Plan: | Buitengebied - Haventje Mheenlanden |
---|---|
Status: | concept |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0243.BP00065-0003 |
Structuurvisie Gelderland
Het provinciaal ruimtelijk beleid is verwoord in het Streekplan Gelderland 2005 'Kansen voor de regio's', dat op 29 juni 2005 door provinciale staten is vastgesteld. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) per 1 juli 2008 heeft het streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen.
De structuurvisie deelt de provincie op in diverse deelgebieden. Voor het deelgebied Noordwest-Veluwe geldt in principe een restrictief (terughoudend en ruimtebesparend) verstedelijkingsbeleid. Harderwijk heeft daarbinnen een regionale centrumfunctie.
De randmeerkust wordt beschouwd als een uniek gebied door de specifieke ecologische en landschappelijke kwaliteiten, maar ook door de watergebonden toeristisch-recreatieve ontwikkelingsmogelijkheden.
De Harderwijkse Waterfrontvisie biedt volgens het streekplan goede aanknopingspunten voor een integrale aanpak van de toeristisch-recreatieve problemen en kansen in hun ruimtelijke context. Het project Waterfront is één van de programma 's van het Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid (GSO).
De provincie geeft daarmee aan dat zij grote waarde hecht aan het project Waterfront. Daarnaast participeert de provincie in het project.
In de Structuurvisie Gelderland staat vermeldt dat de karakteristieke open gebieden langs de randmeerkust behouden moeten blijven. In aanvulling op de eerder opgestelde regiovisie (regionale structuurvisie Noord-Veluwe) stelt de Structuurvisie Gelderland dat water een belangrijk ordenend beginsel bij de (dubbel)bestemming van de ruimte in Gelderland is. Daarnaast dient de centrale positie van Harderwijk te worden versterkt en dient de recreatiesector een stimulans te krijgen. Het Waterfront is in de Structuurvisie Gelderland benoemd als onderdeel van de ruimtelijke ontwikkelingsopgaven van het 'Rode' raamwerk.
In het onderhavig plan wordt het haventje planologisch-juridisch geregeld. Het haventje maakt de recreatieve functie van de watersportvoorziening mogelijk. Hiermee stimuleert het haventje de recreatiesector zoals omschreven in het voorgenoemde beleid.
Het opnieuw planologisch-juridisch regelen van het bestaande Haventje Mheenlanden is in overeenstemming met het provinciale beleid. De recreatieve functie wordt in het onderhavig bestemmingsplan vastgelegd.
Het Waterfront
Het Masterplan Waterfront is in september 2003 unaniem vastgesteld door de gemeenteraad. De hoofdlijnen van het Masterplan zijn neergelegd in het Structuurplan Waterfront, dat op 14 oktober 2004 is vastgesteld.
Plankaart Structuurplan Waterfront
In het structuurplan Waterfront wordt de locatie van het bestaande haventje Mheenlanden aangehaald als beoogde hervestigingslocatie voor de kleine watersportverenigingen. In het onderhavige bestemmingsplan waarbij de planologisch-juridische regeling voor het bestaande haventje Mheenlanden wordt geregeld, gaat niet meer uit van het ter plaatse vestigen van de watersportverenigingen. Uitsluitend het al bestaande haventje wordt (opnieuw) gelegaliseerd.
Nationaal Waterplan
Het Nationaal Waterplan (NWP) is het rijksplan voor het waterbeleid en tevens structuurvisie op basis van de nieuwe Waterwet en de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Het beschrijft de maatregelen die in de periode 2009-2015 genomen moeten worden om Nederland ook voor toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt te benutten.
Het Kabinet Balkenende IV heeft het Nationaal Waterplan op 22 december 2009 vastgesteld. In het NWP hoofdstuk 5.3 IJsselmeergebied worden ook voor het project Waterfront Harderwijk relevante thema's waaronder Zoet water en veiligheid, Ontkoppeling, Buitendijkse ontwikkeling aangegeven. Het kabinet kiest ervoor om zowel het Markermeer als de Veluwerandmeren los te koppelen van het IJsselmeer. Dat betekent, dat er in het Markermeer-IJmeer en de Veluwerandmeren een peilregime wordt gevoerd dat (beter) tegemoet komt aan wat nodig is voor een ecologisch duurzame ontwikkeling. De bovengrens van de bandbreedte zal maximaal 0,30 m boven het huidige zomerstreefpeil liggen.
Ontkoppeling creëert ook gunstige voorwaarden voor buitendijkse ontwikkelingen, zoals verstedelijking en (moeras)natuur. Natuurontwikkeling in de Mheenlanden en realisatie van stapstenen en rustgebieden in de Veluwerandmeren scheppen gunstige voorwaarden voor de ontwikkeling van de natuurwaarden.