direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Tweelingstad - Graaf Ottolaan 5-11
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0243.BP00072-0003

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven zoals die zijn opgenomen in bijlage 1 'Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging', met dien verstande dat de bedrijven uit de categorie B en C niet aanpandig worden uitgevoerd aan gevoelige functies;
  • b. tuinen, erven en terreinen;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. waterlopen, waterpartijen en waterbergingen;
  • f. voet- en fietspaden;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. verkeersvoorzieningen, waaronder afscheidingen, lichtmasten, verkeersborden, alsmede voorzieningen voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer.

Detailhandel en kantoor als ondergeschikte nevenaktiviteit is in de bestemming inbegrepen.

3.2 Bouwregels
  • a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' bedraagt het bebouwingspercentage niet meer dan het aangegeven percentage;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' bedragen de bouwhoogten niet meer dan de aangegeven hoogten, dan wel de bestaande hoogten indien die meer bedragen.
  • b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de regel dat de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van verkeers- en verblijfsdoeleinden en nutsvoorzieningen, niet meer mag bedragen dan 6 m;
    • 2. de bouwhoogte van erfafscheidingen gelegen binnen een afstand van 6 meter van de erfgrens grenzend aan de openbare weg, niet meer mag bedragen dan 1 m;
    • 3. masten geen grotere hoogte mogen hebben dan 8 m.
3.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit is toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de detailhandel rechtstreeks verband houdt met of rechtstreeks voortvloeit uit de hoofdactiviteit;
    • 2. de omvang niet meer mag bedragen dan 25% van het brutovloeroppervlak;
    • 3. de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 50 m2;
    • 4. de verkoop van voedings- en genotmiddelen, kleding en schoenen niet is toegestaan;
    • 5. de verkoopruimte en het hoofdgebouw van het bedrijf zich op hetzelfde perceel bevinden.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van lid 3.1 sub a ten behoeve van het toestaan van bedrijven die niet zijn genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten of voor bedrijven die van een hogere categorie zijn, mits deze bedrijven naar aard en omvang gelijk zijn te stellen met de onder 3.1, lid a genoemde categorieën, met dien verstande dat bevi-inrichtingen, vuurwerkbedrijven en Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan.
  • b. De afwijking kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de milieusituatie;
    • 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    • 4. de externe veiligheid.