkeereis

De parkeereis wordt berekend door de betreffende parkeernorm te vermenigvuldigen met het aantal eenheden of de totale oppervlakte van de ontwikkeling. De normen en de wijze van berekenen zijn te vinden in de Nota Parkeernormen in bijlage 1.

Afwijken

In bepaalde situaties kan van een norm worden afgeweken, bijvoorbeeld als er bij bestaande bebouwing onvoldoende ruimte op eigen terrein is of als er op andere wijze in parkeerruimte wordt voorzien. Als wordt afgeweken van de parkeernorm, dient de initiatiefnemer te motiveren waarom dat gedaan wordt, wat de ruimtelijke gevolgen zijn en op welke wijze het parkeren dan wordt opgelost. Hierbij worden stedenbouwkundige, verkeerskundige en/of overige ruimtelijke overwegingen betrokken.

Afmetingen en toegankelijkheid parkeerplaatsen

De parkeerplaatsen en eventuele toegangsweg moeten voldoen aan de hiervoor geldende gangbare algemene afmetingen, volgens de richtlijnen van het CROW. Parkeerders moeten onafhankelijk van elkaar kunnen wegrijden. Verder geldt dat na de aanleg de parkeerplaatsen door de initiatiefnemer ook goed worden beheerd en in stand worden gehouden.

Hoofdstuk 3 Juridische vormgeving

3.1 Algemeen

Dit bestemmingsplan is opgesteld volgens de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2012). Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan.

3.2 Verbeelding

Op de verbeelding is de omvang van het plangebied aangeduid. In dit geval gaat het om het gehele grondgebied van de gemeente.

3.3 Wijze van regelen

Het voorzien in de juiste en voldoende parkeervoorzieningen is een voorwaardelijke verplichting. Er wordt getoetst op het moment dat een omgevingsvergunning voor het bouwen of voor een gebruiksactiviteit wordt aangevraagd. Ook daarna moet worden voorzien in de juiste instandhouding van de voorzieningen.

De voorwaardelijke verplichting houdt in dat er met bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen kan worden optreden als blijkt dat niet aan de verplichting wordt voldaan.

De regeling bevat een verwijzing naar de Nota Parkeernormen van de gemeente Lochem. Deze nota is als bijlage 1 in dit bestemmingsplan opgenomen. In het parkeerbeleid worden vier gebiedstypen onderscheiden (centrum, regulier gebied, kwetsbaar gebied, buitengebied) waarvoor verschillende parkeernormen gelden.

Tevens is een regeling opgenomen dat, indien de bestemming of het gebruik daartoe aanleiding geeft, moet worden voorzien in voldoende ruimte voor laden of lossen op eigen terrein.

Om maatwerk te kunnen leveren is in de regels een mogelijkheid opgenomen om te kunnen afwijken van de parkeerregeling. Daarbij moet onderbouwd worden waarom wordt afgeweken en gemotiveerd dat dit niet ten koste gaat van de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving. Tevens dient te worden onderbouwd op welke wijze de parkeereis anders wordt ingevuld; op een naburig perceel, nieuw in de openbare ruimte of dat gebruik wordt gemaakt van aanwezige restcapaciteit in de openbare ruimte. Dit laatste moet worden onderbouwd met een parkeeronderzoek. Het besluit tot afwijken ligt altijd bij het college. Ook is het college bevoegd om nadere eisen te stellen aan het parkeren.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening in de plantoelichting minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan.

Dit paraplubestemmingsplan voorziet in het planologisch juridisch regelen van de parkeernormen op basis van de Wro waar dat voorheen via de bouwverordening liep.

Er zijn met voorliggend plan geen nieuwe ontwikkelingen voorzien. Het parapluplan heeft dan ook geen effect op bestaand beleid, geen financiële consequenties en/of milieutechnische effecten in het kader van de Bro. Het is bestaand beleid dat wordt vertaald in een bestemmingsplan.

Hoofdstuk 5 Procedure

Vooroverleg

Het plan is in het kader van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening niet verzonden aan de gemeentelijke overlegpartners. De reden hiervoor is dat het toetsen van aanvragen om omgevingsvergunningen een bevoegdheid is van het college van burgemeester en wethouders.

Dit bestemmingsplan regelt enkel juridisch de parkeernormen van de gemeente en heeft geen betrekking op belangen van andere overheidsinstanties.

Terinzagelegging en zienswijzen

Op de voorbereiding van een bestemmingsplan is artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening van toepassing. Het ontwerpbestemmingsplan heeft vanaf 15 april tot en met 26 mei 2021 ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn is één zienswijze ingediend. In de Nota van zienswijzen in bijlage 2 is deze samengevat en voorzien van een gemeentelijke reactie. De zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

Vaststelling

Na vaststelling door de raad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid voor belanghebbenden beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State.