5.3 Specifieke gebruiksregels
5.3.1 Onjuist gebruik
De voor Wonen aangewezen gronden en bebouwing mogen niet worden gebruikt voor:
-
a. de (tijdelijke) huisvesting van meer dan één huishouden;
-
b. opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik, waarbij in ieder geval als strijdig gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslagruimte voor vuurwerk;
-
c. het plaatsen en/of geplaatst houden van onderkomens;
-
d. het storten en/of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
-
e. een seksinrichting;
-
f. raamprostitutie;
-
g. andere doeleinden, dan waarvoor burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning hebben verleend.
5.3.2 Buiten bouwvlak
Buiten het bouwvlak mogen de gebouwen niet worden gebruikt voor een zelfstandige wooneenheid.
5.3.3 Niet-woon functies
Een woning mag worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep aan huis en kleinschalige bedrijvigheid aan huis, mits:
-
a. wonen de hoofdfunctie blijft in de woning;
-
b. het ruimtebeslag van ondergeschikte betekenis is, met dien verstande dat maximaal 30% van de aanwezige vloeroppervlakte van de gebouwen daarvoor mag worden gebruikt tot een maximum van 100 m² per beroepsuitoefening aan huis en tot een maximum van 50 m² per kleinschalige bedrijvigheid aan huis;
-
c. het beroep aan huis of de kleinschalige bedrijvigheid aan huis wordt uitgeoefend door degene die in de desbetreffende woning zijn hoofdverblijf heeft;
-
d. er uitsluitend activiteiten plaatsvinden van bedrijfstypen in de categorieën A en B van de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging;
-
e. parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein wordt opgelost en ter plaatse geen onevenredige aantasting van de parkeer- en/of verkeerssituatie optreedt;
-
f. geen buitenopslag plaatsvindt.
5.3.4 Uitzondering
Het bepaalde in lid 5.3.1 is niet van toepassing op (tijdelijk) gebruik voor de realisering en/of handhaving van de bestemming of het normale onderhoud van de gronden en/of bouwwerken.