direct naar inhoud van Regels
Plan: Landgoed Grootstal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0252.BUbpGrootstal-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

De regels verstaan onder:

het plan

het onderhavige bestemmingsplan. Tot dit plan worden gerekend de regels, de toelichting en de gekleurde delen van de verbeelding;

bouwwerk

elke bouwconstructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

gebouw

elk bouwwerk, dat (een) voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten, ruimte(n) vormt;

aanlegvergunning

een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

agrarische activiteiten

activiteiten gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;

agrarisch bouwvlak

een binnen de agrarische bestemmingen gelegen bouwperceel, waarop bebouwing ten behoeve van een agrarisch bedrijf is toegestaan;

ander bouwwerk

elk bouwwerk, geen gebouw zijnde;

bebouwingsgrens

een op de plankaart aangegeven lijn, die niet door bebouwing mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten afwijkingen;

bestaand

  • 1. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
  • 2. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;

bouwperceel

een door bebouwingsgrenzen omsloten en aaneengesloten oppervlakte grond waarbinnen bepaalde, in het plan aangegeven, bouwwerken zijn toegestaan; een en ander nader verklaard op de verklaring behorende bij de plankaart;

detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

ontheffing

een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder c van de Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 2 Wijze van meten

oppervlakte van een gebouw

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van scheidingsmuren en boven de gemiddelde hoogte van het aansluitende en afgewerkte terrein ter plaatse;

hoogte van een bouwwerk

van het hoogste punt van een bouwwerk, bij (wind)molens de ashoogte, tot aan de gemiddelde hoogte van het aansluitende en afgewerkte terrein ter plaatse;

inhoud van een gebouw

tussen de buitenwerkse gevelvlakken, de harten van scheidingsmuren, de dakvlakken en de gemiddelde hoogte van het aansluitende en afgewerkte terrein ter plaatse;

goothoogte van een gebouw

de horizontale snijlijn van het gevelvlak en het dakvlak tot aan de gemiddelde hoogte van het aansluitende en afgewerkte terrein ter plaatse.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch met waarden - Landschap en natuur

3.1 Doeleindenomschrijving

De voor Agrarisch met waarden - Landschap en natuur bedoelde gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van agrarisch activiteiten;
  • b. behoud en ontwikkeling van de op deze gronden aanwezige bodem-, geomorfologische, landschappelijke en natuurwaarden;
  • c. educatie en voorlichting in verband met de natuurwaarden en agrarische activiteiten;
  • d. wonen in maximaal 2 woningen;
  • e. extensieve vormen van recreatief medegebruik zoals wandelen, picknicken en fietsen.
3.2 Bouwregels

Op de onder lid 1 bedoelde gronden mogen bij de bestemming behorende (andere) bouwwerken worden opgericht.

3.2.1

Uitsluitend de volgende gebouwen zijn binnen het bouwvlak toegestaan:

  • a. de bestaande twee woningen;
  • b. bijgebouwen bij de woningen tot een oppervlakte van 50 m2 per woning;
  • c. het bestaande koetshuis;
  • d. het kippenhok;
  • e. een werkplaats;
  • f. een kapschuur.
3.2.2

Het kippenhok voldoet aan de volgende kenmerken:

  • a. de oppervlakte bedraagt maximaal 20 m2;
  • b. de bestaande goothoogte en hoogte;
3.2.3

De werkplaats voldoet aan de volgende kenmerken:

  • a. de oppervlakte bedraagt maximaal 170 m2;
  • b. de goothoogte en hoogte bedragen maximaal 6 m respectievelijk 10 m;
3.2.4

De kapschuur voldoet aan de volgende kenmerken:

  • a. de oppervlakte bedraagt maximaal 30 m2 
  • b. de goothoogte en hoogte bedragen maximaal 3 m respectievelijk 6 m.
3.2.5

Andere bouwwerken mogen worden opgericht met dien verstande dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 2 m.

3.3 Bijzondere gebruiksregel

(Glas)tuinbouw, fruit- en boomteelt is niet toegestaan op een afstand van minder dan 50 m van voor bestrijdingsmiddelen gevoelige functies. Dit zijn alle functies behoudens de agrarische bedrijvigheid.

3.4 Aanlegvergunningen
3.4.1

Behoudens het gestelde in lid b van dit artikel, is het verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning de volgende andere werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontginnen, verlagen van de bodem of afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • b. het aanleggen en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanbrengen van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • d. het vellen en rooien van bomen en ander houtgewas en het verrichten van handelingen, die ernstige beschadiging of de dood van bomen en ander houtgewas ten gevolge kunnen hebben.
3.4.2

Het in lid 3.4.1 van dit artikel vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. het periodiek vellen van hakhout;
  • c. het vellen en rooien van productieboomgaarden, met uitzondering van hoogstamboomgaarden;
  • d. werken en werkzaamheden, waarmee was begonnen ten tijde van de onherroepelijke goedkeuring van het plan;
3.4.3

Werken en werkzaamheden, als bedoeld in lid 3.4.1 van dit artikel zijn niet toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de bodem-, geomorfologische, landschappelijke en/of natuurwaarden onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

3.4.4

Alvorens op een aanvraag om een aanlegvergunning, als bedoeld in lid 3.4.1 van dit artikel, te beschikken, winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van een deskundige op het gebied van natuur en landschap.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Gebruiksregels

Onder verboden gebruik, als bedoeld in art. 7.10 Wro eerste lid wordt in ieder geval verstaan een gebruik:

  • a. als detailhandel, met uitzondering van detailhandel in ter plaatse geproduceerde producten;
  • b. van de onbebouwde grond als stort- en/of opslagplaats van grond, vuilnis, afvalstoffen en/of al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen en materialen, anders dan als opslag ten behoeve van het normale gebruik behorende bij de betreffende bestemming;
  • c. als staan- of ligplaats voor kampeermiddelen;
  • d. als sport- of wedstrijdterrein;
  • e. voor het beproeven van voertuigen, voor het beoefenen van de modelvliegsport en voor het houden van wedstrijden, racen of crossen met motorvoertuigen en bromfietsen.

Artikel 6 Algemene ontheffingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing van de regels te verlenen ten behoeve van:

  • a. het oprichten van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals telefooncellen, wachthuisjes, transformatorhuisjes e.d., met uitzondering van benzineverkooppunten, voorzover deze gebouwen geen grotere oppervlakte hebben dan 20 m2 en geen grotere hoogte dan 3 m;
  • b. het afwijken van de voorgeschreven maten voorzover daarvoor geen bijzondere ontheffingsbevoegdheden in deze regels zijn opgenomen en mits deze met niet meer dan 10 % worden veranderd en niet eerder in de voorkomende situatie een dergelijke ontheffingsbepaling is toegepast;
  • c. het houden van kortdurende festiviteiten van sociaal-culturele aard voor een aaneengesloten periode van maximaal 7 dagen per jaar per activiteit.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgangsrecht bouwwerken
7.1.1

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
7.1.2

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 7.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 7.1.1 met maximaal 10%.

7.1.3

Artikel 7.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

7.2 Overgangsrecht gebruik
7.2.1

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

7.2.2

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 7.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

7.2.3

Indien het gebruik, bedoeld in artikel 7.2.1, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

7.2.4

Artikel 7.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Landgoed Grootstal.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 22 april 2010.

De voorzitter,   De griffier,      
       
………………   ………………