direct naar inhoud van 2.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Woonzorggebouw Heuvelstraat Laren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0262.laWZCHeuvelstr-BP41

2.3 Gemeentelijk beleid

2.3.1 Structuurvisie Wonen en Werken 2007-2015

Met de notitie ‘Bouwen aan Lochem, structuurvisie wonen en werken 2007-2015’ is op hoofdlijnen de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Lochem voor de komende acht jaar weergegeven. De gemeenteraad geeft op 23 april 2007 ingestemd met deze structuurvisie.

De ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden van de gemeente Lochem vinden gedeeltelijk hun oorsprong in de beleidskeuzes uit het verleden: de ontwikkelingsvisie Wonen en Werken van de voormalige gemeente Gorssel en de Samenhangende Ruimtelijke Visie (SRV) van de voormalige gemeente Lochem. Deze notities vormen de basis voor de structuurvisie wonen en werken 2007-2015.

Daarnaast zijn in 2006 de resultaten bekend geworden van het meest recente woningmarktonderzoek. Hieruit, en uit de behoefte raming van het masterplan wonen, Welzijn en Zorg, blijkt dat de woningbehoefte zich in de gemeente Lochem met name concentreert op woningen voor starters en woningen voor ouderen, ook wel de zogenaamde aandachtsgroepen genoemd. De directe vraag naar middeldure en dure woningen is in mindere mate aanwezig.

Echter, zoals uit de structuurvisie blijkt kiest de gemeente Lochem er niet voor om louter woningen te bouwen die traditioneel aan de aandachtsgroepen worden toebedacht: rijenwoningen en appartementen. Het is immers wenselijk dat er gedifferentieerde woonmilieus worden ontworpen met een menging van woningtypen ter bevordering van de kwaliteit en leefbaarheid van de wijken en dorpen. Daarbij zijn in principe alle woningen geschikt te maken voor ouderen. Het is wenselijk dat nieuwbouwwoningen levensloop bestendig zijn of op termijn zijn te maken. Ook zal met name de locatie waar ontwikkelingen mogelijk zijn bepalend zijn voor de keuze voor appartementen of grondgebonden woningen.

Geconcludeerd wordt dat de gemeente Lochem streeft naar gedifferentieerde woningbouw voor alle doelgroepen, waarbij bouwen voor starters en ouderen wel een centrale positie in neemt.

Voor wat betreft de (nieuw)bouwlocaties kiest de gemeente Lochem voor een helder uitgangspunt. In en zo mogelijk aan de kern Lochem vindt de grootste opgave plaats voor nieuwbouw. Naast de kern Lochem kunnen de grootste kernen in de oude gemeente Gorssel – te weten Eefde en Gorssel – een grotere bouwopgave herbergen. De dorpen, waaronder Laren, kunnen groeien waarbij de groei voor het opvangen van de eigen behoefte centraal staat.

In de structuurvisie is aangegeven dat op enkele locaties in Laren inbreidingen mogelijk zijn. De locaties aan de Deventerweg, de Rengersweg en de Zutphenseweg worden in het bijzonder genoemd. Wel wordt aangegeven dat eventuele nieuwbouw in verhouding moet staan met het dorpse karakter van Laren.

2.3.2 Ontwerp Ruimtelijke Structuurvisie Lochem 2012-2020

De gemeente Lochem bereidt momenteel een nieuwe ruimtelijke structuurvisie voor. Met deze structuurvisie geeft de gemeente Lochem het ruimtelijke beleid tot medio 2020 weer. In de ontwerp-structuurvisie wordt uitgesproken dat voor de gehele gemeente wordt ingezet op een levensloopbestendige woningvoorraad per kern. In het beleid vormen ouderen een specifieke doelgroep. Uitgangspunt bij nieuwbouw is dat inbreiding gaat boven uitbreiding. Daarbij wordt wel erkend dat in een aantal kernen weinig mogelijkheden zijn om woningen te realiseren in bestaand bebouwd gebied, en er daarom nog uitbreidingslocaties worden ontwikkeld. Dit geldt onder andere voor de kern Laren.

Ten aanzien van de kern Laren wordt uitgesproken dat de ontwikkeling van een woonzorggebouw achter de voormalige melkfabriek aan mensen die zware zorg nodig hebben de mogelijkheid wordt geboden om in Laren te (blijven) wonen. Tevens word als bedreiging aangegeven dat het ruimtelijke, open karakter van het dorp aangetast kan worden als bij bouwprojecten zonder meer gekozen wordt voor inbreiden boven uitbreiden.

