De natuurwetgeving in Nederland kent twee sporen: de soortenbescherming en de gebiedsbescherming. Hiertoe zijn twee wetten actief, respectievelijk de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet. In beide wetten zijn naast het nationaal natuurbeschermingsbeleid ook tal van internationale verdragen en richtlijnen verankerd, zoals: Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn, Wetlands-Conventie, Conventie van Bonn en CITES etc. Alle instrumenten tezamen vormen een stevig fundament voor de bescherming van de waardevolle Nederlandse natuur voor nu en in de toekomst.
Gebiedsbescherming (o.b.v. Natuurbeschermingswet)
Kern van de gebiedsbescherming wordt gevormd door het netwerk van Natura 2000-gebieden (Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn) die strikt beschermd zijn. Daarnaast zijn er ook nog tal van Beschermde Natuurmonumenten, de Nationale Landschappen, de Nationale Parken, is er de Ecologische Hoofdstructuur (Structuurschema Groene Ruimte en Nota Ruimte) en worden er in het kader van de Wetlands Conventie wetlands aangewezen.
Soortenbescherming (o.b.v. Flora- en Faunawet)
De soortenbescherming kent naast de passieve wettelijke bescherming (het tegenhouden van verslechtering) met de Flora- en faunawet een actieve soortenbescherming via onder andere de soortenbeschermingsplannen (het Meerjarenprogramma Uitvoering Soortenbeleid 2000-2004) en de rode lijsten.
De percelen in Barchem zijn gelegen vlak bij, maar niet in de ecologische hoofdstructuur (EHS). Omdat de projectlocatie is gelegen binnen de bebouwde kom zal de omliggende natuur door de bebouwing niet beïnvloed worden. Een ontheffingsprocedure op basis van de Natuurbeschermingswet ten behoeve van de bouw van de woningen is dus niet nodig.
Kaart ecologische hoofdstructuur (EHS), de projectlocatie is met een rode stip aangeduid
Soortenbescherming (o.b.v. Flora- en Faunawet)
De soortenbescherming kent naast de passieve wettelijke bescherming (het tegenhouden van verslechtering) met de Flora- en faunawet een actieve soortenbescherming via onder andere de soortenbeschermingsplannen (het Meerjarenprogramma Uitvoering Soortenbeleid 2000-2004) en de rode lijsten.
Door Eelerwoude is onderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van te beschermen planten en/of dieren. Binnen de planlocatie zijn hoofdzakelijk algemeen voorkomende beschermde soorten aangetroffen. Voor deze soorten kunnen de werkzaamheden leiden tot (tijdelijke) verstoring en verkleining van het leefgebied. De voorgenomen ontwikkelingen hebben echter geen invloed op het duurzaam voortbestaan van de (populaties van) deze soorten. Vervolgstappen voor deze groep soorten is dan ook niet noodzakelijk.
Er is derhalve geen ontheffing noodzakelijk. Wel bestaat er een zorgplicht. Daarnaast wordt geadviseerd om een boominspectie uit te voeren voordat de bomen worden gekapt. Dit is nodig om te zoeken naar de aanwezigheid van nesten van spechten en eekhoorns.