Plan: | Buitengebied - Haventje Mheenlanden |
---|---|
Status: | concept |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0243.BP00065-0003 |
Waterbeleid
Een van de speerpunten van de Nota Ruimte is het behoud en de versterking van het watersysteem. Met het Waterbeleid 21e eeuw spelen de waterbeheerders in op de huidige situatie en toekomstige ontwikkelingen, die hogere eisen stellen aan het waterbeheer. Het gaat hierbij om onder meer de klimaatverandering, bodemdaling en zeespiegelrijzing. Het Waterbeleid 21e eeuw heeft twee principes voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd. Dit zijn de tritsen:
- vasthouden, bergen en afvoeren;
- schoonhouden, scheiden en zuiveren.
De trits 'vasthouden, bergen en afvoeren' houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk in het plangebied wordt vastgehouden in de bodem (infiltratie) en in het oppervlaktewater wordt geborgen. Vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren, wordt het water afgevoerd. De norm voor afvoer van overtollig water is 1,5 l per seconde per ha. Het huidige watersysteem is op basis van deze norm aangelegd. Ruimtelijke ontwikkelingen dienen te voldoen aan deze kwantiteitsnorm.
Bij 'schoonhouden, scheiden en zuiveren' gaat het erom dat het water zoveel mogelijk schoon wordt gehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste, wanneer schoonhouden en scheiden niet mogelijk is, komt het zuiveren van verontreinigd water aan bod.
Veiligheid
Het onderhavige conserverende bestemmingsplan maakt alleen een nutsvoorziening mogelijk waar geen mensen zullen verblijven. De huidige maaiveldhoogte ligt hoger dan +0,50 mNAP. Uitgaande van het beleid zoals verwoord in het Nationaal Waterplan (maximaal 0,30 m peilstijging ten opzichte van huidig zomerpeil van NAP -0,05 m) is dat, zeker in relatie tot het ontbreken van een verblijffunctie, voldoende om wateroverlast te voorkomen. Door de zuidelijke ontsluiting richting 'hogere gronden' is uitgesloten dat men ingesloten raakt door hoog water. Ongewenste effecten op het gebied van veiligheid en wateroverlast worden dan ook niet verwacht.
Conclusie
Binnen het aangegeven bouwvlak dient een opslagvoorziening te worden gerealiseerd voor afvalwater, fecaliën en dergelijke. Met deze voorziening wordt voorkomen dat afvalwater, fecaliën en dergelijke in de bodem of het oppervlaktewater worden geloosd. De opslagvoorziening wordt periodiek geleegd en per tankwagen afgevoerd. Hiermee vormt het aspect water geen belemmering voor het onderhavig plan.