Het plangebied betreft een niet algemeen toegankelijk terrein dat in particulier eigendom is. Van een gebruiksfunctie als bedoeld in de groenvisie is dan ook geen sprake. Er heeft wel een afweging plaatsgevonden tussen open en groen houden van het plangebied en het toestaan van bebouwing. Er is daarbij een grotere waarde gehecht aan het bieden van een centrale plek in Laren voor een specifieke functie en doelgroep, dan het open en groen houden van het gebied. De gemeente Lochem hecht wel aan een groene inrichting van het terrein ter afscherming. De groene inrichting komt tot uitdrukking in de bij dit bestemmingsplan gevoegde inrichtingstekening.

2.3.3 Groenvisie

De gemeentelijke Groenvisie heeft als doel de kwaliteit en waarde van het groen in de gehele gemeente vast te leggen, evenals de beleidskeuzes voor de komende 10 jaar. De visie biedt een eenduidig groenbeleid voor de gehele nieuwe Gemeente Lochem, waarbij de identiteit van de verschillende woonkernen wordt vastgelegd en versterkt waar mogelijk, met behulp van het aanwezige groen, of eventueel in de toekomst te verwerven groen; op deze wijze houdt elke woonkern toch zijn eigen karakter. De groenvisie dient als kader bij toekomstige stedenbouwkundige plannen in de verschillende woonkernen. Met behulp van de handvatten die in deze visie genoemd worden is een duidelijke richting gegeven aan de groene invulling.

In de Groenvisie is het plangebied aangewezen als gebruiksgebied. De gebruiksgebieden zijn openbare en functionele gebieden die op wijkniveau of zelfs dorpsniveau van belang zijn. Te denken valt aan sportterreinen, speelplekken, begraafplaatsen en parken. De beplanting in de gebruiksgebieden heeft tot doel om de locaties van de functies, die hier aanwezig zijn, af te scheiden van de omgeving ter wille van rust (begraafplaatsen) of om bescherming te bieden tegen wind of juist lawaai (sportterreinen). Ook dient het groen ter afscheiding (speelplekken) en natuurlijk ter aankleding. De beplanting heeft matige tot geen sierwaarde; de beplanting dient alleen ter afscherming en geeft een groene uitstraling. Te denken valt aan opgaande sierheesters, vrijgroeiende of geschoren hagen, bosplantsoen, gazon en ruw gras. In de gebruiksgebieden komen bomen alleen voor in hun natuurlijke groeiwijze; geen knot- of leibomen. Bij de gebruiksgebieden kan geen groen afgestoten worden omdat het groen ter afscheiding of bescherming dient en de gebieden een belang hebben op dorps- of zelfs regionaal niveau.

2.3.4 Masterplan Wonen, Welzijn en Zorg

Het Masterplan wonen, welzijn en zorg vormt een gezamenlijke visie van in Lochemse werkzame partijen op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Dit masterplan is uitgewerkt in de in 2009 vastgestelde nota “De Lochemse kernen in woonzorg-perspectief”. In deze nota is verschillende informatie verzameld over verschillende woonvormen en voorzieningen op het terrein van wonen, welzijn en zorg in de verschillende kernen. Een van de belangrijkste discussies uit de nota is dat veel ouderen de stap naar verzorgd wonen overslaan. Feitelijk zijn drie ontwikkelingen te zien die het verklaarbaar maken waarom veel ouderen uit de kernen de stap naar verzorgd wonen overslaan:

  • 1. De zorgorganisaties in Lochem kunnen in iedere kern langer zwaardere vormen van zorg aan huis leveren en de zorg op afroep (binnen maximaal 20 minuten ter plekke) garanderen (extramuralisering);
  • 2. Het ontbreken van 24-uurs nabije zorg in de kernen doet ouderen besluiten langer in de eigen woning te blijven.
  • 3. In het kader van het scheiden van wonen en zorg wordt de financiering van zorg en huisvesting gescheiden. Meer mensen zullen een indicatie krijgen waarin geen financiering van 24-uurstoezicht is afgesproken.

In de nota “De Lochemse kernen in woonzorg-perspectief” is per kern in beeld gebracht wat de behoefte is aan gewoon wonen, verzorgd wonen, beschermd wonen en intramuraal verblijf. Voor intramuraal verblijf bedraagt het veronderstelde tekort in 2015 in Laren 22 eenheden. Met de realisatie van het woonzorggebouw wordt dit veronderstelde tekort opgelost.

