Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Drielanden – Horlose Brink
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0243.BP00074-0003

Artikel 5 Wonen

 
5.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wonen;
  2. tuinen, erven en terreinen;
  3. groenvoorzieningen in de vorm van erfbeplanting;
  4. nutsvoorzieningen;
  5. waterlopen, waterpartijen, waterbergingen en infiltratievoorzieningen;
  6. speelvoorzieningen;
  7. parkeervoorzieningen. Onder wonen is mede begrepen:
  8. het uitoefenen van het aan huis verbonden beroep;
  9. bed & breakfast.
5.2 Bouwregels
 
5.2.1 Hoofdgebouw
Voor het bouwen van een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
  1. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woningen worden gebouwd;
  2. hoofdgebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – hoofdgebouw’ gebouwd worden, met dien verstande dat waar geen aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – hoofdgebouw’ is aangegeven het hoofdgebouw binnen het volledige bouwvlak gebouwd mag worden;
  3. binnen het op de verbeelding aangegeven gebied ‘specifieke vorm van wonen –wegverkeerslawaai’ is de bouw van een hoofdgebouw niet toegestaan;
  4. per bouwvlak mag het aantal woningen niet meer bedragen dan 1;
  5. ter plaatse van de aanduiding ‘vrijstaand’ kan enkel een vrijstaande woning worden gerealiseerd;
  6. de goothoogte mag niet meer bedragen dan in het betreffende bouwvlak is aangegeven;
  7. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan in het betreffende bouwvlak is aangegeven;
  8. het vloeroppervlak van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 250m2;
5.2.2 Bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
  1. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  2. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken mag per woning niet meer bedragen dan 75 m2;
  3. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  4. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 meter.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende voorwaarden:
  1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer bedragen dan 2 meter, met dien verstande dat de hoogte vóór de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 1 meter;
  2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter.
5.3 Afwijking van de bouwregels
 
5.3.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van het bouwen binnen het gebied ‘specifieke vorm van wonen – wegverkeerslawaai’
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder c voor de bouw van een hoofdgebouw binnen het op de verbeelding aangegeven gebied ‘specifieke vorm van wonen – wegverkeerslawaai’ indien een rapport wordt overlegd waaruit blijkt dat voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde van de Wet geluidhinder of aan de conform deze wet vastgestelde hogere waarden en daaraan verbonden voorwaarden.
 
5.3.2 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van grotere goothoogte
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder f teneinde een grotere goothoogte toe te staan, mits:
  1. niet meer dan 30% van de totale gootlengte per woning gelegen in het bestemmingsplan Drielanden Horlose – Brink een grotere goothoogte van 3,5 meter heeft;
  2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld;
  3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en het woon- en leefklimaat.
5.3.3 Afwijken van de bouwregels ten behoeve bouwen buiten het bouwvlak
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder b en 5.2.2 onder a voor het bouwen buiten het bouwvlak, met dien verstande dat geen onevenredig afbreuk wordt gedaan aan:
  1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en het woon- en leefklimaat;
  2. het straat- en bebouwingsbeeld;
  3. de verkeersveiligheid.
5.4 Specifieke gebruiksregels
 
5.4.1 Strijdig gebruik
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het bewonen van vrijstaande woningen, niet zijnde woningen.
 
5.4.2 Aan-huis-verbonden beroep
Onder wonen is het uitoefenen van het aan huis verbonden beroep mede begrepen, met dien verstande dat niet meer dan 50% van het gezamenlijke bruto vloeroppervlak van de tot een bouwperceel behorende gebouwen, niet zijnde vrijstaande bijgebouwen, tot een maximum van 50 m² voor de aan huis verbonden werkactiviteit mag worden gebruikt.
 
5.4.3 Bed & breakfast
Onder wonen is bed & breakfast mede begrepen, met dien verstande dat:
  1. de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
  2. het een kleinschalige verblijfsaccommodatie betreft met maximaal 7 slaapkamers, die deel uitmaakt van een woning, inclusief in vrijstaande bijgebouwen;
  3. het een ondergeschikte nevenactiviteit ten opzichte van de functie wonen betreft, waarbij het gebruik beperkt is tot 40% van het vloeroppervlak van de woning met een maximum van 100 m²;
  4. de recreatieve nevenactiviteit mag geen afbreuk doen aan de woonfunctie.