Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Borculoseweg - Soerinkweg te Barchem
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0262.baborculoseweg-BP41

3.9 Bodem

Een bodemonderzoek is verplicht, indien de beoogde bouw of verbouw vergunningspichtig is. In bepaalde gevallen is echter vrijstelling van deze verplichting mogelijk. Deze vrijstellingen betreffen:
  • Vergunningen voor gebouwen die niet bestemd zijn voor langdurig gebruik van mensen (minder dan 2 uur per persoon per dag, zoals een opslagloods);
  • Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde (zoals bruggen, gemalen, RWZI’s, etc.);
  • Bouwwerken die de grond niet raken (niet grondgebonden locaties zoals dakkapel, inpandige verbouwing op eerste etage);
  • Bouwwerken met een te verwezenlijken bebouwingsoppervlakte van ten hoogste 50 m2;
  • Voor tijdelijke bouwwerken als bedoeld in artikel 45 van de Woningwet, mits uit vooronderzoek conform NVN 5725 blijkt dat de locatie als onverdacht kan worden aangemerkt, dan wel dat de gerezen verdenkingen een volledig veldonderzoek volgens NEN 5740 niet rechtvaardigen;
  • Wanneer reeds bruikbare onderzoeksresultaten bij de gemeente aanwezig zijn (art 2.1.5., lid 3 Bouwverordening).
 
Aangezien geen van deze vrijstellingsmogelijkheden van toepassing is, is door Van der Poel Consult bv een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd conform de NEN 5740.
 
Uit het veld- en laboratoriumonderzoek in het volgende naar voren gekomen:
  • De bodem van de onderzochte locatie is tot 4,0 m-mv opgebouwd uit zand. De bovenlaag (0-0,5 m-mv) is zwak tot matig humeus. Tijdens de veldwerkzaamheden bevond het grondwater zich op een diepte van circa 2,5 m-mv.
  • Het opgeboorde materiaal is in het veld zintuiglijk beoordeeld. Hierbij zijn geen bijzonderheden waargenomen die duiden op het voorkomen van een mogelijke bodemverontreiniging. Tijdens het veldwerk is door de veldmedewerkers ter plaatse van de boringen in de bodem en op het maaiveld van de locatie zintuiglijk geen asbestverdacht materiaal waargenomen.
  • In de bovengrond (0-0,5 m-mv) overschrijdt het PAK- en loodgehalte de desbetreffende achtergrondwaarde. In het grondwater overschrijdt het bariumgehalte de desbetreffende streefwaarde. Verder zijn in grond en grondwater geen van de onderzochte componenten gemeten in gehalten die de achtergrondwaarden/ streefwaarden en/of de detectiegrenzen overschrijden. De gemeten waarden voor de pH en de EC kunnen als normaal worden beschouwd.
 
De gemeten overschrijdingen zijn dusdanig dat aanvullende maatregelen en/of analyses niet noodzakelijk worden geacht.
 
Milieuhygiënisch zijn er geen belemmeringen voor de voorgenomen nieuwbouw op de locatie.
 
Opgemerkt wordt nog dat in de grond achtergrondwaarden worden overschreden. Deze grond is niet geschikt voor onbeperkt hergebruik en kan niet zondermeer in het grondverkeer worden gebracht. Geadviseerd wordt om eventueel vrijkomende grond op de locatie toe te passen.