3.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
3.4.1 Hervestiging van een intensieve veehouderij:
Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' is de hervestiging van een intensieve veehouderij niet toegestaan.
3.4.2 Kamperen bij de boer:
Ter plaatse van de aanduiding 'kamperen bij de boer' is uitsluitend een kleinschalig kampeerterrein toegestaan met inachtneming van de volgende regels:
-
a. in het kampeerseizoen van 15 maart tot en met 31 oktober, zijn maximaal 90 personen en 30 kampeermiddelen toegestaan, met uitzondering van stacaravans;
-
b. buiten het kampeerseizoen mogen geen kampeermiddelen worden geplaatst of aanwezig zijn;
-
c. maximaal 50 m² van de bedrijfsgebouwen voor kamperen bij de boer wordt aangewend.
3.4.3 Kleinschalige nevenactiviteiten:
Bij een agrarisch bedrijf zijn kleinschalige nevenactiviteiten uitsluitend met een afwijking volgens lid 3.5 toegestaan.
3.4.4 Paardenbakken:
De oppervlakte van een paardenbak mag niet meer dan 1.200 m² bedragen.
3.4.5 Wijnranken:
Op de agrarische gronden zijn wijnranken tot een maximale oppervlakte van 1 hectare, toegestaan zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels:
3.5.1 Kleinschalige nevenactiviteiten:
voor één of meer kleinschalige nevenactiviteiten bij een agrarisch bedrijf, mits:
-
a. uitsluitend nevenactiviteiten worden toegelaten die voorkomen op de Lijst van kleinschalige nevenactiviteiten in bijlage 2 of die naar aard en invloed op de omgeving daarmee vergelijkbaar zijn;
-
b. per agrarisch bedrijf niet meer dan 25% van de oppervlakte van de bedrijfsgebouwen voor deze nevenactiviteit(en) wordt gebruikt, tot een maximum van 350 m² en met inachtneming van het bepaalde ten aanzien van agrarische horeca;
-
c. per agrarisch bedrijf niet meer dan 50 m² voor agrarisch horeca wordt gebruikt;
-
d. voor de kleinschalige nevenactiviteiten gebruik wordt gemaakt van de bestaande bedrijfsgebouwen;
-
e. geen kleinschalige nevenactiviteiten worden toegelaten buiten het bouwvlak.
3.5.2 Kamperen bij de boer:
voor kamperen bij de boer, mits:
-
a. uitsluitend gekampeerd wordt in het kampeerseizoen van 15 maart tot en met 31 oktober;
-
b. maximaal 90 personen en 30 kampeermiddelen worden toegestaan, met uitzondering van stacaravans;
-
c. geen kampeermiddelen worden geplaatst of aanwezig zijn buiten het kampeerseizoen;
-
d. maximaal 50 m² van de bedrijfsgebouwen voor kamperen bij de boer wordt aangewend;
-
e. de kampeermiddelen uitsluitend buiten het bouwvlak worden geplaatst op gronden die grenzen aan het bijbehorende agrarische bouwvlak;
-
f. de kampeermiddelen buiten het bouwvlak niet binnen een straal van 50 meter van een woning van derden worden geplaatst;
-
g. buiten het bouwvlak niet meer dan 5.000 m² oppervlakte voor het kamperen bij de boer worden aangewend;
-
h. ter plaatse van de aanduiding 'open broekgebied' buiten het bouwvlak geen kamperen bij de boer wordt toegestaan;
-
i. door de plaatsing van kampeermiddelen buiten het bouwvlak de landschappelijke kernkwaliteiten van het ter plaatse aanwezige landschapstype zoals beschreven in artikel 9.2 niet worden aangetast;
-
j. het terrein landschappelijk wordt ingepast met beplanting die eigen is aan het landschapstype ter plaatse.
