Plan: | Tweelingstad - Partiële herziening regels Bedrijvenpark Sypel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0243.BP00185-0002 |
De gemeenteraad heeft op 21 mei 2015 het bestemmingsplan Tweelingstad – Bedrijvenpark Sypel gewijzigd vastgesteld. Het bestemmingsplan biedt een actueel ruimtelijk kader waarin een balans is gezocht tussen enerzijds het creëren van voldoende mogelijkheden om de woon- en werkomgeving en openbare ruimte flexibel in te richten en anderzijds het bieden van voldoende rechtszekerheid ten behoeve van de handhaving van bestaande gebruik- en bouwrechten. De planregeling is vooral gericht op het handhaven van de bestaande situatie waarbij, ten opzichte van het huidige bestemmingsplan, een bredere bedrijfsinvulling van de percelen mogelijk wordt gemaakt. Daarbij wordt op het braakliggende terrein op de hoek Deventerweg-spoorlijn verschillende functies mogelijk gemaakt, zoals kantoren, bedrijven en perifere detailhandel (al dan niet in combinatie met elkaar).
In dit vigerende bestemmingsplan "Tweelingstad - Bedrijvenpark Sypel" ontbreekt echter in de bestemmingsomschrijving van de bestemming ''Bedrijf" (artikel 3) de mogelijkheid om ontsluitingswegen te kunnen realiseren. Hierdoor is het niet mogelijk om op de braakliggende kavel tussen het spoor en de Slaaphof een nieuwe ontsluitingsweg te realiseren vanaf de Hertog Reinoutlaan.
Om deze ongewenste situatie te herstellen wordt het voorliggende bestemmingsplan Tweelingstad - Partiële herziening regels Bedrijvenpark Sypel" in procedure gebracht.
Het doel van het bestemmingsplan "Tweelingstad - Partiële herziening regels Bedrijvenpark Sypel" is het herstellen van een omissie in het bestemmingsplan "Tweelingstad - Bedrijvenpark Sypel". Voor de braakliggende gronden wordt aan artikel 3.1 in de bestemming Bedrijf een nieuw lid y. ontsluitingswegen toegevoegd.
Het plangebied betreft uitsluitend de braakliggende gronden die omgeven worden door de Prins Mauritslaan, Gelreweg, Hertog Reinoudlaan en Deventerweg.
Het bestemmingsplan "Tweelingstad - Partiële herziening regels Bedrijvenpark Sypel" bestaat uit de volgende stukken:
Een bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan en moeten samen "gelezen" worden. Op de verbeelding staan normaal gesproken de bestemmingen van de in het plangebied begrepen gronden en opstallen. Echter omdat het nu alleen een aanvulling op de regels van het bestemmingsplan Tweelingstad - Bedrijvenpark Sypel betreft, is uitsluitend de plangrens opgenomen. De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het bestemmingsplan. De toelichting geeft aan wat de beweegredenen en achtergronden zijn die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen en doet indien aan de orde verslag van het onderzoek dat aan het bestemmingsplan vooraf is gegaan.
Ingevolge artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening wordt in dit hoofdstuk een beschrijving opgenomen van het verrichtte onderzoek naar relevante feiten en af te wegen belangen (artikel 3.2. Algemene wet bestuursrecht).
Het bestemmingsplan "Tweelingstad - Partiële herziening regels Bedrijvenpark Sypel" bevat alleen voor de braakliggende gronden een kleine ondergeschikte aanpassing van het bestemmingsplan "Tweelingstad - Bedrijvenpark Sypel". Daarnaast wordt geen enkele nieuwe ontwikkeling mogelijk gemaakt. Het bestemmingsplan "Tweelingstad - Bedrijvenpark Sypel" is en blijft dan ook onverkort van toepassing. Omdat er geen sprake is van nieuwe (ontwikkelings)mogelijkheden is aanvullend onderzoek ook niet nodig.
Op grond van afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening rust op de gemeente de verplichting tot het verhaal van kosten die tot de grondexploitatie behoren indien het bestemmingsplan een bouwplan in de zin van artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) mogelijk maakt.
In voorliggend bestemmingsplan wordt een omissie in het bestemmingsplan "Tweelingstad - Bedrijvenpark Sypel " hersteld en worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Daarom hoeft geen exploitatieplan vastgesteld te worden. De ontwikkeling van dit bestemmingsplan brengt voor de gemeente alleen plankosten met zich mee. Deze kosten worden betaald uit de algemene middelen.
In de Inspraakverordening Harderwijk 2007 is bepaald dat elk bestuursorgaan over zijn eigen bevoegdheden besluit of al of niet inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van het gemeentelijk beleid. Dit betekent dat ook ten aanzien van een bestemmingsplan een besluit moet worden genomen over het al of niet toepassen van inspraak. In een aantal gevallen hoeft geen inspraak plaats te vinden, bijvoorbeeld over bestemmingsplannen die betrekking hebben op een zeer beperkt grondgebied (de zogenaamde postzegelplannetjes). Het onderhavige bestemmingsplan is aan te merken als een postzegelplan. Op grond van het bepaalde in de inspraakverordening hoeft en zal geen inspraak worden gegeven op dit bestemmingsplan.
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan moet in het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening overleg worden gepleegd met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn.
Het betreft hier echter een dermate kleine aanpassing van het plan "Tweelingstad - Bedrijvenpark Sypel" dat gesteld kan worden dat dit geen enkele invloed heeft op de in dat plan aan de orde zijnde belangen. Het bestemmingsplan "Tweelingstad - Partiële herziening regels Bedrijvenpark Sypel" is derhalve in het kader van het vooroverleg niet voorgelegd aan de gebruikelijke instanties. De betreffende instanties zijn wel in kennis gesteld van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan. In dat kader hebben de betreffende instanties alsnog de gelegenheid gekregen om te reageren op het bestemmingsplan.
Uitsluitend de Omgevingsdienst Noord-Veluwe (ODNV) en de provincie Gelderland hebben gereageerd. De ODNV heeft laten weten dat het plan geen aanleiding gaf tot opmerkingen. De provincie constateert dat het slechts een aanpassing van de regels is en niet een nieuw toe te voegen bestemming Bedrijfsterrein. Daarmee is het provinciaal beleid goed verwerkt in het plan.