Artikel 9 Algemene ontheffingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet op de ruimtelijke ordening, ontheffing verlenen van het bepaalde in deze regels of de aanwijzingen op de verbeelding, voor:
-
a. voor afwijkingen ten aanzien van de voorgeschreven bouwhoogtes, met dien verstande dat de afwijkingen niet meer dan 10% bedragen van de in deze regels genoemde, dan wel op de kaart aangegeven afmetingen;
-
b. ten aanzien van de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de bestemmings- en/of bouwgrenzen worden overschreden met ten hoogste 2 meter, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
-
c. ten aanzien van het bepaalde over het bouwen van (hoofd-)gebouwen binnen het bebouwingsvlak en toestaan dat de grenzen van het bebouwingsvlak en/of de bestemmingsgrens naar de buitenzijde worden overschreden door bouwwerken zoals, (hoek-)erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen, mits de bebouwingsgrens en/of bestemmingsgrens met niet meer dan 1,50 meter wordt overschreden;
-
d. voor het bouwen van werken van beeldende kunst tot een hoogte van 15 meter.