3.5.3 Bed&Breakfast (b&b):
voor een bed&breakfast, mits:
-
a. alleen de woning of een bijgebouw voor b&b worden gebruikt;
-
b. er niet meer dan 3 kamers worden ingezet voor het recreatief nachtverblijf in de b&b;
-
c. de b&b-kamers niet worden gebruikt door meer dan 2 personen;
-
d. de b&b niet wordt gebruikt voor permanente bewoning of tijdelijke huisvesting;
-
e. de bestaande bebouwing niet wordt uitgebreid ten behoeve van de b&b;
-
f. de b&b niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse.
3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.6.1 Verbod:
Het is verboden om de in de 'Omgevingsvergunningenstelstel Agrarisch' in Bijlage 1 genoemde werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
3.6.2 Uitzonderingen op het verbod:
Het in 3.6.1 genoemde verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden:
-
a. die plaatsvinden binnen het agrarische bouwvlak;
-
b. die tot het normale onderhoud en beheer worden gerekend;
-
c. die nodig zijn voor de realisering van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning voor bouwen is verleend of die vergunningvrij kunnen worden gebouwd;
-
d. die reeds moeten worden gemeld in het kader van de Boswet;
-
e. die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan in uitvoering waren of waarvoor op dat tijdstip reeds een vergunning was verleend.
3.6.3 Voorwaarden voor vergunningverlening:
De in 3.6.1 genoemde vergunning mag alleen en moet worden geweigerd indien:
-
a. als gevolg van deze werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan, hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen, de in 3.1 genoemde landschapswaarden worden aangetast;
-
b. niet kan worden voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in de 'Omgevingsvergunningenstelstel Agrarisch' in Bijlage 1.
3.7 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' geheel of gedeeltelijk te wijzigen:
3.7.1 Vergroting bouwvlak:
voor de vergroting van een agrarisch bouwvlak, mits:
-
a. de omvang van het bouwvlak na vergroting maximaal 3 hectare bedraagt, tenzij in de aanvullende regels voor intensieve veehouderijen een andere maximum omvang is bepaald;
-
b. het gaat om een volwaardig agrarisch bedrijf volgens een deskundigenrapport;
-
c. er een bedrijfseconomische dan wel bedrijfslogistieke noodzaak voor uitbreiding bestaat volgens een deskundigenrapport;
-
d. er een concreet bouw- en inrichtingsplan aan ten grondslag ligt;
-
e. de ter plaatse aanwezige landschappelijke kernkwaliteiten zoals beschreven in 9.2 daardoor niet worden aangetast;
-
f. de bebouwing landschappelijk wordt ingepast met beplanting die eigen is aan het landschapstype ter plaatse;
-
g. ter plaatse van de aanduiding ''open broekgebieden' een beeldkwaliteitsplan wordt opgesteld;
-
h. het woon- en leefklimaat voor woningen van derden daardoor niet wordt aangetast.
3.7.2 Vergroting bouwvlak intensieve veehouderij:
voor het vergroten van een agrarisch bouwvlak voor een intensieve veehouderij, mits:
-
a. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' uitsluitend een vergroting ten behoeve van een intensieve veehouderij wordt toegestaan indien deze vergroting aantoonbaar noodzakelijk is om te voldoen aan de wettelijke eisen van dierenwelzijn en/of veterinaire gezondheid;
-
b. bij de vergroting ten behoeve van een intensieve veehouderij ook de regels voor vergroting van het bouwvlak in sublid 3.7.1 in acht worden genomen.
3.7.3 Vormaanpassing bouwvlak:
voor de vormaanpassing van het agrarische bouwvlak, mits:
-
a. de oppervlakte van het agrarische bouwvlak per saldo gelijk blijft;
-
b. de ter plaatse aanwezige landschappelijke kernkwaliteiten zoals beschreven in 9.2 daardoor niet worden aangetast;
-
c. niet ter plaatse van de aanduiding 'essen en enken';
-
d. niet ter plaatse van de aanduiding 'beschermingszone natte landnatuur';
-
e. het woon- en leefklimaat op de aangrenzende gronden daardoor niet wordt aangetast.