Plan: | Transformatorstation Kanaaldijk 1a Hattem |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0244.bpKanaaldijk1a-0002 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Transformatorstation Kanaaldijk 1a Hattem' met identificatienummer NL.IMRO.0244.bpKanaaldijk1a-0002 van de gemeente Hattem.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
E?n of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
dit percentage wordt slechts berekend over het gedeelte van het bestemmingsvlak of het perceel, waarbinnen de bouwwerken mogen worden gebouwd;
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
een bedrijf waar de spanning van elektriciteit wordt omgezet van de ene spanning naar een andere spanning (omhoog of omlaag). Ook wel transformatorstation of elektriciteitsstation genoemd.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een bedrijf zoals genoemd in onderdeel D, Bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht.
een woning, alsmede een gebouw als zodanig bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
een gebouw, dat op een perceel door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste gebouw valt aan te merken.
een voertuig ingericht voor het dag- en nachtverblijf van personen.
de aan een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en be?nvloeding van niet-levende en levende natuur.
de aan een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
werkzaamheden die regelmatig nodig zijn voor een goed beheer van de gronden.
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals een transformatorstation, onderstation, transformatorhuis, gasreduceerstations, schakelhuisjes, bemalinginstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
een bouwwerk met een gesloten dak, dat niet of slechts aan ??n zijde is voorzien van een (bestaande) wand.
een ruimte waar een transformator in staat, bestaande uit ten minste drie wanden.
een bouwwerk voor het geleiden van elektriciteit als gevolg van blikseminslag, ook wel bliksemspitsen genoemd.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van ??n afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw tot die perceelsgrens op 1 m boven peil en haaks op de perceelsgrens.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een ander bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, vlaggenmasten, bewassings-, luchtbehandelings- en liftinstallaties en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
buitenwerks en boven peil.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 2 meter bedraagt.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 4.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in artikel 4.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel of de ontwikkeling van de natuur- en landschapswaarden van de gronden.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder dak gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
De in artikel 5.4.1 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden toegestaan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag op of in deze gronden niet anders worden gebouwd dan ten behoeve van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering'.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' gelden de volgende regels:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend een gebruik ten behoeve van een andere bestemming, waardoor een onevenredige afbreuk aan de waterstaatsbelangen als omschreven in artikel 6.1 wordt gedaan.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Indien de bestemming van een bouwwerk aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen mag onverminderd het bepaalde in de overige artikelen van deze regels uitsluitend worden gebouwd, indien in, op of onder het bouwwerk, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij het bouwwerk behoort, voorzien wordt in voldoende ruimte voor het laden of lossen van goederen.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geldt voor het bouwen van gebouwen de volgende regel:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk' zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede aangewezen voor de bescherming, de versterking, het beheer en het onderhoud van de dijk, met de bijbehorende voorzieningen, zoals bermen, schouwpaden en beschoeiing;
In afwijking van het bepaalde in de overige bestemmingen mag op de gronden zoals bedoeld in artikel 9.2.1 niet worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2.1 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), mits het belang van de dijk in voldoende mate is gewaarborgd. Hieromtrent wordt advies ingewonnen bij beheerder van de dijk.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 9.2.4.a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
De in artikel 9.2.4.a. genoemde vergunning kan slechts worden verleend, mits:
Bij een omgevingsvergunning kan in dit plan afgeweken worden van:
De in artikel 10.1 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden toegestaan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De in dit bestemmingsplan opgenomen regels ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' gelden in aanvulling op de regels van de hierna genoemde bestemmingsplannen en laten de regels uit die onderliggende bestemmingsplannen ongewijzigd voor zover niet in strijd met de regeling in artikel '9.1 geluidzone - industrie'.
De onderliggende bestemmingsplannen zijn:
Bestemmingsplan | Vastgesteld |
Buitengebied, Uiterwaarden | 15 december 2014 |
Paraplubestemmingsplan Parkeren gemeente Hattem | 29 juni 2020 |
Deze regels worden aangehaald als 'Regels van het bestemmingsplan Transformatorstation Kanaaldijk 1a Hattem'.