direct naar inhoud van Planregels
Plan: Markeloseweg 30, Laren
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0262.buMarkeloseweg30La-WP41

Planregels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het wijzigingsplan 'Markeloseweg 30, Laren' met identificatienummer NL.IMRO.0262.buMarkeloseweg30La-WP41 van de gemeente Lochem.

1.2 wijzigingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 bestemmingsplan

het bestemmingsplan 'Buitengebied Lochem 2010' met identificatienummer NL.IMRO.0262.buBuitengebied2010-BP41 van de gemeente Lochem, zoals vastgesteld op 7 december 2010, inclusief:

  • a. het bestemmingsplan 'Buitengebied Lochem 2010 correctieve herziening' met identificatienummer NL.IMRO.0262.buBuitenge2010corr-BP51 van de gemeente Lochem, zoals vastgesteld op 8 juli 2013;
  • b. het bestemmingsplan 'Buitengebied Lochem 2010, Partiële herziening' met identificatienummer NL.IMRO.0262.buBuitenge2010ph-BP41 van de gemeente Lochem, zoals vastgesteld op 30 juni 2014.
1.4 paraplubestemmingsplan archeologie:

het bestemmingsplan 'Paraplubestemmingsplan Archeologie' met identificatienummer NL.IMRO.0262.xxParapluArcheo-BP41 van de gemeente Lochem, zoals vastgesteld op 20 januari 2014.

Op het wijzigingsplan zijn verder de begrippen behorende bij het bestemmingsplan, zoals genoemd in lid 1.3 van toepassing, met dien verstande dat voor wat betreft het artikel 4 en 5 (Waarde - Archeologie 6 en Waarde - Archeologie 7) de begrippen behorende bij het bestemmingsplan zoals genoemd in lid 1.4 van toepassing zijn.

1.5 extern salderen

salderen met één of meer activiteiten buiten de begrenzing van één project of locatie ten behoeve van de verlening van een natuurvergunning;

1.6 intern salderen

salderen met één of meer activiteiten binnen de begrenzing van één project of locatie waarbij sprake is van evenveel of minder stikstofemissie ten opzichte van de referentiesituatie;

1.7 natuurvergunning

vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid van de Wet natuurbescherming of een verklaring van geen bedenkingen voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht met inachtneming van artikel 2.2aa, onder a, van het Besluit omgevingsrecht;

1.8 referentiesituatie

toestemming als bedoeld in 1.13, onder a°, c° en d°, of bij gebrek daaraan een op de Europese referentiedatum aanwezige toestemming als bedoeld in onderdeel 3.1, onder b° en e° waarbij de laagst toegestane depositie vanaf de referentiedatum geldt;

1.9 salderen

inzetten van een activiteit met stikstofemissie op grond van een toestemming in de referentiesituatie ten behoeve van de verlening van een natuurvergunning voor een nieuw of gewijzigd project, waarbij deze toestemming geheel of gedeeltelijk wordt ingetrokken of gewijzigd zodat de stikstofdepositie op alle relevante hexagonen niet toeneemt ten opzichte van de referentiesituatie;

1.10 stikstofdepositie

neerslaan van stikstofverbindingen uit de lucht op een oppervlakte, uitgedrukt in mol per hectare per jaar;

1.11 stikstofemissie

stikstofverbindingen die direct of indirect vanuit een bron in de lucht worden gebracht;

1.12 toename van de stikstofemissie

er is sprake van een toename van de stikstofemissie wanneer de uitstoot van stikstof (kg/N/jaar) meer bedraagt dan de uitstoot van stikstof (kg/N/jaar) afkomstig van het ten tijde van de vaststelling van het plan aanwezige legale gebruik van de gronden en opstallen behorend tot het agrarische bedrijf;

1.13 toestemming
  • a. een onherroepelijke vigerende natuurvergunning; of
  • b. een onherroepelijke vigerende vergunning dan wel geldende melding op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht onderdeel milieu, de Wet milieubeheer of de Hinderwet; of
  • c. een activiteit waarvoor geen natuurvergunning nodig was, maar die wel voldoet aan artikel 2.8 van de Wet natuurbescherming; of
  • d. een activiteit die onder artikel 9.4, achtste lid van de Wet natuurbescherming valt; of
  • e. een activiteit die op de Europese referentiedatum was toegestaan en die sindsdien onafgebroken aanwezig is geweest;

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt gemeten conform de regels in artikel 2 van het bestemmingsplan zoals genoemd in lid 1.3.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

De regels in artikel 3 van het bestemmingsplan, zoals genoemd in lid 1.3, zijn van toepassing.

