Plan: | Drielanden - Bedrijvenpark Tonsel 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0243.BP00073-0003 |
het bestemmingsplan Drielanden - Bedrijvenpark Tonsel 2013 van de gemeente Harderwijk;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0243.BP00073-0003 met de bijbehorende regels en bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een onderdeel van een hoofdgebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan de hoofdvorm;
geheel van de al dan niet onder de grond liggende tank of tanks met daaraan gekoppelde leidingen, appendages, één of meer afleverzuilen, voorzover aanwezig, een kassa en, voorzover aanwezig, één of meer betaalautomaten;
bovengronds gelegen gedeelte van de afleverinstallatie bestaande uit pompen, leidingen, meet- en regelwerken, schakelaars en afleverpistolen omgeven door een omkasting of daarmee direct in verbinding staand, ten behoeve van het afleveren van vloeibare brandstof, mengsmering en aardgas ten behoeve van openbare verkoop voor motorvoertuigen voor het wegverkeer.
een werk, geen bouwwerk zijnde;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
het in de regels aangegeven percentage dat de grootte aangeeft van het deel van het dat ten hoogste mag worden bebouwd;
een gebouw dat, een woning die, op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan bestaat, voorzover gerealiseerd in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet en voorzover niet in strijd met het toen geldende bestemmingsplan, krachtens een voor dat tijdstip reeds verleende vergunning in uitvoering is of in uitvoering kan worden genomen, dan wel de vergunning nadien moest worden verleend wegens overschrijding van de termijn als bedoeld in artikel 3.8 lid 1 sub e van de Wet ruimtelijke ordening, in relatie met artikel 50, lid 2 sub b van de Woningwet;
het gebruik van gronden en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
de oppervlakte, goothoogte, bouwhoogte, inhoud, afmetingen van een bestaand gebouw, bestaande woning; aantal bestaande gebouwen, bestaande woningen;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
inrichting als bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak. Voor zover het bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning betreft, wordt voor de toepassing van dit begrip, in afwijking van het begrip hoofdgebouw, de bedrijfswoning aangemerkt als hoofdgebouw;
een vrijstaand gebouw of een aan de hoofdbebouwing aangebouwd gebouw (met inbegrip van een eventueel te bouwen kelder) dat een eenheid vormt en dienstbaar is aan een hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
detailhandelsvestigingen met een minimum winkelvloeroppervlak van 1.000 m2;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
een als zodanig aangegeven vlak ten behoeve van het indelen van een bouwvlak of bouwperceel met het oog op een verschil in maatvoering;
het bedrijfsmatig verstrekken van niet alcoholische dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse dat wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en belang ondergeschikt aan is, uitsluitend toegankelijk is via de hoofdfunctie, de openingstijden zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdfunctie en waarvoor geen aparte reclame mag worden gemaakt.
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling in de vorm van de verkoop van auto's, boten, caravans, (grove) bouwmaterialen, keukens, sanitair, meubelen en naar de aard daarmee gelijk te stellen artikelen, alsmede tuincentra en bouwmarkten;
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt in elk geval verstaan een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
het naar de weg gekeerde deel van de bouwgrens;
de denkbeeldig doorgetrokken lijn van het naar de weg gekeerde deel van het bouwvlak ter plaatse van de voorgevel van het hoofdgebouw, dan wel de ligging van de bouwvlakken op de verbeelding indien geen hoofdgebouw aanwezig is;
een inrichting als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer.