direct naar inhoud van Regels
Plan: Kern Epse 2010, herziening 'Waarde-Bos'
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0262.epKernEpsehzWaBos-BP41

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Kern Epse 2010, herziening 'Waarde-Bos'' van de gemeente Lochem.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0262.epKernEpsehzWaBos-BP41.

De overige begrippen in alfabetische volgorde:

1.3 landschapswaarden:

de aan een gebied toegekende waarden met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt gemeten conform de regels in artikel 2 van het bestemmingsplan 'Kern Epse 2010' integraal opgenomen in de Bijlage bij deze regels.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Waarde - Bos

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Bos' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het in stand houden van de landschapswaarden, die bestaan uit de aanwezige bosgrond en opgaande beplanting, waarbij de bestemming 'Waarde - Bos' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).

3.2 Bouwregels
3.2.1 Verbod

Het is verboden op de voor 'Waarde - Bos' aangewezen gronden te bouwen krachtens de onderliggende bestemmingen zonder afwijking zoals bedoeld in lid 3.

3.2.2 Uitzondering

Het in 3.2.1 genoemde verbod geldt niet voor bebouwing die binnen het bouwvlak wordt gerealiseerd.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het in 3.2 genoemde verbod voor het bouwen krachtens de onderliggende bestemmingen mits de in 3.1 genoemde landschapswaarden daardoor niet onevenredig worden aangetast.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Verbod

Het is verboden om op de voor 'Waarde - Bos' aangewezen gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren zonder een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden :

  • a. Het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 20 m2;
  • b. Het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen,
  • c. het bebossen en aanplanten van gronden, en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen;
  • d. Het afgraven of ophogen van gronden, en het graven van waterpartijen en watergangen;
  • e. Het egaliseren van gronden;
  • f. Het dempen van watergangen en waterpartijen;
  • g. Het wijzigen van de waterhuishouding;
  • h. Het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • i. Het verrichten van handelingen die de dood van of ernstige schade aan een boom/bomen veroorzaken;
  • j. Het uitvoeren van bronbemalingen.

3.4.2 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel in 3.4.1 is nodig voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden :

  • a. die binnen het bouwvlak worden gerealiseerd;
  • b. die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • c. die op het moment van de inwerking treding van dit plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.

3.4.3 Voorwaarden
  • a. De in artikel 3.4.1 genoemde vergunning mag alleen en moet worden verleend, indien de in 3.4.1 bedoelde bouwwerken, werken of werkzaamheden niet zullen leiden tot een aantasting van de landschapswaarden, de aanwezige bosgrond en de opgaande beplanting.
  • b. Het bevoegd gezag kan de vergunning onder beperkingen verlenen en de verplichting tot herplant van bomen en/of opgaande beplanting aan de vergunning verbinden.
  • c. Een vergunning mag ook worden verleend indien door middel van het opleggen van een herplantplicht de aantasting van de landschapswaarden, de aanwezige bosgrond en de opgaande beplanting wordt gecompenseerd.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene bouwregels

Het bepaalde in artikel 24 'Algemene bouwregels' van het bestemmingsplan 'Kern Epse 2010', zoals integraal opgenomen in de Bijlage bij deze regels, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Algemene gebruiksregels

Het bepaalde in artikel 25 'Algemene gebruiksregels' van het bestemmingsplan 'Kern Epse 2010', zoals integraal opgenomen in de Bijlage bij deze regels, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Algemene aanduidingsregels

Het bepaalde in artikel 26 'Algemene aanduidingsregels' van het bestemmingsplan 'Kern Epse 2010', zoals integraal opgenomen in de Bijlage bij deze regels, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Algemene afwijkingsregels

Het bepaalde in artikel 27 'Algemene ontheffingsregels' van het bestemmingsplan 'Kern Epse 2010', zoals integraal opgenomen in de Bijlage bij deze regels, is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 9 Overgangsrecht

9.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
9.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 10 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Kern Epse 2010, herziening 'Waarde-Bos''.