De provincie Gelderland heeft in 2011 het rapport “Kleinschalig groepswonen in Gelderland” uitgebracht. Doel van het verrichte onderzoek is om inzicht te geven in vraag en aanbod naar wonen met zorg voor mensen met een beperking. Het gaat om wonen met zorg, zowel kleinschalige projecten als traditionele verblijfsvoorzieningen. De doelgroepen in dit onderzoek zijn ouderen met dementie en mensen met een verstandelijke, meervoudige of psychiatrische beperking. Door vraag en aanbod met elkaar te vergelijken kan op gemeentelijke niveau worden vastgesteld of vraag en aanbod in evenwicht zij. Het geeft duidelijkheid over de vraag welk aanbod de komende jaren gerealiseerd zou moeten worden. In paragraaf 7.5 van het rapport wordt aangegeven in hoeverre er per woonplaats een tekort is aan plaatsen voor mensen met dementie. Voor Laren wordt daar het volgende aangegeven:

afbeelding "i_NL.IMRO.0262.laWZCHeuvelstr-BP41_0004.jpg"

Figuur 3 Tabel tekort plaatsen dementie

Met de ontwikkeling van een woonzorggebouw in Laren, dat mede is bedoeld voor mensen met dementie, wordt het tekort opgelost.

2.3.5 Plan

De beoogde ontwikkeling voorziet in een woonzorggebouw met 24 wooneenheden met 24-uurszorg voor ouderen. Uit gemeentelijk en provinciaal onderzoek blijkt dat er vraag is naar een dergelijke voorziening in Laren. Met de ontwikkeling wordt uitvoering gegeven aan het gemeentelijke beleid dat gericht is op het bieden van voldoende voor ouderen geschikte woningen en decentralisatie van woonzorgvoorzieningen naar de kleinere kernen.

Een goede afweging ten aanzien van het benutten van open plekken in het dorp (inbreiding) is nodig. De gemeente Lochem hanteert het principe dat inbreiding boven uitbreiding gaat. Dit betekent echter niet dat alle open plekken in de kernen zondermeer opgevuld kunnen worden. Om te voorkomen dat het ruimtelijke, open karakter van het dorp wordt aangetast dient het benutten van een iedere mogelijke inbreidingslocatie zorgvuldig te worden afgewogen.

In de Structuurvisie Wonen en Werken 2007-2015 is aangegeven dat op enkele locaties in de kern Laren inbreidingen mogelijk zijn. Het voorliggende plangebied is in de structuurvisie niet als inbreidingslocatie aangewezen. Bovendien is bij de vaststelling van het bestemmingsplan Kern Laren 2008 aangegeven dat het plangebied groen moet blijven en dat de bouw van woningen of andere gebouwen leidt tot een ongewenste verdichting en intensivering van de woonomgeving. Bovendien is het plangebied in de Groenvisie aangewezen als gebruiksgebied. Ten aanzien van gebruiksgebieden is in de Groenvisie overwogen dat deze niet kunnen worden afgestoten omdat het groen ter afscherming of bescherming dient en de gebieden een belang hebben op dorps- of zelfs regionaal niveau. In de ontwerp Ruimtelijke Structuurvisie Lochem 2012-2020 is ten aanzien van de kern Laren uitgesproken dat door de ontwikkeling van een woonzorggebouw achter de voormalige melkfabriek aan mensen die zware zorg nodig hebben de mogelijkheid geboden worden om in Laren te (blijven) wonen. De locatie is dan ook aangewezen als inbreidingslocatie.

Afgewogen is dat het plangebied een niet algemeen toegankelijk terrein in particulier eigendom is. Van een gebruiksfunctie als bedoeld in de groenvisie is dan ook geen sprake. Er heeft daarnaast een afweging plaatsgevonden tussen het open en groen houden van het plangebied en het toestaan van bebouwing. Er is daarbij een grotere waarde gehecht aan het bieden van een centrale plek in Laren voor een specifieke functie en doelgroep, dan het open en groen houden van het gebied. Om de gevolgen van de ontwikkeling voor de omgeving te beperken zijn randvoorwaarden gesteld aan de situering en de bouwhoogte van het woonzorggebouw. De gemeente Lochem hecht bovendien aan een groene inrichting van het terrein ter afscherming. De groene inrichting komt tot uitdrukking in de bij dit bestemmingsplan behorende inrichtingstekening.