direct naar inhoud van Regels

Kernen Heumen, Overasselt, Nederasselt en Molenhoek

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0252.GHbpkernenHONMh-VA01

Artikel 28 Algemene aanduidingsregels

 

28.1 Geluidzone - industrie

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone - industrie’ mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht, tenzij een hogere waarde is vastgesteld.

 

28.2 Veiligheidszone - GOS

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone - GOS' mogen volgens de regels van de onderliggende bestemming die op die gronden rust, bouwwerken worden gebouwd, mits deze niet kunnen worden aangemerkt als kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen’.

 

28.3 Veiligheidszone - lpg

 

28.3.1 Bestemmingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone - lpg' zijn de gronden tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefmilieu in verband met de nabijheid van een vulpunt van de lpg-installatie.

 

28.3.2 Bouwregels

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone - lpg’ is de bouw van (beperkt) kwetsbare objecten, zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, niet toegestaan.

 

28.3.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 28.3.2 voor het bouwen van een nieuw kwetsbaar object als toegestaan ingevolge ter plaatse aangewezen andere bestemmingen, mits:

  1. het kwetsbaar object wordt gebouwd op een afstand van meer dan 45 m van het vulpunt van de lpg-installatie;

  2. voldaan wordt aan het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

 

28.4 Vrijwaringszone - molenbiotoop

 

28.4.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de functie van de molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element.

 

28.4.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (Hoofdstuk 2) gelden de volgende bepalingen:

  1. tot 100 m uit de as van de molen mag niet worden gebouwd.

  2. tussen 100 m en 400 m uit de as van de molen mag worden gebouwd met een maximale bouwhoogte zoals die mogelijk is op grond van onderstaande berekening:

Hx = X/75 + 0,2 * z

 

Daarbij zijn de variabelen als volgt gedefinieerd:

Hx = toegestane bouwhoogte obstakel op afstand x in m1

X = afstand obstakel tot molenwieken in m1

z = askophoogte van de betreffende molen in m1

 

een en ander met dien verstande, dat de ingevolge de onderliggende bestemming maximaal toegestane bouwhoogte niet mag worden overschreden.

 

28.4.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 28.4.2 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de molen.

 

28.4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

28.4.4.1 Werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

Het is verboden op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘Vrijwaringszone - molenbiotoop’ zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  1. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur, voor zover het geen bouwwerken betreft;

  2. het ophogen van gronden;

  3. het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande begroeiing.

 

28.4.4.2 Uitzonderingen

Het onder 28.4.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  1. het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;

  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

 

28.4.4.3 Toelaatbaarheid

De onder 28.4.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, het huidige en/of het toekomstige functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering en/of waarde van de molen als landschapsbepalend element, niet onevenredig in gevaar wordt of kan worden gebracht.

 

28.5 Vrijwaringszone - vaarweg

 

28.5.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de veiligheid van het vaarverkeer.

 

28.5.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (Hoofdstuk 2) mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming met een bouwhoogte van maximaal 1 m.

 

28.5.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 28.5.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de vaarweg.

 

28.5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

28.5.4.1 Werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

Het is verboden op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘Vrijwaringszone - vaarweg’ zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  1. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en /of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;

  2. het ophogen van gronden;

  3. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden.

 

28.5.4.2 Uitzonderingen

Het onder 28.5.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  1. het normale onderhoud en beheer betreffen overeenkomstig de bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;

  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

 

28.5.4.3 Toelaatbaarheid

De onder 28.5.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan niet eerder worden verleend, dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de vaarweg.