direct naar inhoud van Regels

Kernen Heumen, Overasselt, Nederasselt en Molenhoek

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0252.GHbpkernenHONMh-VA01

Artikel 12 Verkeer

 

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. verkeersdoeleinden;

  2. verblijfsgebied alsmede terrassen;

  3. het houden van openbare evenementen, zoals een warenmarkt en een kermis;

  4. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garage';

met bijbehorende bebouwing, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, afvalvoorzieningen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.

 

alsmede voor:

  1. de instandhouding en bescherming van de ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’ aangegeven bebouwing.

 

12.2 Bouwregels

 

12.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. Gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage' worden gebouwd.

  2. De bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 3 m.

 

12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. De bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m.

  2. De bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 10 m.

  3. De bouwhoogte van overige palen en masten mag niet meer bedragen dan 6 m.

  4. De bouwhoogte van speeltoestellen mag niet meer bedragen dan 4 m.

  5. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

 

12.3 Nadere eisen

 

  1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing.

  2. De onder a genoemde nadere eisen mogen slechts worden gesteld voor het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van de bebouwing en hun omgeving ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’.

 

12.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:

  1. het bepaalde in lid 12.2.2 onder a ten behoeve van het oprichten van erfafscheidingen tot een hoogte van maximaal 2 m, mits:

  1. dit uit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is;

  2. dit uit oogpunt van verkeersveiligheid aanvaardbaar is;

  3. de belangen van derden niet onevenredig worden aangetast.