Plan: | Nederasselt, Coehoornhof |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0252.NEbpCoehoornhof-VA01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan 'Nederasselt, Coehoornhof' met identificatienummer NL.IMRO.0252.NEbpCoehoornhof-VA01 van de gemeente Heumen.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een zelfstandig, grondgebonden gebouw dat enkel één woning omvat, maar deel uit maakt van een rij van drie of meer met de hoofdgebouwen aaneengebouwde woningen.
Het uitoefenen van een beroep door een bewo(o)n(st)er van de woning op persoonlijk, zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, kunstzinnig danwel ontwerptechnisch gebied, alsmede het beroepsmatig verlenen van diensten op deze gebieden.
De gevel van een gebouw, die is gesitueerd tegenover de voorgevel van het betreffende gebouw.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een inpandige voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt als ondergeschikte toeristisch recreatieve activiteit.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Een niet voor bewoning bestemd vrijstaand gebouw, dat dienstbaar is aan en in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
De grens van een bouwvlak.
Een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolgde de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond.
Een overkapping, al dan niet een gebouw zijnde, die dient voor de stalling van een motorvoertuig.
De bouwlaag op de begane grond.
Doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een perceel, dat door zijn ligging op een straathoek, aan twee zijden een naar de weg gekeerde perceelsgrens heeft.
Een gebouw, inclusief alle aan- en uitbouwen met uitzondering van carports, dat op een bouwperceel door zijn indeling of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
Een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Een inrichting of instelling gericht op het tegen betaling doen plaatsvinden van seksuele omgang met prostituees op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortservice.
Een inrichting of instelling gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische en/of pornografische aard, dan wel voor detailhandel in seks- en/of porno-artikelen, zoals een seksbioscoop, seksclub, seksautomaat of sekswinkel.
een zelfstandig, grondgebonden gebouw dat enkel één woning omvat, maar deel uit maakt van een rij van twee met de hoofdgebouwen aaneengebouwde woningen.
De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
Elke naar de weg of de openbare ruimte gekeerde bouwgrens.
Voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit, waaronder duikers, stuwen, gemalen, inlaten en voorzieningen ten behoeve van berging en infiltratie van hemelwater.
Bebouwing waarbij de hoofdgebouwen aan beide zijden niet in de perceelsgrens zijn gebouwd.
Een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van een zelfstandig wonend persoon of een samenwonende groep van personen.
Een wijziging/het wijzigen als bedoeld in artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Tussen de zijdelingse grens van een (bouw)perceel en een bepaald punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het kortst is.
De gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing op een bouwperceel, in procenten van de oppervlakte van dat bouwperceel.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de zijgevels en/of harten van zijdelingse gemeenschappelijke scheidsmuren.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuur) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de voor- en achtergevel van een gebouw.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Van de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein tot aan de bovenzijde van de vloer van het ondergronds gelegen (deel van het) gebouw.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, wegen en verhardingen.
De bebouwing dient te voldoen aan de volgende regels:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bebouwing, voorzieningen voor de waterhuishouding en (on)bebouwde gronden.
De bebouwing dient te voldoen aan de volgende regels:
Carports als bedoeld in 4.1 onder d mogen worden gebouwd, met dien verstande dat zij moeten voldoen aan de volgende bepalingen:
De voor `Verkeer´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bebouwing, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, afvalvoorzieningen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
De bebouwing dient te voldoen aan de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor woningen in de vorm van vrijstaande woningen, twee-aaneengebouwde woningen en aaneengebouwde woningen, al dan niet in combinatie met een aan huis gebonden beroep, bed & breakfast en/of kamerverhuur met bijbehorende bebouwing, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
De bebouwing dient te voldoen aan de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in 6.2.1 mogen carports worden gebouwd, met dien verstande dat zij moeten voldoen aan de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Woningen kunnen worden gebruikt ten behoeve van een aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, bed & breakfast en/of kamerverhuur, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de functie van de molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (Hoofdstuk 2) gelden de volgende bepalingen:
Hx = X/75 + 0,2 * z
Daarbij zijn de variabelen als volgt gedefinieerd:
Hx = toegestane bouwhoogte obstakel op afstand x in m1
X = afstand obstakel tot molenwieken in m1
z = askophoogte van de betreffende molen in m1
een en ander met dien verstande, dat de ingevolge de onderliggende bestemming maximaal toegestane bouwhoogte niet mag worden overschreden.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.1.2 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de molen.
10.1.4.1 Werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
Het is verboden op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - molenbiotoop' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
10.1.4.2 Uitzonderingen
Het onder 10.1.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
10.1.4.3 Toelaatbaarheid
De onder 10.1.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, het huidige en/of het toekomstige functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering en/of waarde van de molen als landschapsbepalend element, niet onevenredig in gevaar wordt of kan worden gebracht.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 11.1 kan slechts worden verleend, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemmingen 'Verkeer' te wijzigen in de bestemming 'Tuin' ter vergroting van een woonperceel.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Bij het oprichten van gebouwen of het veranderen van gebruik dient te worden voorzien in voldoende parkeeraccommodatie, inclusief parkeergelegenheid voor bezoekers, conform de parkeernormen van het CROW zoals die gelden ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de parkeernormen uit artikel 13.1.1 indien het voldoen aan die normen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit of voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte en/of laad- en losruimte wordt voorzien.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Nederasselt, Coehoornhof'.