Artikel 4 Waarde - Archeologie 6

De regels in artikel 7 van het bestemmingsplan, zoals genoemd in lid 1.4, zijn van toepassing.

Artikel 5 Waarde - Archeologie 7

De regels in artikel 8 van het bestemmingsplan, zoals genoemd in lid 1.4, zijn van toepassing.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 6 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Op het wijzigingsplan zijn verder de algemene regels uit hoofdstuk 3 behorende bij het bestemmingsplan, zoals genoemd in lid 1.3, van toepassing.

Artikel 7 Algemene gebruiksregels

7.1 Toename van de stikstofemissie
  • a. Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de wijziging en/of uitbreiding van de bedrijfsvoering, waarbij sprake is van een toename van de stikstofdepositie ten opzicht van de referentiesituatie (bijlage 1), zoals vastgelegd in de AERIUS - Referentie Projectberekening (bijlage 2) met kenmerk RkY2H32U2LYt.
  • b. Tot het strijdig gebruik als bedoeld onder a wordt niet gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken waarbij met toepassing van intern salderen geen sprake is van een toename van de stikstofdepositie, waaronder in ieder geval wordt verstaan:
    • 1. het gebruik van de gronden en bouwwerken conform de in de AERIUS - Verschil Projectberekening (bijlage 3) met kenmerk RSqMNmvrgeGh genoemde diersoorten, RAV-codes en stalsystemen;
    • 2. het anders gebruiken van de gronden en bouwwerken dan het gestelde onder 1 mits met de AERIUS calculator (of de met op dat moment best beschikbare techniek) aangetoond wordt dat er geen sprake is van een toename van de stikstofdepositie ten opzichte van de referentiesituatie.

7.2 Het houden van dieren
  • a. Tot het strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met de bestemming wordt in ieder geval gerekend: de oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor het fokken, mesten of houden van pluimvee of varkens in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op meer dan:
    • 1. 40.000 stuks pluimvee (Rav1 cat. E, F, G en J);
    • 2. 2000 stuks mestvarkens (Rav cat. D.3);
    • 3. 750 stuks zeugen (Rav cat. D.1.2, D.1.3 en D.3 voor zover het opfokzeugen betreft);
    • 4. 3750 stuks gespeende biggen (biggenopfok) (Rav cat. D.1.1);
    • 5. 5000 stuks pelsdieren (fokteven) (Rav cat. H.1 t/m H.3);
    • 6. 1000 stuks voedsters of 6000 vlees- en opfokkonijnen tot dekleeftijd (Rav cat. I.1 en I.2);
    • 7. 200 stuks melk-, kalf- of zoogkoeien ouder dan 2 jaar (Rav cat. A.1 en A.2);
    • 8. 340 stuks vrouwelijk jongvee tot 2 jaar (Rav cat. A 3);
    • 9. 340 stuks melk-, kalf- en zoogkoeien ouder dan 2 jaar en vrouwlijk jongvee tot 2 jaar (Rav cat. A 1, A 2 en A 3);
    • 10. 1200 stuks vleesrunderen (Rav cat. A.4 t/m A.7);
    • 11. 2000 stuks schapen of geiten (Rav cat. B.1 en C.1 t/m C.3);
    • 12. 100 stuks paarden of pony's (Rav cat. K.1 en K.3), waarbij het aantal bijbehorende dieren in opfok jonger dan 3 jaar niet wordt meegeteld. (Rav cat. K.2 en K.4);
    • 13. 1000 stuks struisvogels (Rav cat. L.1 t/m L.3).

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 8 Overgangsrecht

8.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
8.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 9 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan 'Markeloseweg 30, Laren'.