Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Aanpassing artikel 1 Begrippen
Artikel 1 van het bestemmingsplan Buitengebied - De Dennenhoek wordt als volgt aangepast:
- De vetgedrukte woorden worden aan het begrip bostuin toegevoegd:
1.18 bostuin:
een veelal omvangrijke tuin, grotendeels bestaande uit bos, of met een bosachtige uitstraling, waar het intensievere gebruik en de specifieke tuininrichting zoals niet gebiedseigen beplanting,
vijver, speeltoestellen, terrassen en andere verharding niet zijnde één ontsluitende oprit, zich beperkt tot 10% van het perceel waarop het bouwvlak is gelegen met een maximum van 400 m2 per perceel.
- De vetgedrukte woorden worden aan het begrip gemeenschappelijk openbaar gebied toegevoegd:
1.29 gemeenschappelijk openbaar gebied:
gronden die dienen voor gemeenschappelijk gebruik van aanwonenden en worden beheerd door een
centrale exploitant, een VvE of een stichting.
-
- Het begrip houtopstand wordt als volgt opgenomen in artikel 1.
houtopstand:
hakhout, een houtwal of één of meer bomen, zowel in levende als in dode toestand, met dien verstande dat onder een boom een houtachtig, overblijvend gewas wordt verstaan met een omtrek van de stam van minimaal dertig centimeter op 1.30 meter hoogte boven het maaiveld gemeten en met een minimale lengte van 5 meter. In geval van meerstammigheid geldt de omtrek van de dikste stam;
Artikel 3 Aanpassing artikel 5 Wonen
In lid 5.1 onder a. van het bestemmingsplan Buitengebied - de Dennenhoek wordt het woord
wonen vervangen door woningen:
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wonen woningen;
b. tuinen en erven;
c. geluidwerende voorzieningen.
In lid 5.5 wordt de verkeerde verwijzing 5.4.4. vervangen door 5.4.3:
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.4.4 5.4.3 indien uit onderzoek blijkt dat het agrarisch bedrijf aan de Beekhuizerweg 1:
-
a. door de uitvoering van geurreducerende maatregelen in de vergunde situatie een lagere geurbelasting veroorzaakt dan 14,0 OUE/m³, danwel
-
b. de bedrijfsactiviteiten heeft beëindigd.
Artikel 4 Aanpassing artikel 11 Waarde - Landschap
Lid 11.3 onder a sub 3. van het bestemmingsplan Buitengebied - De Dennenhoek wordt als
volgt gewijzigd:
11.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van
werkzaamheden
-
a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
1. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
-
2. het diepploegen, diepwoelen of het uitvoeren van andere ingrepen in de bodem, waaronder ook begrepen de aanleg van leidingen, allen dieper dan 0,60 meter onder maaiveld, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd, alsmede de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van bestaande drainage;
-
3. het graven, dempen, danwel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, watergangen, greppels, kolken en overige natuurlijke oppervlaktewateren, alsmede het anderszins verlagen van de waterstand;
-
4. het vellen of rooien van
bos houtopstand, alsmede het verwijderen van landschapselementen;
-
5. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden, alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 100 m²;
-
6. het verwijderen van onverharde wegen of paden;
-
7. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur.
Artikel 5 Aanpassen artikel 15 Algemene wijzigingsregels
Aan artikel 15.2 van het bestemmingsplan Buitengebied - De Dennenhoek wordt de
vetgedrukte tekst toegevoegd en de doorgehaalde tekst verwijderd.
15.2 Vergroten bouwvlak
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - bestaande woningen' ten behoeve van het vergroten van het bestemmingsvlak en het bouwvlak met de bestemming "Wonen" tot een maximum oppervlak van 100 m², met dien verstande dat:
-
a. het bouwvlak van het oorspronkelijke hoofdgebouw in alle gevallen tot het bouwvlak dient te blijven behoren;
-
b.
de maximum oppervlakte van een bouwvlak in de bestemming "Wonen" niet meer mag
bedragen dan 80 m²;
-
c.
de maximum oppervlakte van een bestemmingsvlak zonder bouwvlak in de bestemming
"Wonen" niet meer mag bedragen dan 20 m²;
-
d.
de verplaatsing van een bestemmingsvlak van de bestemming "Wonen" alleen is
toegestaan als daarvoor geen houtopstand moet worden geveld of gerooid;
-
e. de bestemming van de gronden binnen het bouwperceel die niet tot de bestemming "Wonen" behoren, worden bestemd als "Bos - Bostuin";
-
f. alle bebouwing (legaal of illegaal) op het bouwperceel in de bestemming "Bos - Bostuin" binnen 1 jaar na inwerkingtreding van het wijzigingsplan dient te worden verwijderd;
-
g. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrenzen dient minimaal 3 meter te bedragen;
-
h. in afwijking van het bepaalde onder
4. g. mag bestaande bebouwing, waarvoor een bouw- of omgevingsvergunning is verleend, op minder dan 3 meter van de perceelsgrenzen worden gehandhaafd en binnen het bestemmingsvlak respectievelijk bouwvlak worden gesitueerd;
-
i. voor het overige de bouwregels uit Artikel 5, lid 5.2 van toepassing zijn.