Plan: | Larenseweg 70 Lochem, 2023 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0262.loLarensew702023Lo-BP41 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Larenseweg 70 Lochem, 2023' met identificatienummer NL.IMRO.0262.loLarensew702023Lo-BP41 van de gemeente Lochem.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening.
de regionaal archeoloog of een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg.
het verrichten van werkzaamheden met als doel het verzamelen van kennis en wetenschap van bekende of verwachte overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden.
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische sporen en relicten.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied aanwezige archeologische sporen en relicten.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
het op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage van het bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd binnen het bouwvlak.
de verdieping van een gebouw die ter plaatse van de hoofdtoegang rechtstreeks toegankelijk is vanaf het maaiveld, en waartoe ten behoeve van het toelaatbare gebruik mede worden gerekend eventuele kelders, onderbouwen en/of souterrains.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, het vernieuwen of het veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een niet voor bewoning bestemd vrijstaand of aangebouwd gebouw, dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
richtlijnen met betrekking tot parkeren opgesteld door het Nationale Kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte, en opgenomen in de CROW-publicatie "Toekomstbestendig parkeren. Van parkeerkencijfers naar parkeernomen" (publicatienummer 381, uitgave december 2018) en diens rechtsopvolger(s).
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met of zonder rechtstreeks contact met het publiek.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
constructie of de overgang van gevel- naar dakvlak.
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige objecten of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
het bedrijfsmatig uitoefenen van administratieve werkzaamheden ten behoeve van derden;
constructie ter afdekking van een gebouw waarop de dakbedekking rust, niet zijnde een muur, met tenminste 1 hellend vlak.
de 'Nota Parkeernormen 2020' zoals die op 3 december 2020 door de raad van de gemeente Lochem is vastgesteld danwel later door het bevoegd gezag vastgestelde beleidsregels over parkeren.
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, bemalinginstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.
voor bouwwerken is dit de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een seksinrichting in gebruik voor het zich vanaf de openbare weg of een andere, voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht.
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Bij het meten gelden de volgende aanvullende regels:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op de voor 'Gemengd' bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de maximale bouwhoogtes volgens de tabel hierna:
Bouwwerken geen gebouw zijnde | Maximale bouwhoogte |
Overkappingen | 3 meter |
Verlichting | 4 meter |
Maximaal 3 vlaggenmasten | 8 meter |
Hekwerk en andere bouwwerken | 1 meter, voor de voorgevel van het hoofdgebouw; 2 meter, elders binnen het bouwvlak |
De voor 'Waarde - Archeologie 7' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van terreinen met een lage archeologische verwachting, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie 7' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde - Archeologie 7' mede bestemde gronden.
Het in lid 4.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in lid 4.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits:
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.3.1 onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de vergunning verbinden:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.3.1 wint zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.
Het is verboden om op de voor 'Waarde - Archeologie 7' aangewezen gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag:
Het in lid 4.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.4.1 wordt slechts verleend indien:
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.4.1 onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de vergunning verbinden:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.4.1 wint zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde - Archeologie 7' geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.
De voor 'Waterstaat' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor onderhoud, beheer en instandhouding van de aangrenzende waterkering, waterberging en afvoer van hoogwater, en de zorg voor de waterhuishouding en de daarvoor noodzakelijke werken.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waterstaat' mede bestemde gronden.
Het onder 5.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor bouwwerken ten behoeve van de medebestemmingen, mits de belangen van de waterstaat en de waterhuishouding daardoor niet onevenredig worden aangetast en de waterbeheerder daar over heeft geadviseerd.
Het is verboden om de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren op de in artikel 5.1 bedoelde gronden zonder een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
Het in 5.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De in 5.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen onder een gebouw gelden de volgende regels:
Als gebruik in strijd met dit bestemmingsplan zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval aangemerkt:
Het bepaalde in artikel 8.1 is niet van toepassing:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone-industrie' geldt de geluidszone van het gezoneerde industrieterrein "Kwinkweerd-Goorseweg" en zijn nieuwe geluidsgevoelige objecten uitsluitend toelaatbaar met inachtneming van de maximaal toelaatbare geluidswaarden volgens de Wet geluidhinder.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in deze regels of de aanwijzingen op de verbeelding, voor:
Het aanleggen en / of instandhouden van voornoemde parkeergelegenheid geldt als een voorwaardelijke verplichting in de zin van de Wet ruimtelijke ordening.
Indien de bestemming van een bouwwerk of een terrein aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen met bijbehorende voorzieningen, moet, bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of een omgevingsvergunning voor een wijziging van het gebruik, zijn verzekerd dat op eigen terrein wordt voorzien in voldoende ruimte voor het laden en lossen met bijbehorende voorzieningen.
Het aanleggen en / of instandhouden van voornoemde ruimte, met bijhorende voorzieningen, geldt als een voorwaardelijke verplichting in de zin van de Wet ruimtelijke ordening.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.1.1 en artikel 11.1.2 indien:
Dit besluit moet worden voorzien van een motivering waaruit blijkt welke stedenbouwkundige, verkeerskundige en/of overige ruimtelijke overwegingen hiertoe aanleiding geven en op welke wijze de ruimtelijke kwaliteit gewaarborgd blijft.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Larenseweg 70 Lochem, 2023'.